Rodweek 213 Strandavia

Altijd voorzichtig wezen met wat je wenst, dat is een wijze les die ik ooit leerde. Maar soms gaat het dus toch weleens mis. Zo zei ik toen we twee weken geleden weer eens naar Agia Galini gingen tegen Mo: ‘Goh, misschien is het leuk om eens een dagje Heraklion te doen, of anders op de dag dat we terugvliegen, want we vliegen toch laat’. Uiteraard kwam dat er niet van. Wie de voorgaande columns heeft gelezen over onze ‘klootzakkendagen’ weet dat wij de meest luie vakantie ooit hebben gehad. We hebben elf dagen als twee lethargische slakken geleefd en dat was heerlijk. Waren we allebei erg aan toe.

Maar toch kwam mijn wens dus uit, maar dan niet op de manier zoals ik het vooraf had bedacht. Onze vlucht van Transavia zou op woensdagavond 4 september om 21.40 vertrekken. Onze vaste zwijgzame chauffeur Kostas zorgde er voor dat we ruim op tijd op het vliegveld waren. Even sigaretten kopen omdat die in Griekenland nog wel betaalbaar zijn, koffer inchecken en door de douane. So far so good. We hadden nog genoeg tijd dus die tijd hielpen wij vakkundig om zeep met potjes yathzee, wijn en een broodje. Heraklion Airport is een dodelijk saai vliegveld waar niks te doen is, dus we moesten ons even vermaken. En dat kunnen wij heel goed.

Toen kwam de melding dat de vlucht vertraagd was. En even later kwam de volgende melding dat de vlucht nog iets meer vertraagd was. Kan gebeuren. Nog maar een potje yathzee en nog maar wat meer van die kleine flesjes wijn erbij halen dan. Wachten is niet erg, maar je moet er wel wat te drinken bij hebben, ja toch?

We hadden goed zicht op de rij wachtenden bij de gate en inderdaad, op een goed moment kwam er beweging in de menselijke rups. Wij hoeven nooit zo als eerste te boarden dus we lieten de massa lekker lopen om enkele minuten later als de laatsten der Mo(!)-hikanen aan te sluiten. En toen zagen we de mensen die al tijd in de rij hadden gestaan ineens weer terugkeren. Wat was hier aan de hand?
De vlucht bleek dus harder gecanceld te zijn dan de gemiddelde BN-er van tegenwoordig. Technisch mankement, zo gonsde het door de rij. De informatievoorziening van Transavia was om het zuinig te zeggen nogal zuinigjes. Terug naar de bagageband om weer een eeuwigheid te wachten op onze koffer. Nou vind ik wachten op elk vliegveld al een hel (ik heb op mijn geboortedag bepaald niet vooraan gestaan toen ze het pakket geduld uitdeelden) maar op Heraklion lijkt het echt alsof de klok achteruit loopt. Ik kan daar slecht tegen.

Daar waren de koffers dan eindelijk, maar wat nu? De nacht begon inmiddels al te puberen, dus het werd vervelend. Alle passagiers werden vervoerd naar een hotel in de buurt van het vliegveld waar ze dus kennelijk plaats hadden voor zo’n 200 gestrande reizigers. Dat kon niet veel zijn dat hotel, zo dachten wij iets te voorbarig, maar dat viel dus allezins mee. Het was zelfs een behoorlijk goed hotel in Gornes Gouvon, een plaats die feitelijk niet meer is dan de snelweg tussen Chersonissos en Malia en waar toevallig een hotel neergeplempt is. We konden er nog een kleine vier uur slapen en ontbijten en om 8.30 werden we weer opgehaald. De nieuwe vlucht zou ons namelijk om 11.00 weer terug naar Amsterdam brengen. Niet zeuren. Het was nou eenmaal niet anders.

Met kleine oogjes de bus weer in, op naar het vliegveld. Eenmaal daar bleek ook die vlucht dus niet door te gaan. Navraag bij de servicebalie leerde dat er nog tien plekken op de avondvlucht naar Amsterdam over waren, maar dat we wel zelf moesten bellen. Hartstikke leuk, maar we waren natuurlijk niet enigen. Dus toen Mo na een goede tien minuten eindelijk door de wachtrij heen was gekomen waren die tien plaatsen al foetsie natuurlijk.

Volgende optie? Vrijdag 5 september 2024. Wederom om 21.40. Vingers gekruisd. Maar we moesten dus nog snel een goede plek dichtbij regelen. Agia Galini was net iets te ver weg en zo boekten wij een appartement in het centrum van Heraklion, dus ja hoor, de wens was uitgekomen.

Heraklion is geen wonderschone stad. Je kunt het moeilijk het Kretenzer Kroonjuweel noemen. Maar we hadden tenminste onderdak met een mooi uitzicht over de haven. Maar hoe hard we ons best ook deden: we konden er maar moeilijk van genieten. We waren simpelweg te moe. Dus in plaats van des avonds copieus op kosten van Transavia uit eten te gaan kookten we zelf een eenvoudig maaltje in ons appartement en om 21.00 lagen we er compleet af en vielen we in een comateuze slaap.

Om 10.00 de volgende ochtend moesten we ons tijdelijke onderkomen alweer verlaten en hadden we dus nog een uurtje of acht om Heraklion beter te leren kennen. En inderdaad, dat beviel een stuk beter. Net als in elke andere grote stad moet je ook hier niet in de grote straten zijn, maar in de charmante steegjes en zijstraatjes en dan kun je er zomaar een leuke dag hebben en heerlijk en betaalbaar eten en drinken. Maar om er een week op vakantie gaan: nou nee.

Eind van de middag weer terug naar het aftandse vliegveld. Wijntje. Yathzee en goed uitgerust. En zowaar. Onze vlucht ging. We krijgen dus nog een standaardsom geld terug voor de vertraging en hopelijk ook het grootste gedeelte van onze gemaakte kosten en gederfde inkomsten.

Maar ik heb m’n dagje Heraklion, twee zelfs, gehad. Met dank aan het onvolprezen Strandavia.

