De Melkweg, 9 mei 2018. De legendarische grond aan de Lijnbaansgracht, om de hoek bij het Leidseplein. Ik heb er negentien jaar gewerkt. Negentien doldwaze jaren waarin gezelligheid nooit een klokkie droeg. Het was, zeker in de tijd dat ik er werkte, het verlengstuk van mijn huiskamer. Ik kom er niet vaak meer, maar als ik er ben voelt het als een warm bad. Zogezegd is de Melkweg niet alleen mijn tweede huiskamer maar dus ook mijn tweede badkamer. Ik ken de mensen bij de deur, de bar, de garderobe en de techniek. En ik ken veel vaste en minder vaste bezoekers. Wat minder vaak voorkomt is dat ik ook de band ken die op het podium staat. Maar op deze mooie meidag staan de Amsterdelics op het podium. Een veelkoppige funkband. Met sommige bandleden heb ik geschiedenis. Melkweg-geschiedenis. En soms daarbuiten ook.
Ik ben de enige niet vanavond. De zaal is lekker gevuld, maar puilt niet uit. Het concert is in De Oude Zaal, mijn favoriete zaal. De zaal die nog echt de oude Melkweg uitademt. De dwarsverbanden zijn eindeloos op deze avond. Veel mensen kennen elkaar en kennen leden van de band. Het is zo’n avond van eindeloos hi-fiven, omhelzen en kusjes geven. Amsterdam blijkt maar weer eens een ietwat uit de kluiten gewassen dorp te zijn.
De Amsterdelics beginnen. De Amsterdelics swingen onder aanvoering van opperhoofd Paul als een dolle dingo. De zang, de percussie, de ritmesessie: het is een fijne georganiseerde chaos. Funk is de basis, maar uitstapjes naar reggae, soul en rock worden bepaald niet geschuwd. Het is, zelfs voor een a-ritmische en dus meestal uit schaamte maar niet dansende klaphark als ondergetekende, onmogelijk om stil te staan. Er zijn letterlijk twee feestjes aan de gang. Eentje in de zaal en eentje op het podium. En die twee feestjes versterken elkaar. We zwepen elkaar als het ware op. Ik waan me zomaar plotseling Carlton uit ‘The Fresh Prince’ die danst op ‘It’s not unusual’ van Tom Jones. Ik ben namelijk, zo bemerk ik ineens, geheel tegen mijn natuur, zomaar schaamteloos aan het dansen. Ik kan niet anders. Er is geen keuze. De muziek en de sfeer maken een marionet van mij. OK, en een paar halve liters bier doen de rest.
De Amsterdelics hebben een nieuw genre binnen de funk gecreëerd. Ik noem het Mokum-funk: eigenzinnig, uitdagend, creatief, bijdehand en uitbundig. Een smeltkroes zoals de stad zelf is. De ziel van de stad in muziek uitgedragen door een groepje fijne Mokumse mafkezen die ook nog eens wat kunnen.
Wat ik morgen ga eten? Ik heb nog geen flauw idee. Waar ik 29 mei 2019 ben? Dat weet ik wel. Dan ben ik weer in de Melkweg voor een schaamteloos avondje Mokum-funk met de Amsterdelics! En hopelijk zie ik ze nog wel eerder ook.