Raketje

Raket-Rocket_schuin179-86701Op 15 maart 1995, drie dagen na mijn achttiende verjaardag, werd ik op Kattenburg, vlakbij Amsterdam CS, gekeurd voor de militaire dienstplicht. Of althans, dat gedeelte ‘plicht’ stond nogal op de helling en toen ik aan het eind van de dag, goedgekeurd en wel, moest aangeven of ik eigenlijk wel in dienst wilde volstond een simpel: ‘Nee, meneer.’ Ik zou er nog van horen, maar dat is nooit meer gebeurd. Laat ik dus maar voorzichtig aannemen dat defensie niet meer geïnteresseerd is in een naar corpulentie neigende zevenendertigjarige bartijger met klutsknieën en de conditie van een dood paard. Daarbij is het sowieso een zegen voor ons land dat ik het nooit heb hoeven verdedigen. Ik heb een bloedhekel aan geweld en ik kan slecht tegen die achterlijke schreeuwcultuur in het leger. Een of andere pannekoek met een streepje op z’n mouw die denkt dat ie door tegen mij te blèren iets van me gedaan krijgt komt van een koude kermis thuis. Dan doe ik namelijk niks of het tegenovergestelde. Een dergelijk autoriteitenprobleem is niet handig in een hiërarchisch instituut als het leger. Ik was waarschijnlijk wel de beste aardappelschiller van Nederland geworden.

En ik heb dus nooit iets met geweld gehad. Niet op straat, niet bij het voetballen en niet in het uitgaansleven. Gewoon, nergens. Blijf met je poten van elkaar af. Als het waar dan ook knokken wordt haak ik af. Het zit er simpelweg niet in bij mij, dus wat ik in een leger zou moeten is me een raadsel. Toen ik in de jaren negentig nog voor Ajax werkte als supportersbegeleider bij uitwedstrijden heb ik ooit eens iemand een pomp op z’n kanis gegeven. Een grote boertige meneer van de tegenpartij die zeker niet van plan was om mij een knuffel te geven kwam schreeuwend op me af gestormd. Hij of ik dus. Dan maar hij, leek me zo. Ik had twee sleutels tussen m’n vingers geklemd (die ouwe truc kende ik dan weer wel) en sloeg hem vol op z’n bak. Tot mijn grote verbazing zeeg die grote gozer neer als een zak meel en werd ik snel ontzet door mijn collegae. Op de terugweg naar Amsterdam moesten m’n collegae lachen: zoiets hadden ze nog nooit van me gezien. Tja… Ikzelf ook niet. En terwijl iedereen het geweldig vond dat ik die gast een beuk had gegeven zat ik de hele terugreis te trillen van de adrenaline die deze nieuwe sensatie met zich meebracht. Nogmaals: het is niks voor mij.

Geweld is voor primaten. Het wonderlijke is dat mensen zich op allerlei vlakken maar blijven evolueren, maar toch altijd dat primitieve geweld blijven gebruiken. Het is altijd zo geweest. En dan had ik het net nog over geweld op micromicroniveau, maar wat een ellende is het in het groot…. Het Midden-Oosten speelt al langer dan ik leef in de Champions League van de Brandhaardencup en dat zal nog wel een tijdje zo blijven ook. Mensen slaan elkaar al eeuwen de hersens in om religie. Religie! Iets waarvoor geen enkel wetenschappelijk bewijs is… Oude gedateerde sprookjes en daar baseren mensen anno 2014, met alle kennis die we nu hebben, nog meningen op en voeren ze oorlogen over… Het is te achterlijk voor woorden.

Ik ga vanmiddag lekker naar buiten. Genieten van de zon. En een ijsje halen. Een raketje. De enige raket waar de wereld wat aan heeft en die niemand ooit zal schaden. Raketjes zijn namelijk om op te eten, niet om onschuldige mensen mee uit de lucht te schieten….

Leave a Comment.