Kretenzer Klootzakkendagen (3)



3306, 5398, 4378, 4477, 3817, 4406 en 6868: het zijn de magere cijfers van mijn stappenteller van de afgelopen zeven dagen. Als de stappenteller een Olympische discipline was zou ik met de cijfers van de afgelopen dagen niet in de buurt van een gouden plak komen. Thuis in Amsterdam is het absolute minimum op een luie dag 10.000 stappen en op een topdag tippel ik zomaar rond de 20.000 stappen door de stad. 10.000 stappen is ongeveer 7 kilometer. Vanaf Chateau Waterloo loop ik de Amstel rond, loop ik soms naar De Pijp om boodschappen te doen, loop ik naar de Jordaan om osseworst bij Louman te halen of naar Oud West om te werken of naar de markt te gaan. Dan lopen je stappen aardig op. En sowieso begin ik de dag altijd met een wandeling.

Als je 20.000 stappen in Agia Galini zet dan heb je het hele dorp minimaal zes keer rondgelopen. Ik begin ook hier met een ochtendwandeling. Boodschappen halen bij de supermarkt in de haven dan de berg weer op naar het appartement en dan begint het grote lethargische niks doen. Het is ook veel te warm om iets te doen. Het kwik tikt elke dag tegen de 35 graden aan en zonder enige vorm van inspanning biggelen de zweetdruppels over onze lijven.

Onze grootste inspanningen bestaan uit yathzee spelen, een wijntje drinken en aan het eind van de middag bedenken waar we gaan eten. Daar lopen we dan naartoe om te eten en dan gaan we weer terug die berg op. En dat ritueel herhaalt zich elke dag.

‘’Maar een beetje wijn zuipen en spelletjes doen dat kan je toch in Amsterdam toch ook?’’

Jazeker, maar met dit verschil dat we in Amsterdam altijd meteen ‘aan staan’ als we wakker worden. Er moet altijd wel iets. Werk, privé, whatever. Hier moet niks. We staan hier niet de hele dag aan. Hoogstens op een waakvlammetje. En dat is fijn. Hier kunnen we gewoon lekker klootzakken.

Aankomende maandag gaan we iets doen wat op een activiteit lijkt. We gaan midgetgolfen met onze vrienden Vicky en George. Met die achttien holes die we moeten aflopen probeer ik mijn abominabele stappentellergemiddelde van deze week nog enigszins op te krikken.

En nou loop ik deze vakantie voor mijn doen al extreem weinig: Mo loopt nog veel minder. De enige stappen die zij maakt is als ze van het balkon naar de koelkast loopt om wijn voor ons in te schenken. En om in de avond ergens te gaan eten. Dat is niet om haar belachelijk te maken: ze houdt gewoon niet van wandelen. Ik kan haar vrijwel nooit verleiden tot een lekkere wandeling. En in de ochtend al helemaal niet. In de middag met een eventuele stop op een terras is kansrijker. Mo loopt al genoeg op haar werk. En daar is wat voor te zeggen. Ik loop ook veel tijdens mijn horecawerk, maar ik vind wandelen in mijn vrije tijd heerlijk en ontspannend. En dan kan ik ook lekker nadenken over de stukken die ik wil schrijven of over andere zaken. Dat heeft niet iedereen.

Vandaar dat ik laatst zowat een tia kreeg toen mijn liefste tijdens het eten ineens zei: ‘Zullen we van de week eens de pier af lopen? Dan kunnen we ook nog een stukje naar boven klimmen.’

Ik wist niet wat ik hoorde! Even dacht ik dat mijn liefste door de hitte bevangen was, maar ze meende het echt!

Ik zal vandaag toch maar eens vragen of ze het echt meent. Ik zal mijn stappenteller aanzetten. En ondertussen klootzakken we lekker door.

Rodweek 211 Kretenzer Klootzakkendagen (2)


Gisteren op dag 2 gingen we even langsklootzakken bij onze vrienden Babis en Nektaria, die een camping en een restaurant bestieren aan de rand van het dorp. Even de bush bush door en je bent er. Babis’ motto is ‘never trust a skinny cook’ en hij doet zijn motto eer aan. Babis is ook een bijzonder genereuze kok. Wie bij Babis met honger de deur uitgaat moet een koe zijn, iemand met vier magen. Het eten is er belachelijk lekker. En belachelijk veel. Nektaria bestiert de bar en zij schenkt de lekkerste raki in town. Die raki krijgen we altijd na afloop en ze drinkt graag een glaasje mee met ons. Nektaria gelooft ook heilig dat raki overal goed voor is. Ziek? Raki. Wond? Raki. Poot gebroken? Raki. Ze zijn onze favoriete Griekse ‘moordenaars’ omdat we daar altijd zo vol van alles weglopen dat het lijkt of ze een moordaanslag op ons hebben beraamd.

Vandaag is de derde dag van de vakantie en even als de twee dagen daarvoor viert de lethargie hoogtij in ons kleine appartement. We zijn zo lui als onze katten. Ik heb slakken gezien die er een hoger leeftempo op nahouden dan wij. Wij behoren qua leeftijd tot de jongeren in dit ouwe lullen-oord, maar ik denk dat de meeste grijskopjes een stuk actiever zijn dan wij. Ook vannacht hebben we weer tien uur geslapen. Iets waar we in Amsterdam nooit aan toe komen. We hebben het kennelijk echt even nodig.

Eenmaal wakker en bereid om op te staan gooi ik een staart in mijn immer ontplofte ochtendkapsel, doe een petje achterstevoren op mijn hoofd, schiet in een basketbalshirtje, een korte broek en een paar slippers en dan ga ik aan de wandel. Luchtje op en gaan. Ontbijt hadden we nog liggen, dus ik hoefde alleen cola, fanta en water om koffie en thee mee te maken te kopen. En wijn natuurlijk. Even een rondje door het dorp, hier en daar even gedag zeggen en met de zojuist aangeschafte liquide middelen weer het trappetje de berg op. 82 ongelijke treden. Ik heb ze geteld. En dan nog 17 treden naar ons appartement. Ach, we zijn wat gewend: wij wonen in Amsterdam op vijf hoog zonder lift: 68 treden. Wij vergeten dus niks als we boodschappen moeten doen. Bovendien is het trappenlopen even geen sinecure voor mij omdat ik vorige week een knieblessure heb opgelopen. Dus ik vergeet echt niks.

