Rodweek 190 Circus Pff…

‘Oh nee, Rod, doe het niet, doe het alsjeblieft niet, hou je in, hou nooouuuuu iiihhiiiin, lieve ome Rod, ouwe dibbes! Dit wordt alleen maar gezeeeiiiiheeeik en geklooooohoooot!’, dacht ik nog voor het schrijven van deze column. Maar ik doe het toch: een column schrijven over politiek. Ik probeer me op mijn socials doorgaans zo ver mogelijk van politieke onderwerpen te houden. De reden is dat het, zeker als je een uitgebreide contactenlijst op die socials hebt, met mensen van diverse politieke pluimage (ik sluit niemand om politieke voorkeuren uit, tenzij het echt radicale gekken zijn) te maken hebt. En daar zitten dan ook altijd net iets te fanatieke internetschreeuwers tussen die hun meninkje er door willen persen. Die via hun toetsenbord gaan blèren tegen mensen die ze in het echte leven niet kennen. De zogenaamde toetsenbordhelden, u kent ze wel. Ik ook helaas. En daarom prefereer ik om mijn socials gewoon zoveel mogelijk te vullen met leuke en gezellige onderwerpen. Poezenplaatjes, columns, aptoniemen, foto’s of leuke columnquotes uitproberen. Ik heb wel meer te doen dan semantische discussies aan te gaan met mensen met wie ik het toch nooit eens word en ik heb ook geen tijd en geen zin om domme fitties tussen mensen op mijn tijdlijn te modereren.

Maar vandaag wil ik het dus even wel over ‘de polletiek’ hebben. Ik werd vanmorgen, net als iedere andere Nederlander wakker in een land waarin de PVV de grootste partij is. Dat is bizar. Dat ik het nog mee moet maken. 2023 is een raar jaar. Ajax heeft laatste gestaan en de PVV heeft ineens de grootste lul: hoe dan?!

In het geval van Ajax is het simpel: wanbeleid en de lul van Marc Overmars. In willekeurige volgorde. De PVV de grootste: wanbeleid van de VVD. Dertien jaar ‘kutte onder Rutte’ die grote onvrede onder de bevolking tot gevolg hebben gehad. Dat de PVV gisteravond de grootste partij is geworden is zoals je dat in het Engels mooi zegt: ‘An accident waiting to happen.’ Rutte heeft het verkut, veel mooie praatjes, lekker alles weglachen, maar ondertussen kunnen veel mensen amper hun boodschappen betalen en kan vrijwel niemand meer een woning vinden. En die lieve Dilan Yesilgöz met haar brugklasstem doet ook alleen maar loze beloftes waar niemand iets voor koopt. Mensen zijn klaar met dit soort gelul en ik snap het. De oude politiek had de macht en die hebben ze door hun eigen salonfähigheid zelf uit hun poten laten kletteren. De arrogantie van de macht. Het heeft zich nu tegen zich gekeerd. En dan kan ik als linkse stemmer heel hard gaan huilen dat het allemaal zo gemeen is en boehoehoe, maar de uitslag van gisteren kon je van minimaal tien kilometer zien aankomen. En hij was nog harder dan iedereen kon denken.

De PVV is een monster en dat monster voedt zich met onvrede. En laat die onvrede nou toevallig net in overvloed aanwezig zijn in ons landje. Het monster vreet z’n buikje rond. En dat hebben de gevestigde partijen aan zichzelf te danken. Je kunt PVV-stemmers niet zomaar als domme xenofobische boeren wegzetten. Het is gewoon de teleurgestelde arbeidersklasse die zich niet meer kan vinden in de oude linkse politiek. En hoe win je deze mensen weer terug? Bijvoorbeeld door minder in oude links/rechts-dogma’s te blijven hangen.

Ik zal van mijn leven nooit PVV stemmen. En ook geen VVD. Ik ben ook een gozer uit de arbeidersklasse en iemand die het beste voorheeft met iedereen, dat laatste mis ik nogal eens bij rechtse partijen. Die zitten er vooral voor zichzelf. Pluchepakkers. Kom je dus al snel uit bij de linkervleugel. Groen Links/SP, dat is mijn hoek, hoewel ook niet in alles. PvdA is al jaren VVD-light. En uitgerekend die gingen samen met Groen Links. Daar had ik in het begin nog wel wat verwachtingen van maar toen Frans Timmermans aan het roer kwam wist ik genoeg. Frans Timmermans is de ultieme salonsocialist, met z’n enorme 17 kamer-huis, z’n dikke pens, z’n royale salaris, bonussen, wachtgeld en de privéjet waarin hij graag met vriend Diederik in vliegt. Links lullen, rechts zakkenvullen en geen idee hoe arbeiders leven en sappelen. Joop den Uyl zou zich in zijn graf omdraaien. En toch heb ik op die fusiepartij gestemd. Niet op hem, natuurlijk niet, maar op een Groen-Linkse mevrouw uit die partij. Ik heb met frisse tegenzin op die partij gestemd, Alsof je verplicht een hapje uit de kattenbak moest eten. SP is te klein en ik wilde per se niet dat Wilders het zou worden. Ik ben dus gewoon zo’n lul die strategisch heeft gestemd. Mijn hart zegt SP.

