Beste Luis Suarez,

Rodney RijsdijkBeste Luis Suarez,

Ontelbare keren heb ik je verdedigd tegen iedereen die kwaad over je sprak. Als je je weer eens als een stervende zwaan liet vallen in het strafgebied dan praatte ik dat altijd goed onder het mom dat je er nou eenmaal alles voor deed om te winnen. En toen je op het WK 2010 de zekere treffer van Ghana met je handen voorkwam sprak iedereen er schande van. Ik vond het mooi. Je werd toen van het veld gestuurd en Ghana kreeg een penalty. Dat wist je, dat was ingecalculeerd. Je liep al van het veld voordat de scheids je de kaart kon tonen. Daarna stond je in een te grote trainingsjas te juichen langs de kant omdat Ghana de toegekende penalty had gemist. Uruguay door dankzij jouw heldenoffer. Dat uitgenaste lachende straatrattenhoofd langs de kant. Ik vond dat stoer. Mensen die die actie veroordeelden konden voor mijn part lekker in het bos gaan schijten. Je had binnen de grenzen van de regels gehandeld en de consequenties genomen. In het seizoen daarop werd je wat raarder. In je laatste wedstrijd voor Ajax beet je je tegenstander Otman Bakkal van PSV in zijn nek. Dat vond ik bizar, maar toch bedekte ik ook dat nog wel, tegen beter weten in, met de mantel der grappigheid. ‘Man bijt hond,’ zei ik er toen over.

Ajax was dan ook FC Suarez in die tijd. Heel erg afhankelijk van jou. Als jij niet meedeed dan stelde Ajax eigenlijk niet veel voor. Een beetje wat clubs als Feyenoord en Vitesse nu hebben als respectievelijk Pelle en Bony niet meespelen. We werden alleen nooit kampioen met jou. Dat werden we pas toen jij weg was en de rest van het team ook beslissend bleek te kunnen zijn.

Jij was inmiddels vertrokken naar Liverpool. Ik begreep dat niet helemaal. Want niet alleen is het weer in Liverpool doorgaans nog beroerder dan in Amsterdam en zijn de vrouwen er aanmerkelijk minder knap, maar de kans op prijzen is er ook nog kleiner. Ik heb het altijd een beetje jammer gevonden dat je Ajax niet inruilde voor een echte topclub. Het enige dat aan Liverpool Europese top is, is het salaris. Als je een half jaar had gewacht en kampioen was geworden met Ajax had je bij de echte Europese  top kunnen tekenen. Zolang je bij Liverpool speelt blijft die KNVB-beker met Ajax je hoogste prijs, Luis… En dat is tamelijk armoedig voor speler van jouw kaliber, toch? Zo zie je maar, haastige spoed is zelden goed.

Ondertussen bouwde je ook in Engeland een vervelende reputatie op. Schwalbes, geniepige overtredingen, scoren met hands, een al dan niet racistisch akkefietje met Patrice Evra… Het werd moeilijker en moeilijker om het voor je te blijven opnemen. En nu dus je laatste actie weer… Geen bal in de buurt en ineens hap je je directe tegenstander in z’n arm…. Ineens twijfelde ik aan je geestelijke vermogens, maar was ik op een bepaalde manier ook blij voor je. Blij voor je dat je kan voetballen, want wat was er anders van je terecht gekomen? Ik durf er bijna niet aan te denken. Dat heb ik bij veel van je collegae trouwens, dat ze wel heel erg dankbaar mogen zijn dat ze hun geld voetballend mogen verdienen.

Misschien neem je de aanwijzingen van de trainer ook wel te letterlijk, Luis. Als de trainer tegen je zegt dat je je moet vastbijten in je tegenstander bedoelt ie dat figuurlijk…. Als de trainer zegt dat je je tegenstander moet dekken dan ga je toch hem ook niet…. afijn, je begrijpt wat ik bedoel. Nu sta je definitief in het lijstje ‘bijtende gekkies in de sport.’ Het is te hopen dat je lijst met prijzen als voetballer ooit langer wordt, maar als jij niet heel erg aan jezelf gaat werken zie ik die andere lijst verreweg het langst worden.

Met vriendelijke groet,

Rodney Rijsdijk

 

Leave a Comment.