Na het ontbijt, een croissant met onze zelf meegebrachte Tynjetalerkaas (onze favoriete kaas, absolute aanrader, we nemen het ook mee voor onze Griekse vrienden: sterker nog, we komen het dorp niet eens meer in zonder!) maar weer even op bed liggen. Mo las de nieuwe Linda en ik die van de vorige maand. Luister piemelepoges die daar om lacht: ik ben 47 en alle schaamte allang voorbij. Ik lees de Linda, OK? Gewoon een mooi blad, Mo is een abonnee. Mo wil haar Linda’s soms wel eens weggeven, maar dan moet ik er soms even voor gaan liggen omdat ik de laatste nog niet gelezen heb.

Na het lezen der Linda’s een paar potjes Yathzee . We spelen altijd het hele blaadje, dus alle zes kolommen tegelijk. Een uurtje per potje. Paar glaasjes wijn erbij en het is zomaar ineens 16.00.
Het is inmiddels 17.00. We zijn allebei net gedoucht. We klootzakken de dag dus weer aardig door. Normaal heeft een van ons altijd wel een soort van stellig idee over wat we willen eten in de avond, maar we hebben nu eigenlijk allebei nog geen idee.

We gaan zo naar het strand waar onze amigo Jorgos in een strandtent werkt. Nog steeds geen idee wat we gaan eten, maar dan klootzakken we daar lekker verder.

Rodweek 210 Kretenzer Klootzakkendagen (1)


Als mijn vriendin en ik na een paar dagen achter elkaar hard werken eindelijk eens samen vrij zijn dan hebben wij ‘klootzakkendag’. Op klootzakkendag mogen we alles en moeten we niks. Dat kan ook inhouden dat we dan ook de gehele dag zo goed als niks doen. Potje yathzee, wijn drinken, ouwe lullen-slapie doen in de middag, lezen of gewoon lekker TV kijken. Kortom: gewoon lekker een beetje de dag door klootzakken.

Klootzakkendag hoeven we overigens niet per se samen te doen. Als ik lekker lang wil wandelen of Mo wil iets voor zichzelf doen: ook goed. Wij zijn niet zo’n stel dat alles altijd maar samen moet doen. Wij kunnen het gelukkig ook uitstekend met onszelf vinden.

En nu hebben we tien klootzakkendagen op Kreta, in ons Agia Galini waar we elk jaar altijd wel één of twee keer per jaar komen. Agia Galini is de perfecte locatie voor klootzakkendagen: er is gewoon niet heel veel te doen. Beetje lezen, spelletje doen en dan in de middag lekker terrashoppen, in de avond eten: meer doen we niet. Je zult ons niet op surfplanken, op jeepsafari’s, abseilen of tijdens een ellenlange klimtocht in de bergen aantreffen. Wij zijn allebei tamelijk luie vakantiegangers die lekker de dag door klootzakken. Wij hebben nietsdoen tot kunst verheven. Ook omdat we het in Amsterdam altijd al druk genoeg hebben. Daar hebben we in het slaperige dorpje geen last van. Niemand hoeft hier iets van ons. We hebben hier vrienden en die zien we dan even en als ze tijd hebben klootzakken ze even mee. Maar over het algemeen hebben die het ook druk met hun eigen werk. De mensen die hier wonen moeten wel gewoon hard werken natuurlijk.

We zijn hier sinds gisteren. We hadden een vroege ochtendvlucht om 6.20, wat betekende dat we om 1.30 al uit de veren moesten. Hoewel ik twee loodzware werkdagen achter de rug had met weinig slaap besloot ik om niet te gaan slapen. Ik slaap liever niet dan maar twee uurtjes, want dan voel ik me nog vermoeider, dus dan trek ik de dag liever door. Mo pakte nog wel wat uurtjes. Ik nog even rustig de tas inpakken en bolletjes met gebakken ei maken. Ik ben niet gierig, maar als ik op een vliegveld minimaal een tientje moet betalen voor iets dat ik zelf veel lekkerder en veel goedkoper kan maken dan kies ik daarvoor.

Stiefdochter en schoonzoon brachten ons om 3.00 naar Schiphol, of zoals ik het altijd noem, ‘Schiphel’. Ik heb een bloedhekel aan vliegvelden. Voor m’n gevoel loopt de klok daar altijd achteruit. Dat wachten duurt een eeuwigheid. Dan eindelijk dat vliegtuig in en daar sloeg de vermoeidheid toe. Ik viel in een diepe slaap en werd wakker toen we al een uur in de lucht hingen. En dan waren we ook nog eens veertig minuten te laat vertrokken, zo vertelde mijn betere helft mij. Het is volstrekt buiten mij om gegaan, wat ik wel prettig vond, want vliegen, en dan vooral opstijgen, is bepaald geen hobby van mij. Gelukkig werd ik precies op tijd wakker voor de catering en na wat gegeten te hebben viel ik wederom in slaap om vlak voor de landing pas weer wakker te worden. Kortom, ik heb die hele vlucht amper meegemaakt en lekker een paar uur geslapen.

Op het vliegveld van Heraklion stond onze vaste taxichauffeur Kostas op ons te wachten om ons door de bergen naar Agia Galini te brengen, een rit van een dik uur. De temperaturen zijn dik boven de dertig graden hier, dus Kostas had twee koude flesjes water voor ons gekocht. Kostas is, laten we zeggen, niet de meest spraakzame. Als hij in een uur twee zinnen tegen ons uitspreekt dan ouwehoert ie al veel. Waarschijnlijk omdat zijn Engels niet geweldig is. Maar hij doet zijn werk prima en dat is voor ons het belangrijkste.