Ik heb de debatten gevolgd. Omzigt hield zich staande maar is iets teveel een christelijke schoolmeester die te ver van het volk afstaat, Dilan vertelde vooral graag hoe ontzettend klaar ze er voor is en strooide met wat loze beloftes net als haar voorganger en Frans Timmermans was de hopeloze verliezer met z’n gegoochel over cijfers en z’n klimaatstokpaardje. Maar wie liep er na elk debat lachend en als glansrijke winnaar de studio uit: Geert Wilders. Wat je ook van de man vindt: hij is een geweldige debater en altijd goed voor een mooie one-liner. Zo moest ik best wel lachen toen hij de bolbuikige Timmermans in het VI-debat voor joker zette: ‘U kunt wachten tot u een ons weegt, mijnheer Timmermans. Maar dat kan in uw geval wel even duren.’ En hij sloeg ze allemaal links en rechts om de oren met hun eigen uitspraken. Hij won die debatten fluitend. Daar heeft hij geweldig mee gescoord in het land.

Mijn bezwaar tegen Wilders is dat ik nooit zou stemmen op iemand die mensen uitsluit (in zijn geval met name de Moslimgemeenschap) en discrimineert. Iemand die woorden als ‘kopvoddentax’ in de mond neemt. Iemand die polariseert in plaats van verbindend is. Dat is niet mijn volk.

Wie wel mijn volk is is mijn gabber Mounir die ik al bijna dertig jaar ken. Mounir is geboren in Marokko, opgegroeid in Amsterdam-Oost en net zo Nederlands en Amsterdams als ik, maakt net zulke platte grappen als ik, maar vergeet nooit zijn Marokkaanse roots. En hoewel hij moslim is drinkt hij ook graag een biertje met mij. Dan kijkt Allah maar even niet. ‘Hutspot met couscous’ noemde ik hem laatst toen ik hem sprak in zijn nieuwe woonplaats Amersfoort. Mounir schrijft ook en op een hele leuke verbindende wijze. Ik moet altijd erg lachen om zijn geschreven dialogen tussen Mounir en zijn Nederlandse tokkiebuurman Arie. Arie spreekt Mounir steevast aan met ‘Ali Baba’ of ‘Kameel’, maar ondertussen hebben ze tijdens hun gesprekken ook lol met elkaar en zien ze elkaars positieve kanten en respecteren ze elkaars cultuur. Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar.

Mounir vertelde over zijn helaas overleden vader die bij de eerste lichting Marokkaanse gastarbeiders hoorde (‘toen vonden ze ons nog leuk’, lachte Mounir bitterzoet). ‘Mijn vader had een pleurishekel aan die Marokkaanse straatcrimineeltjes die de boel liepen te verzieken in de buurt. Die jochies maken alles stuk wat wij hebben opgebouwd. Ze hebben geen idee hoe goed ze het hier hebben.’ En dat is waar de oude politiek veel op heeft verloren.

Dat verbindende wat Mounir heeft heeft Wilders niet en dat gaat ie ook niet meer krijgen op z’n oude dag.

Daarnaast ís PVV Geert Wilders. En niemand anders. Net als dat de LPF alleen Pim Fortuyn was en FvD alleen maar Thierry Baudet is (inmiddels een marginaal splinterpartijtje). Toen Fortuyn door een extremistische idioot werd vermoord werd pijnlijk duidelijk dat er onder hem alleen maar kneuzen zaten (weet je nog, sukkels als Mat Herben en Herman Heinsbroek) en in de PVV zitten types als Fleur Agema, die engerd Dion Graus en nog een stapeltje brandhout. Mocht Wilders onverhoopt iets overkomen dan is die partij dus overgeleverd aan mensen die hem totaal, maar dan ook totaal niet kunnen vervangen.

