Er zijn oneindig veel redenen waarom ik nooit van kamperen heb gehouden. Kramperen noem ik het altijd. Ik woon in een huis dat van alle gemakken is voorzien, dus dan ga ik niet betalen om naar de plee te lopen met een rol schijtlint onder de arm, te slapen in een ongemakkelijke caravan, of nog erger: op een matje in een tentje. Ik ken genoeg mensen die erbij zweren maar die sensaties zijn aan mij allemaal nooit besteed geweest. Het allerergste van alles: koude douches. Ik heb het lang geleden geprobeerd, maar nee. Nou klinkt het misschien verwend, maar ik hoef echt geen vijfsterrenhotel, ik ben gewoon een bescheiden arbeidersjongen, maar een lekker bed en een goede douche behoren absoluut tot mijn basiseisenpakket.
Zoals gezegd: ik leef met mijn dame in een uitermate comfortabel huis. Lekker de ruimte. Goed bed. Fijne badkamer. Nou moesten er dus onlangs wat reparaties gebeuren in ons huis. De rookgasafvoer en de CV-ketel moesten worden vervangen. Onze onvolprezen woningbouwvereniging Ymere zou het hele pand in een ochtend fiksen. Helemaal picobello, want als die rookgasafvoer niet vervangen zou worden zouden we ons Waterloo aan het Waterlooplein weleens kunnen vinden. Willen we nog niet, dus de shit moet gebeuren.
Dikke prima. Blijven we voor thuis. Nou ben ik op zijn vriendelijkst gezegd niet de handigste. Eerder een klunser dan een klusser. Als ik een spijker in de muur sla zit half Amsterdam zonder stroom. Dus alles wat ik niet kan (en dat is best veel) laat ik over aan mensen die daar beter in zijn. Zo meander ik mijzelf al bijna een halve eeuw door het leven. Maar helaas bleek onze onvolprezen huisverhuurder een stel beunhazen te hebben aangenomen voor deze klus die vermoedelijk zijn voortgekomen uit een groepsorgie tussen Picobello BV, Buurman en Buurman en de Firma Biereco uit de Familie Doorzon.
Op dag één kwamen de jongens goed geluimd binnen om 8.00 en begonnen ijverig te werken. Maar ze bleken verkeerde gereedschappen bij zich te hebben. Dat kon op die dag niet meer geregeld worden en het warme water was inmiddels afgesloten. Geen warme douche dus! En onze buren ook niet, maar goed. Dat zou dan de volgende dag geregeld worden. De volgende dag liep ik mijn gebruikelijke ochtendwandeling. Toen ik thuiskwam met de boodschappen, mezelf reeds verkneukelend op een lekkere warme douche keek mijn dame mij al bezorgd aan en gaf mij de koude douche: nog steeds geen douche en verwarming. Dit begon inmiddels toch verdacht veel op kamperen te lijken.
De jongens, waarvan er een aantal niet zouden misstaan in ‘Help mijn man is klusser’, bleken allemaal voor verschillende bedrijven te werken en hadden ruzie met elkaar gekregen. Gevolg: ze liepen kwaad de deur uit! Op één man na die in zijn eentje overbleef, maar niet alles in zijn eentje kon en die dus de boodschapper moest zijn. Nou moet je dus nooit op de boodschapper schieten, dus wij waren mild voor hem, maar onze veel fellere onderbuurvrouw is ongetwijfeld tegen die gozer uit haar dak gegaan. Dus het werd weer uitgesteld.
Dag drie: er kwamen weer andere jongens. Weer gehannes. Natuurlijk. En ze wisten ook niet zeker of het op deze dag dan weer wel zou lukken. Ik slaakte een diepe zucht. Het begon bijna op Jiskefet te lijken. Maar toen kwam onze verlosser: zo’n ouwe Amsterdamse kluskrijger die gelijk precies zag wat er aan de hand was en wist wat er moest gebeuren. Hatseklats en gefikst. We konden in elk geval douchen, dus mijn blijdschap grensde al aan hondsdolheid!
Er moet nog wat stucwerk gebeuren en dan is alles als het goed is geregeld. Kijken welke Picobello-afstammeling ze nu weer sturen en wanneer. Maar beter sturen ze die ouwe kluskrijger. De warme douche heeft nog nooit zo lekker gevoeld.
Beste Rodney, geen mooi verhaal, wel mooi geschreven. Ik wil er graag van leren. Kun je mij mailen op [email protected] ?
Dank
Erik Gerritsen
Directievoorzitter Ymere