Nadat we onze spullen in ons eenvoudige appartementje hadden gedropt en even hadden omgekleed even onze vriend Ioannis gedag gezegd in zijn bar. En nu we er toch waren gelijk moesten we er ook nog maar even wat wijn drinken en wat kleins eten. En afspreken dat we Ajax kunnen kijken op donderdag en zondag. Dat wordt altijd geregeld, want Ioannis is ook een Ajacied.

Des avonds vis gegeten bij ons favoriete visrestaurant Onar en omdat vis moet zwemmen ook nog maar wat witte wijn. Omdat de jongens van Onar ons goed kennen moest er ook nog afgeblust worden met een plonsje raki, maar om 20.00 lagen we er wel af. Nog even thuis een beetje klootzakken met een potje yathzee en een glaasje wijn, maar om 21.30 sloeg de klootzak met de hamer genadeloos toe. Naar bed en inderdaad, binnen niet al te lange tijd waren we van Griekenland naar dromenland verhuisd. Om vervolgens allebei een kleine elf uur te slapen, dus we hadden het nodig.

Wat we vandaag gaan doen zien we wel. Gewoon lekker klootzakken denk ik.

Rodweek 203 Kretenzer Kronieken 7 Met Vissen vang je vissen


Onze Kretenzer vrienden Vicky en George hebben jarenlang de kroeg Zorbas en het onderliggende restaurant Madame Hortense bestierd in de haven van Agia Galini. Daar zijn ze eind oktober 2023 mee gestopt. Ik ben blij dat we nog even samen het licht hebben uitgedaan. Het heeft als voordeel dat Vicky en George nu tijdens onze vakantie tijd hebben om leuke dingen met ons te doen aan de recreatieve kant van de bar. Het nadeel is dat wij onze stamkroeg kwijt zijn. Maar dat laatste is een egocentrische gedachte. Hun vroege pensioen is ze van harte gegund. Het doet ze zichtbaar goed constateren we een ruim half jaar later. Niet meer die constante druk. Het pensionadoschap staat ze goed. Want ook in een klein poepdorp als Agia Galini is horeca tijdens het toeristenseizoen gewoon keiharde topsport. Van begin april tot eind oktober oogkleppen op en beuken. En buiten het toeristenseizoen moet er ook altijd wel wat gebeuren in de hut, dus ik begrijp ze helemaal.

‘Rod, zou jij nooit je eigen kroeg willen hebben?’ Het is een vraag die ik regelmatig krijg. Mijn antwoord: ‘Alsjeblieft niet! Een kroeg hebben is meer dan alleen maar de deur opengooien en gezellig drankjes en eten serveren. Je moet een boel kikkers in de kruiwagen houden. Het zou mij te veel hoofdpijn kosten.’

George is geboren en getogen in Agia Galini en komt zoals veel dorpelingen uit een vissersgeslacht. Zijn vader is ook nog steeds visser. George kon eerder een vis vangen dan lezen en schrijven en hij vaart nu elke dag recreatief. De Libische Zee waar Agia Galini aan ligt is al een dikke halve eeuw zijn achtertuin. Varen geeft hem het ultieme gevoel van vrijheid.

En zo werden mijn Belgische vriend Chris en ik uitgenodigd om eens een ochtendje met hem mee te gaan. Chris en ik zijn allebei geen vissers. Je zal mij nooit op een krukje aan een prutsloot, rivier of een meertje zien zitten met een hengeltje, een sigaretje en een flessie drank. Althans met die laatste twee misschien nog wel. Maar vissen? Nooit mijn ding geweest. Heb ik het geduld niet voor. De Amsterdamse vissenpopulatie heeft dus niets van mij te vrezen.

Maar een uitnodiging van een echte Kretenzer visserman mag je natuurlijk nooit in de wind slaan en dus stonden Chris en ik op een windstille dinsdagochtend in de kleine haven van Agia Galini. Klaar om de zee te bevaren en vis te vangen. Ik heb nog nooit in mijn leven een vis gevangen, Chris ook niet, maar George verzekerde dat daar op de deze dag verandering in zou komen. Zeker niet ‘tipota’ (het Griekse woord voor ‘niets’).

En godverdomme, hij kreeg nog gelijk ook. Mijn eerst gevangene was een lullig klein visje, maar die tellen ook. Onder de vakkundige leiding van George vingen Chris en ik gezamenlijk zo’n vijftien vissen in anderhalf uur. Voornamelijk red snappers. Ik weet dat George zijn vis weleens verkoopt aan de restaurants in de haven en aan het strand, maar deze oogst gingen we zelf opeten. Hij belde met een restaurant en daar werd onze vers gevangen vis klaargemaakt en gebakken voor ons en onze dames. Salades, wijn en raki erbij: het was een toplunch! Het is een aparte sensatie om je zelf gevangen lunch te nuttigen.

Ik vond het fantastisch. Chris en zijn vrouw moesten de volgende dag weer terug naar België, maar ik wilde en mocht nog een keer mee met George. En aldus zat ik woensdag weer op de boot. We gingen dit keer voor het grotere werk: baracuda’s. Noem mij maar Fisherman’s Friend. De zee was wilder dan de dag ervoor, dus het was deze dag helaas tipota.

Voor wie weet wat mijn sterrenbeeld is: Vissen. Zoals je met boeven boeven vangt vang je dus vissen met Vissen!


Rodweek 188 Kretenzer Kronieken 6 Tatu Tatu!