Onder de zetel van Wilders zitten alleen maar clowns. Ik heb clowns nooit leuk gevonden. Weet je wat het is, je kunt de clowns wel naar het Torentje brengen, maar dat maakt ze geen regeerders. Het maakt van het Torentje een circus. Het doodvermoeiende Circus Pff…


Rodweek 46 Kikkerlikkers van ’t padje

De meest hilarische naam die de afgelopen week voorbij kwam is die van de bushcrafter die een tijdje optrok met de verdachte van de moord op Nicky Verstappen, toen deze nog geen verdachte was. Bushcrafters zijn mensen die kunnen overleven in de natuur met middelen uit de natuur. Die man heet Erik van ’t Padje! Naast dat het een grappige naam is (zeg die naam maar eens hardop), is het ook een juweel van een aptoniem. Een professionele padvinder die ‘Van t Padje’ heet. Ik vind dat soort dingen dus oergeestig.

Zoals ik ‘van ’t padje zijn’ sowieso een fijne uitspraak vind. Ik bezig ‘m ook bijzonder graag. Iemand die na 87 bier niet meer uit z’n woorden komt en de wereld aanziet voor een kaassoufflé is gewoon flink van ’t padje. Maar waar komt die uitspraak vandaan? Lees verder

Rodweek #24 The Winner Takes It All

Het zit die arme Geert Wilders ook niet mee. Hij ziet er ook een beetje uitgeblust uit de laatste tijd. Dan wordt zijn electoraat al stukje bij beetje afgepakt door een Latijn sprekend kakkertje met een Franse naam en dan blijkt zijn voorman in Rotterdam één of andere neonazistische Holocaustontkenner te zijn. Zo’n extremistische drol kun je er als partij die toch al een tikje dubieus is nou net niet bij hebben, dus De Blonde Pruik kon niet anders dan die enge fascist uit de partij te gooien. Eén keer de naam van die griezel op Google intoetsen had hem die ellende bespaard trouwens, want hij is bepaald geen onbekende in die kringen. Slordige research van ome Geert. Een nieuw dieptepunt in een toch al roerige PVV-leden-geschiedenis van oplichters, mishandelaars en brievenbuspissers. Het Latijn sprekende kakkertje met de Franse naam telt er vast een zeteltje bij en over een paar jaar blijkt al het werk van Het Orakel van Venlo voor de kat z’n togus geweest. Lees verder

Rodweek #4 Snoetje en Pluisje

In september 1998, toen ik nog een jong velletje van 21 was, liep ik mijn eerste modeshow. Sorry voor de mensen die nu hun thee tegen het scherm proesten en inmiddels hard toe zijn aan wat sterkers: ja, daar heb ik ook nog mijn geld mee verdiend. Het was geen lange carrière, maar een showtje of vijf heb ik nog wel gelopen. Van de straat geplukt terwijl ik in het holst van de nacht poepeloeres dronken naar huis liep vanuit de Korsakoff. Vijfhonderd gulden voor een avondje heen en weer lopen op een catwalk in mooie pakken, dat leek me makkelijk verdiend. Ik kreeg nog wel een paar lessen catwalktraining ter voorbereiding, zodat ik daar niet als een lompe hork over die catwalk zou stampen. De show waar ik voor uitgekozen was, was de verkiezing van het patsertijdschrift Esquire voor de best geklede man van Nederland. Het was nogal ironisch dat uitgerekend ik daarvoor werd uitgekozen, want ik zou mezelf in die jaren nou niet bepaald een stijlicoon noemen met m’n vale spijkerbroeken, hemdjes en bandshirtjes. De show werd gehouden in de Amuse Bouche tegenover de Melkweg, een etablissement dat we tegenwoordig kennen als de Sugarfactory. Tot best geklede man van dat jaar werd de flamboyante columnist Pim Fortuyn uitgeroepen. Een man die maatpakken van tien ruggen droeg en met wie het later nogal onfortuinlijk zou aflopen. Hij was die avond overigens niet aanwezig om zijn prijs in ontvangst te nemen. Lees verder

Beste Tarik Oulida,

tarik oulidaMooi is dat. Lees ik afgelopen week in de VI dat je in mei weer in Amsterdam gaat wonen om je voetbalschool op te zetten, komt er dezelfde dag nog een clowneske geblondeerde schreeuwlelijk voorbij die zijn aanhang laat scanderen dat er minder Marokkanen in Nederland moeten wonen. Maar ach, Tarik, op het moment dat we blèrende geblondeerde volksmenners serieus gaan nemen is het einde zoek en daarbij ben je natuurlijk gewoon een Amsterdammer. De enige volksmenner naar wie jij ooit luisterde heet Louis van Gaal. Lees verder