Arjen Robben gaf afgelopen donderdag na de afslachting van Nederland tegen Frankrijk een fantastische imitatie ten beste van Mohammed Saïd al-Sahaf. U herinnert zich hem misschien nog wel: die Iraakse Minister van Informatie waar we tijdens de Tweede Golfoorlog nog zo kostelijk om hebben gelachen. Terwijl de Amerikaanse tanks in polonaise Bagdad binnenreden en de stad simpel veroverden verkondigde Al-Sahaf met droge ogen zijn eigen waarheid: er was niks aan het handje en de strijd voor het Iraakse regime verliep bijzonder voorspoedig. Zo klonk Robben ook. Nederland was zojuist geknipt, geschoren, afgedroogd en als een klein kind in de hoek gezet. Een rode reet als een baviaan van het pak op de broek. Robben zag het allemaal door een oranje bril: Nederland kon nog steeds makkelijk tweede in de poule worden en het WK in 2018 is nog steeds volop in zicht. Een optimist is een slecht geïnformeerde pessimist, zeggen we dan maar. Robben noemt een glas met een bodempje water erin ook nog halfvol. Die mentaliteit als sportman is te prijzen.
Ik had vooral medelijden met die echte diehard-Oranjefans op de tribunes in Saint-Denis. Met hun oranje molentjes en bossen wortelen op hun hoofden, de nationale driekleur op hun gezicht geschilderd, oranje baarden en noem al die clowneske malligheid die niet aan mij besteed is maar op. Hun geliefde Nederlands Elftal met 4-0 weggepoetst door een Frans elftal dat zich niet eens bovenmatig hoefde in te spannen om tot die prestatie te komen. Het was amper een prestatie te noemen. Dus daar zaten ze dan. In hetzelfde stadion als waar onze premier na de 3-0 als een olijke snaak stond te hinniklachen op het ereterras. Maar die man lacht zelfs nog als de wereld vergaat, dus zo gek was dat nou ook weer niet. En dan leef je ook nog met de wetenschap dat het voltallige bestuur van de Supportersclub Oranje dankzij een substantieel deel van jouw geld nog diezelfde avond in een chique Parijs’ bordeel champagne lurkt uit de navel van een paar dure prostituees terwijl jij met drie snurkende gasten op een goedkope hotelkamer ligt. Dat zijn een paar niet mis te verstane stinkscheten in je gezicht. Ik zou me, om in Nederlands Elftaltermen te blijven, toch behoorlijk in m’n hempie gezet voelen.
Er moest op zondag dus gewonnen worden van Bulgarije om nog enigszins bij te blijven in de poule en hoe maakte niet uit. Dat vonden de jongens zelf ook en in een magere doch effectieve vertoning werd Bulgarije opzij gezet met 3-1. Geen slecht resultaat, al is zeker gezien het resultaat van de concurrentie kwalificatie nog behoorlijk ver en vermoedelijk ook net iets te ver weg. Maar gelukkig heeft Oranje de eeuwig positieve assistent-bondscoach Ruud Gullit, die na afloop een vrolijk filmpje vanuit de kleedkamer op Twitter slingerde waarin hij met een aan Erica Terpstraiaans grenzend enthousiasme uitkraaide dat het ‘a fantastic’ game was. Dick Advocaat vond het van brugklasblijheid overlopende filmpje wat minder ‘fantastic’ en voelde zich nogal in zijn hempie gezet door zijn assistent.
Gelukkig loop ik persoonlijk graag in m’n hempie. Zoals afgelopen dinsdag en vrijdag tijdens mijn postrondes door de Jordaan. De zon scheen op beide dagen weldadig en zolang de temperatuur het toelaat loop ik dan het liefst lekker in mijn korte broek en een basketballhemd door de buurt om het edele beroep van gleuvendouwer uit te oefenen. Een beroep waar ik vorig jaar mee ben begonnen omdat ik het lekker vind om buiten te lopen. Ik kon m’n lol op qua lekker buitenlopen afgelopen week. Wie denkt dat Jordanezen niet sporen heeft daar nooit de post gelopen: ze hebben zo ongeveer allemaal een treinabonnement en ontvangen dus ook zo ongeveer allemaal elke twee maanden het spoortijdschrift van de NS, waardoor mijn postrondes geen 3 a 4 uur duren, maar ik zo’n 6 uur onderweg ben. Toen ik rond 17.30 de Soundgarden binnenstrompelde voor een paar welverdiende koude kletsers veegde ik mijn bezwete hoofd af aan mijn hempie.
En in mijn negentien jaren bij de Melkweg werkte ik ook graag in hempies. Drukke avonden, veel bewegen, dan zijn hemdjes ideaal om in te werken. Maar aan dat tijdperk is een einde gekomen. Samen met mijn vrienden en nu dus ex-collega’s Erwt en Brechje, met z’n drieën zijn we goed voor ruim zestig dienstjaren, krijgen we vanavond een afscheid aangeboden in de Melkweg. In mijn favoriete Oude Zaal, de zaal die tegenwoordig heel hip ‘OZ’ heet. Nog een laatste keer gesubsidieerd zuipen en dan is het definitieve einde van een van de mooiste tijdperken van mijn leven daar.
Al zal ik altijd terugkomen in mijn Melkweg, de magische plek aan de Lijnbaansgracht die voor altijd mijn tweede huiskamer zal zijn. En laat mij dan maar lekker in m’n hempie staan.
#nederlandselftal #Bulgaria #3-1 @knvb pic.twitter.com/9N3x6E6tCv
— Ruud Gullit (@GullitR) September 3, 2017