‘’Tatu Tatu!’’ of ‘’Wieuw! Wieuw! Wieuw!’’ Het zijn geluiden die zich niet makkelijk in woorden laten vangen, maar je zult begrijpen dat ik hier het geluid van politie, ambulance of brandweer probeer uit te drukken. Geluiden die in Amsterdam bij de dagelijkse stadsgeluiden horen maar die hier in Agia Galini volstrekt niet bestaan. De gemiddelde inwoner van Galini kent het geluid van een politiewagen alleen van de TV. De politiepost zit een paar dorpen verderop, Dus als je winkel wordt overvallen dan is de gemene pikkedief voordat de smeris ter plaatse is ‘m allang weer via de bergen gesmeerd. Je huis in de fik? Beter ga je zelf blussen of snel wegrennen, want voor dat de brandweer er is kan het ook wel even duren. Je poot breken? Anderhalf uur naar het ziekenhuis in Heraklion. Moet je wel de mazzel hebben dat je iemand met een auto kent. Hartaanval? Hopen dat er iemand kan reanimeren anders is het gewoon einde oefening ouwe! Agia Galini is prachtig, maar je moet er niet aan denken dat je hier wat overkomt. Stel dat wij hier tijdens de ziekte van mijn meisje hadden gewoond, dan dat had de situatie nog aanzienlijk moeilijker gemaakt dan die al was. Elke week of soms elke dag anderhalf uur heen en terug naar Heraklion in een niet al te hygiënisch ziekenhuis. Wat dat betreft hou ik heel erg van de gemakken van een stad. En met de lusten van de stad neem ik de lasten ook voor lief. In een stad als Amsterdam wonen is een keuze. En in een toeristische binnenstad wonen zeker. Ik kies daar voor. Graag. Met alles wat erbij hoort.

Politie is in Galini niet echt nodig. De paar honderd mensen die er wonen stelen niet van elkaar en de toeristen zijn geen opgeschoten agressieve jongelui, zakkenrollers of oude vrouwtjes berovend straattuig. Die hebben gewoon echt niks te zoeken hier. Dat spul zit allemaal lekker in het noorden bij Chersonissos en dat soort ”feestoorden”. Vorige zomer was de discotheek in Galini heropend na een tijd leeg te hebben gestaan. Stel je bij die danserette niet te veel voor. Mo en ik zijn er één keer geweest en hielden het na twee beleefdheidsdrankjes maar voor gezien. Nu was de discotheek alweer gesloten. Een van de redenen: er was een vechtpartij geweest en daar schrok de eigenaar zo vreselijk van dat de hut gelijk weer werd gesloten! Ik heb bijna twintig jaar in de Melkweg gewerkt. Dan kon die lieverd bij ons de tent bijna elke week wel sluiten.

De enige vorm van straatgeluiden die je in Galini hoort: de blaffende honden die bergopwaarts wonen en tegen elkaar in blaffen en de straatkatten die in bendes in de straatjes van Galini allemaal hun eigen territoria hebben en regelmatig met flink veel lawaai met elkaar vechten. De enige levende ‘streetwise’ wezens in Galini zijn de straatkatten, met littekens en happen uit oortjes. Dat zijn de grootste gangsters van Galini.

Galini is in alles anders dan Amsterdam en hoeveel ik ook van Amsterdam houd: die totale relaxtheid, niet continu die grotestads-antenne voor brutale hufterigheid, onbeschoftheid of ander sfeerverlagend gedrag aan te hebben hoeven staan is een paar weken per jaar heel erg fijn.

Wij gaan morgen weer terug naar Nederland. Het schijnt koud pokkenweer te zijn. Blij dat we onze zomer nog even met twee weken hebben kunnen verlengen. Morgenavond hebben we geen zon (echt twee weken goeie zon gehad), geen joelende honden, vechtende kattenbendes meer, geen ultraverse vis en geen kannen halve liters wijn voor zes euro meer.

Vanaf morgen zijn we gewoon weer in ons eigen rare, mooie, criminele, regenachtige, koude, veel te dure Amsterdam, waar je vaak minimaal zes euro voor een matig inschonken glas wijn betaalt waarbij de bodem van je glas amper nat is (tenzij ik ‘m voor je inschenk natuurlijk!). Maar we worden donderdag wel weer wakker met ons schitterende uitzicht op de Zuidertoren en het vertrouwde ‘’tatu-tatu!’’ en ‘’wieuw-wieuw-wieuw!’’ En daar kijk ik toch ook wel weer naar uit. Als je begrijpt wat ik bedoel.

Voor Kretenzer Kronieken 1 KLIK HIERO
Voor Kretenzer Kronieken 2 KLIK HIERO
Voor Kretenzer Kronieken 3 KLIK HIERO
Voor Kretenzer Kronieken 4 KLIK HIERO
Voor Kretenzer Kronieken 5 KLIK HIERO

Nog een lekker boek kopen voor de koude herfstdagen? Ik heb nog wat exemplaren van mijn bundel Lockdowsyndroom liggen! 15 piek als ‘m afhaalt in het centrum, 19,50 als ik ‘m naar je opstuur. Laat een reactie achter of mail naar [email protected]

Rodweek 187 Kretenzer Kronieken 5 Zorbas

De kroeg is mijn natuurlijke habitat. Als kroegenmens heb ik in mijn leven van meerdere van mijn favoriete kroegen afscheid moeten nemen. Ik ben nooit goed in afscheid nemen. Als iets of iemand heeft ingecheckt in een de vele kamers van mijn hart dan gaat ie er doorgaans niet meer uit. In 2013 deed ik in Amsterdam huilend het licht uit in de Korsakoff nadat ik daar bijna twintig de bar heb afgeschuimd. In Budapest heb ik zelfs twee keer afscheid genomen van mijn stamkroeg aldaar, Castro Bisztro. Een keer op de oude locatie en een keer op de volgende locatie. En het zal nog vaker gebeuren naarmate ik ouder wordt. De kroegen waar ik in Amsterdam zelf graag en vaak kom zullen waarschijnlijk allemaal over tussen de vijf en tien jaar wel zo’n beetje gesloten zijn of veranderd zijn in een of andere moderne yuppenkroeg waar ze moeilijke koffies serveren. Hoewel ik ome Jur van Maloe Meloe die inmiddels 80 is er zomaar van verdenk dat ie nog tot z’n 114e doorgaat. Ik hou van ouderwetse bruine kroegen.

En ook in het kleine Agia Galini, waar ik sinds anderhalf jaar samen met mijn meisie vakantie vier had ik een eigen stamkroeg, Zorbas. Ik spreek helaas alweer in de verleden tijd, want gisteren sloten Vicky en George de deuren van hun prachtige en gezellige café. Ik ben in die anderhalf jaar dus vier keer op vakantie geweest naar Agia Galini. Mo komt er al een jaar of zeventien en kent iedereen. Niet heel moeilijk hier maar toch. Zorbas was de eerste plek waar ik kwam hier in het dorp en Vicky en George hebben me vanaf de eerste dag zo’n welkom gevoel gegeven. Mo kwam hiervoor met haar ex en met andere mensen. En nu kwam ik ineens mee. Vanaf dag 1 sloten ze me in de armen en inmiddels beschouw ik ze ook echt als vrienden. Ze zijn ook bij ons thuis in Amsterdam geweest, dus toen konden we hen eens een avond in de watten leggen.

