Rodweek #11 Doorweekte Onderbroek

Een majestueuze hoeveelheid bier drinken in de kleedkamer met de Queens of the Stoneage, voetballen met de boys van NOFX, op stap met de NERD-crew, HQ-feestjes, de ‘afschijtstour’ van de Osdorp Posse, het promo-optreden van de Beastie Boys, Theo Maassen die een dure camera van iemand op het podium stukgooide, de Arctic Monkeys die ik ooit in de middag per ongeluk bijna wegstuurde uit de Melkweg omdat ik dacht dat het rondhangende pubers waren, praten met mijn grote held ICE T, Prince in de Max, een biertje met Rafael van der Vaart in de Oude Zaal, de Ajax-finale in de Max, Andre Hazes op een personeelsfeestje van de typmiepenschool, naar de Korsakoff met de Dead Kennedys, de halve Ajax-selectie bij de Wutang-clan, Willie Nelson en Snoop Dogg op een podium, de met drank overgoten kerstdiners, hectoliters bier drinken in de garderobe en nog ontelbaar veel meer legendarische dingen: ik heb het allemaal mee mogen maken in de Melkweg, 19 jaar lang. Ik heb er een bloedtijd gehad, maar ik was daar wel klaar.  Zo leuk en hilarisch als het was wordt het niet meer. Althans, niet voor mij, dus dan kun je er maar beter mee stoppen. Afgelopen maandag kon ik een laatste legendarisch feestje aan mijn lijst toevoegen: mijn eigen afscheid, samen met twee andere oudgedienden. Met z’n drieën zijn we goed voor zestig jaar Melkweg-ervaring.  Ik kan het iedereen aanraden om afscheid te nemen van een toko waar je lang hebt gewerkt. Het was een unaniem belachelijk geweldig feest: mooie woorden, veel drank, een royale selectie van een kleine 20 jaar geweldige oud-collega’s en we hebben ook nog eens een flink bedrag opgehaald voor het Dierenasiel Amsterdam.

De volgende dag bleek een forse kater nadrukkelijk asiel  te hebben aangevraagd, en ook te hebben gekregen, in mijn hoofd en dan is er niets beter dan die kater even uit te laten met een verkwikkende postwandeling door de Jordaan. Na een kleine vier uur wandelen plofte ik doodmoe en zeiknat van het koude alcoholzweet thuis neer op de bank.  

Vrijdag werd ik tijdens de postronde ook zeiknat, maar daar was geen zweetdruppel voor nodig. Het hoosde van de regen. En geloof het of niet, maar vroeger viel er ook regen. Tegenwoordig plakt het KNMI op het meest onbeduidende buitje al een kleurcode, maar de enige kleurcodes waar ik als kind een regenbui mee associeerde waren die van de, vriendelijk uitgedrukt, niet al te modieuze regenpakken in de jaren tachtig die je moeder dan voor je kocht. Code testbeeld. Voor de rest was een regenbui  gewoon een regenbui. Soms een lange bui, soms een kort buitje, maar daar hadden we geen kleurcode voor nodig. Ook toen werd je vanzelf wel weer een keer droog als je onverhoopt niet je lelijke regenpak bij je had. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst een regenpak heb gedragen. Vermoedelijk in de tijd dat voetballers nog allemaal lelijkerds met rare snorren en affreuze apenkapsels waren en betaald voetbal nog vanzelfsprekend op echt gras werd gespeeld.

Mijn aversie tegen regenkleding komt me zo af en toe weleens op een flink nat pak te staan. Afgelopen vrijdag was het dus zo’n dag. Ik dacht mijn postwijken redelijk tussen de buien door te kunnen doen, maar eenmaal op het Prinseneiland kon ik die hoop gelijk laten varen op de vele plassen die zich met een Olympische snelheid om mij heen vormden. Het water kwam met zwembaden uit de lucht vallen en heel even vervloekte ik mijn carrièrekeuze. Even ergens pauze houden en schuilen was geen optie. De buienradar liet zien dat ik de eerstkomende uren op van alles kon rekenen, maar niet op een moment van droogte, dus ergens schuilen zou alleen maar uitstel van een welverdiende borrel betekenen. De weergoden lieten een tetterende scheet in mijn gezicht en daarbij kwam een flink doppie vocht mee. Al bevond ik mij later die middag in hoog gezelschap in de Jordaan, want ook de burgemeester en de koning haalden er die middag een nat pak. Ik liep langs ze bij de Westerstraat/Tichelstraat. Even verbazing. Burgemeester van der Laan kun je natuurlijk gewoon altijd  tegenkomen in de stad. Maar Koning Willie erbij? Toch apart. Ik had geen zin om al te lang bij stil te staan bij het bijzondere beeld, want het regende echt blowjobsteels zoals Louis van Gaal het in zijn beste Engels zou zeggen, dus ik stiefelde verder richting de Karthuizerstraat.

Na vier uur wandelen was ik letterlijk doorweekt tot op de onderbroek en dat werd er met een kwartiertje door de immer aanhoudende pisregen naar huis fietsen niet beter op. Eenmaal thuis gearriveerd de natte bende uitgooien, in de wasmachine stoppen, schone kleding aantrekken, TV aan voor het laatste nieuws over de ellende op Sint Maarten en een fijne ijskoude code goudgeel inschenken. Thuis. Schone kleding. Wasmachine. Koud biertje. TV. Zomaar vijf zaken die de meeste mensen op Sint Maarten nu even niet hebben en die ik te allen tijde voor handen heb. Een ravage waar een bende hooligans de rillingen van krijgt veroorzaakt door een angstaanjagend om zich heen razende natuur. Heftig natuurgeweld stemt mij altijd nederig.

Dan heb ik even niets te zeiken over een doorweekte onderbroek.

Leave a Comment.