Naast Zorbas bestieren Vicky en George boven het café ook restaurant Madame Hortense. En die sluit na deze week. Vicky en George hebben jarenlang hard gewerkt en ze vinden het wel even genoeg geweest. Elk jaar van april tot november zeven dagen in de week keihard knallen: dat is pure topsport. En ze worden er ook niet jonger op en personeel is moeilijk te vinden in een klein dorp. Veel jeugd trekt zodra ze zelfstandig zijn voor werk of studie naar Heraklion of Athene, dus de spoeling is dun en wordt elk jaar dunner. Wat betekent dat Vicky en George dus zelf veel meer moeten doen. Dus gelijk hebben ze en hun rust is welverdiend en van harte gegund, maar wij zijn onze stamkroeg op Kreta kwijt! So be it.

Gisteren ‘The Last Dance’ in het café, vanmiddag nog een keer lunchen bij Madame Hortense en dan zit het hoofdstuk er op. Vicky, ik weet dat je al mijn columns altijd door de Google Translate gooit, dus deze column zal jullie bereiken.

Vicky, George, Eleni, Adonis, Ali, Celine, Mariza en alle anderen van wie ik even de naam niet weet, maar die mij in de afgelopen anderhalf jaar zo ongelooflijk welkom hebben laten voelen: dank jullie voor alle wijn en alle gein. Dank jullie voor alles. Jullie zijn toppers! Ik hoop jullie allemaal in mei weer te zien in jullie nieuwe bars of aan de recreatieve kant van de bar! Yamas, vrienden! Sagapo!

Voor Kretenzer Kronieken 1 KLIK HIERO
Voor Kretenzer Kronieken 2 KLIK HIERO
Voor Kretenzer Kronieken 3 KLIK HIERO
Voor Kretenzer Kronieken 4 KLIK HIERO

Kretenzer Kronieken (4) Massage

Op het moment van schrijven ligt mijn vriendin bij de plaatselijke masseur op tafel. Ze wordt een uur lang onder Kretenzer klauwen genomen. Dat moet altijd als we hier zijn, want dat is haar vaste masseur. Zij liever dan ik. Ik heb daar compleet geen geduld voor. De laatste keer dat ik me heb laten masseren was in 2009 in Thailand op het strand. Vier mensen op een rij. Twee vrienden, een vriendin en ik lagen daar op onze strandbedden. We hadden allemaal geboekt voor een uur. Terwijl mijn vrienden zich de Thaise kneepjes gewillig lieten welgevallen zat ik me na vijf minuten al af te vragen wat ik daar in godsnaam deed. Ik heb het uit beleefdheid nog een kwartier aangevoeld en toen vond ik het wel weer welletjes. Ik betaalde de masseuse het afgesproken uurtarief plus fooi. Als ze maar ophield. Niet dat ze het slecht of te hard of te zacht deed: ik heb er gewoon de rust niet voor. En blij dat het gepriegel aan mijn lijf voorbij was toog ik weer naar de strandbar.

Waar ik altijd wel de rust voor heb is naar het kijken van voetbal. Ondanks dat mijn helden die genoemd zijn naar de Griekse God Ajax het momenteel slechter dan ooit doen onderga ik het kijken daarnaar zelfs nog liever dan een massage. Met het Nederlands Elftal heb ik nooit het gevoel gehad dat Ajax bij me oproept. Daar blijf ik niet voor thuis en ik zeg er ook niks voor af. Als het opstaat kijk ik mee, maar ik kan daar redelijk neutraal naar kijken. Het roept simpelweg niet de emotie of de passie op die Ajax wel bij me losmaakt. Losmaakt als een massage, al is de massage momenteel meer een marteling.

Maar als ik dan toch in Griekenland ben en Griekenland neemt het tegen Nederland op dan vind ik het wel zo leuk om dat daar te kijken. En dan bij voorkeur bij mijn Griekse vriend Ioannis die een bar aan de haven heeft. Grieken zijn bezeten van voetbal en Ioannis is daar geen uitzondering op. Grieken zijn ook nog bijzonder kerkelijk. De kerken staan er niet zoals vele kerken in Nederland nog slechts ter decoratie van een stad of dorp of dienen inmiddels als poptempels: nee, ze worden echt nog gebruikt als gebedshuizen. Ook in een klein dorp als Galini zit de kerk op zondag gewoon vol. Maar voetbal komt bij veel Grieken dus minimaal op de gedeelde eerste plaats qua religieuze beleving.

Na het avondeten vertrekken we richting Ioannis’ Balloon Bar. Zou het druk zijn? Neen. Het is het einde van het seizoen, veel toeristen zijn al weg en de Griekse mannen kijken waarschijnlijk samen. Bepaald geen Griekse heksenketel. We kunnen zelfs helemaal vooraan zitten met wat andere Nederlandse toeristen.

Ioannis en ik wedden om een drankje wie er gaat winnen. Ik zeg Nederland. De Grieken spelen slecht, maar Nederland ‘vergeet zichzelf te belonen’, om er maar een voetbalcliché uit te gooien. Uiteindelijk schiet aanvoerder Virgil Nederland in blessuretijd naar de winst en mij naar een gratis wijntje. Yamas Virgil!

Omdat de wedstrijd pas om 21.45 plaatselijke tijd begon en de scheidsrechter met de blessuretijd zo scheutig is als een Griek met een fles Raki is de wedstrijd pas rond 0.00 afgelopen. Eigenlijk royaal voorbij onze bedtijd. Wij liggen er meestal uiterlijk 22.00/22.30 in.

Mootje komt zo blij terug van haar massage, zoveel is zeker. We gaan vanmiddag eens niet het dorp in, maar gewoon even lekker aan het zwembad liggen. Zij lekker lezen, ik werken aan mijn schrijfopdracht en ons ondertussen weldadig laten masseren door de zonnestralen. Die massage vind ik dan weer wel lekker.

Voor deel 1 klik HIERO
Voor deel 2 klik HIERO
Voor deel 3 klik HIERO

Yo! Wil je nog een fijn boek voor de herfstachtige dagen? Ik heb nog een aantal exemplaren van mijn bundel ‘Lockdownsyndroom’ liggen. Vanaf 25 oktober ben ik weer terug in Amsterdam. 15 piekies als je ‘m ophaalt in Amsterdam-Centrum of 19,50 als ik ‘m naar je opstuur. Laat een reactie achter of stuur een bericht naar [email protected]

Rodweek 185 Kretenzer Kronieken (3) Markt

14 oktober 2023. Mo en ik zijn allebei niet zo van de actieve vakanties. Tenzij je van het ene terras naar het andere restaurant hoppen als activiteit beschouwt. Dan zijn we inderdaad best actief bezig. Onze ontbijtburen waren door de Samariakloof wezen wandelen. Dat is een van de grootste bergkloven van Europa. Een wandeling van zestien kilometer door berggebied. Nou houd ik best van een lekkere wandeling, dat doe ik dagelijks, maar dit vind ook ik te veel. Bovendien duurde het drie uur voordat ze bij het beginpunt waren. Dan dus die hele tocht lopen en dan weer drie uur terug naar Galini. Ze vertrokken 6.00 vanuit het hotel en kwamen om 21.30 weer afgepeigerd terug in het hotel. Hartstikke mooi vonden ze het. Leuk voor ze, maar wij moeten er niet aan denken.

Om toch nog een andere activiteit anders als terras-hoppen te ondernemen besluiten we om toch maar eens te proberen wat ons in onze drie voorgaande vakanties in Galini niet is gelukt: naar de markt in Mires gaan. Dat is een dorp dat drie kwartier rijden met de bus verderop ligt. Een ezel stoot zich in het gemeen maar één keer aan dezelfde steen maar wij hebben onze koppen al zo vaak gestoten dat het een waar hoofdpijndossier aan het worden is. Dat heeft met de busverbinding te maken.

Mo en ik zijn, voor zo ver wij weten, allebei als baby niet van de commode gevallen. We zijn niet gek. En ook niet dom. Allebei hoogopgeleid. En toch snappen wij telkens de reistabel op Galini Centraal Station (welgeteld één bushalte) niet. Die ziet er ook tamelijk onoverzichtelijk uit, zeggen wij ter onzer verdediging. Maar nu hebben we de dag voor vertrek het velletje papier dat dienst doet als vertrekstaat eens goed bestudeerd. Om 10.15 gaat de bus naar Mires! Om het zekere voor het onzekere te nemen zorgen we dat we er 10.05 al zijn. Dit is geen Amsterdam waar om de acht minuten een nieuwe bus komt, dus beter ben je op tijd. Wie in deze contreien de bus mist moet vaak lang wachten op de volgende. Wij dus op tijd naar de bushalte.

We steken allebei een sigaret op nu het nog even kan. Het gaat ons vandaag eindelijk lukken! Maar al wat er langskomt: geen bus. Ik zie het lijk al weer drijven. We hebben vast weer iets verkeerd gezien. We kijken. Mires, dat staat daar. En dan staat daar Agia Galini bij. 10.15. Het staat er echt. We checken het nog drie keer. Dit ligt dit keer toch niet aan ons? Toch vinden we het ook wel hilarisch. Het is ons niet gegund om naar die markt te gaan.

Ik besluit toch om nog eens te kijken en ja hoor: Peppi en Kokki hebben de tabel inderdaad weer verkeerd gelezen. Misschien toch wel ooit van de commode gepleurd. Allebei de wereld over gereisd en in de grootste steden geweest en dan in zo’n klein gat steeds de bus missen. De bus vanaf Agia Galini vertrok dus reeds om 10.00 en die vanuit Mires naar Agia Galini om 10.15. Daar zijn we voorgaande keren ook de mist mee ingegaan, maar nu weten we eindelijk hoe we dat ding moeten lezen. De volgende gaat om 11.30. Dat is te overzien. We drinken een cappuccino bij Platia en kijken daarna nog even rond bij een grote souvenirwinkel. Het is 11.20. Terwijl Mo nog in de winkel aan het rondkijken is rook ik nog een sigaret om de tijd te doden, maar dan! Wat zie ik daar? De bus komt eraan! Ik roep mijn wederhelft de winkel uit en we lopen in straf tempo naar het busstation. Zouden we het eindelijk halen?

Potverdomme ja! Het is ons gelukt! We hebben de bus en nog de goede ook! Hoewel dat zelfs voor ons niet moeilijk is want de enige buslijn vanuit Galini is die naar Heraklion en die komt altijd door Mires. En jawel hoor, om 12.15 rijden we het dorpje waar de wekelijkse markt is binnen. Wij zijn allebei verzot op markten. En in Kreta heb je niet dat opdringerige gezeur en handjeklap met verkopers wat je wel in andere Mediterrane landen hebt. Het is rustig winkelen zonder gezanik en gejengel aan je hoofd.

De markt in Mires is elke zaterdag in de hoofdstraat van het dorp. Veel goedkope kleding en goedbedoelde troep, een vrouw die kleine kettingzagen verkoopt en die ook demonstreert (!), maar verderop allerlei heerlijke verse kruiden, kazen, noten en groentes waar we blij van worden. Met een tas vol lekkere kruiden voor thuis en heerlijke noten hebben we een prima slag geslagen. En we zijn lekker op de markt geweest. Rond 14.00 sluit de markt en drinken we ter afsluiting nog een heerlijke Miso Kilo Aspro. Onze bus terug gaat om 15.15. Dat hadden we nog speciaal geïnformeerd. Op de hoek bij de sigarettenkiosk. Wij dus daar weer op tijd staan, rond 15.00. Maar al wat er langsrijdt: geen bus. De volgende komt pas om 18.15. Dan zouden we ons hier nog drie uur moeten vermaken. Zo leuk is het dorp, buiten die markt, nou ook weer niet. Zijn we dan weer van die sukkels die het verkeerd hebben begrepen? Staan we wel bij de goede sigarettenkiosk? Gelukkig, we zijn niet de enigen. Er staat nog een groep mensen te wachten. Er wordt ook niks gezegd of omgeroepen. Om 15.40 komt de bus eindelijk aan. Slechts vijfentwintig minuten te laat. Ook dat is Griekenland. Wij hebben een horloge, maar zij hebben de tijd. Tegen 16.30 zijn we weer terug in Agia Galini. Om te vieren dat onze marktmissie eindelijk is geslaagd drinken we nog een miso kilo aspro. Vrijdag is de markt in Timbaki, die is iets dichterbij en ook daar komt de bus doorheen. We hebben nu de smaak te pakken, dus we gaan er weer voor!

Voor deel 1 KLIK HIERO
Voor deel 2 KLIK HIERO

Yo! Wil je nog een fijn boek voor de herfstachtige dagen? Ik heb nog een aantal exemplaren van mijn bundel ‘Lockdownsyndroom’ liggen. Vanaf 25 oktober ben ik weer terug in Amsterdam. 15 piekies als je ‘m ophaalt in Amsterdam-Centrum of 19,50 als ik ‘m naar je opstuur. Laat een reactie achter of stuur een bericht naar [email protected]

Rodweek 184 Kretenzer Kronieken (2) De Campingmoordenaar

12 oktober 2023. Hoewel Mo en ik bij elkaar bijna een eeuw oud zijn (99,5 jaar) en allebei van middelbare leeftijd zijn, horen we in ons hotel bij de jonkies. Dat is ook wel eens leuk want dat hebben we ook lang niet altijd meer! Dat zagen we bij ons ontbijt. We zitten dan tussen de grijze koppies. Prima. Het heeft als bijkomend voordeel dat we er in elk geval van verzekerd zijn dat er geen krijsende kinderen rond de tafel lopen te rennen terwijl we daar van het overheerlijke ontbijt genieten en langzaam in de dag komen. Na het ontbijt ga ik wandelen en Mo gaat lekker op het balkon lezen. Qua dagelijkse routine verschilt het begin van de dag niet heel erg veel met ons leven in Amsterdam.

In de middag lopen we naar Babis en Nektaria die een camping bestieren aan de rand van het dorp. Babis is de kok en hanteert als adagium: ‘Never trust a skinny cook’. En inderdaad, Babis is zeker niet skinny. En voorheen was hij nog een stuk zwaarder. Babis houdt behalve van Nektaria en hun kinderen van eten en van koken en die liefde voor het vak proef je. Alles wat de man maakt is verrukkelijk en met passie gemaakt. Babis houdt ook van oude kaas uit Nederland, dus we hebben een mooi stuk voor ze meegenomen. Het cadeau wordt in grote dankbaarheid aanvaard. We drinken er een miso kilo aspro en krijgen als dank voor de meegebrachte kaas een heerlijk bord Kretenzer lekkernijen. Dat is wat Babis een klein bordje noemt, maar in Nederland betaal je voor zo’n plaat eten makkelijk dertig euro. En dat is dan een voorgerechtje.

Als je écht een bord eten bestelt bij Babis dan weet je zeker dat je voor de rest van de dag klaar bent. Maar we zijn al tevreden met onze lunchplate. Toen ik voor het eerst bij Babis kwam bestelden wij ‘Babis Way’, dat is een selectie van alles wat Babis lekker vindt. Dat hebben we geweten! Er werd een tafel vol lekkers geserveerd. Dat leek ons al een behoorlijke opdracht. Toen we het toch allemaal op hadden gekregen, daar behoorlijk trots op waren en flink vol zaten bleek dat pas het eerste deel van Babis Way te zijn. De culinaire reis was nog niet volbracht. Stel je voor dat je van Amsterdam naar Breda moet fietsen. En dan ben je eindelijk doodmoe in Breda aangekomen en dan zeggen ze: ‘Oh nee hoor. Haha, gekkie! Je, hebt het verkeerd begrepen! Je moet door tot Brussel. Succes!’

De tafel werd dus leeggehaald en stond even later weer vol met lekker eten. OK, doorwerken maar. Zulk lekker eten laten staan is onbeleefd in deze contreien. Gevuld van de voet tot de hoed en met het snot voor de ogen wilden we afrekenen. Maar we hadden buiten Nektaria gerekend die even later met een kannetje ijskoude raki en een toetje bij onze tafel stond om ons het definitieve nekschot te geven. We noemen haar dan ook ‘Nekschottaria’.

‘Die mensen proberen ons gewoon te vermoorden!’, zei ik tegen Mo. Heb je ooit de film ‘Le Grande Boeuf’ gezien, waarin een groep mensen zich letterlijk dood eet? Stel dat voor als je bij Babis op bezoek gaat. Wat je ook bestelt: je krijgt ontstellend veel. En het erge is dat het ook allemaal belachelijk lekker is! Dus je stopt dan ook niet zomaar met eten. We vragen ons ook elke keer af of Babis ons niet zo aardig vindt dat hij ons telkens probeert te vermoorden met die overdaad aan heerlijk eten. En met die heerlijke zelfgestookte raki.

Gisteren zijn we na onze lunchplate teruggelopen naar de boulevard om te eten bij Onar. Onar maakt de lekkerste vis van het dorp. Ik eet een fantastische zwaardvis, Mo is fan van de mossels.

Vanavond halen we eten bij Goldsun. Dat is eigenlijk een soort snackbar maar dan een stuk smakelijker dan de gemiddelde Friet van Piet.

Morgen gaan we naar de markt in Mires en daarna zijn we wellicht klaar voor een moordaanslag van Babis op de camping. We zetten ons schrap en zullen ons lot lijdzaam ondergaan. Yamas!

Voor deel 1 van de Kretenzer Kronieken: klik hiero