Op dinsdags en vrijdags ga ik altijd even langs De Bijenkorf, De Industrieele Groote, Gassan Diamonds en natuurlijk Hotel Krasnapolsky. Goed, het is dan weliswaar alleen om de post te bezorgen, maar daar gaat het niet om. Vaak als ik in ‘Kras’ ben voel ik trouwens de dringende behoefte voor een sanitaire stop. Ik noem het hotel tegenwoordig dan ook ‘Plasnapolsky’.
Stuk voor stuk prachtige gebouwen, maar wat er zich voor de rest achter die muren afspeelt: het zal me aan m’n derrière oxideren. Ik heb er voor de rest niets te zoeken. De Bijenkorf kwam ik vroeger nog wel eens, maar als ik zie wat voor proletenpaleis dat is geworden loop ik liever gelijk door.
Het is daarom dat ik me zo verbaasde over de ophef van mensen over het aanstaande franchisecontract dat het American Hotel aan de Leidsekade heeft gesloten met Hard Rock Hotels. Ik moest er eens goed over nadenken wanneer ik voor het laatst in het American Hotel, of beter gezegd, in Café Americain ben geweest. Dat moet eind jaren 90 met mijn oma geweest zijn toen die nog leefde. Mijn oma liet zich graag op enig chique gedrag voorstaan, al kon ze, als iets haar niet zinde ook weer van dat chique gedrag afstappen en de boel genadeloos uitkafferen. Maar met mijn oma ging ik niet in de eerste de beste snackbar, kroeg of vreetschuur lunchen. Dat was haar stijl niet. Als ik met mijn oma in Amsterdam ging lunchen dan deden we dat bij De Kroon op het Rembrandtplein of bij Café Americain.
Voor de rest heeft dat hele hotel of grand café me nooit zo geboeid. Ik kocht er vroeger wel eens sigaretten en met een vriendinnetje dat daar vlakbij woonde heb ik toen ik twintig was weleens zeepsop in de fontein gegooid en gingen we in het krieken van de ochtend terwijl het hele Leidseplein nog leeg was in de fontein dansen en sjansen.
Ik heb het American altijd een mooi gebouw gevonden. En dat laten ze intact. Café Americain blijft ook intact, inclusief leestafel. Dat is toch het belangrijkste? Ik ben al zeker twintig jaar niet in meer in Americain geweest en ik was ook niet heel erg zinnens om daar de komende twintig of dertig jaar naar binnen te gaan. Ik heb er niets te zoeken. Zo goed vond ik de broodjes daar nou ook weer niet en zeker niet voor dat geld. En zolang de mooie Jugendstil- buitenkant er mooi uit blijft zien vind ik het allemaal best.
Van mensen die nu schreeuwen over ‘de uitverkoop van de stad’ en de ‘verpretparkisering’ ben ik overigens wel benieuwd hoe vaak zij dan in het Americain komen. Niet vaak, gok ik. En alsof ze in het Hard Rock Café ooit hardrock draaien. Ik ben ooit eens wezen eten met een vriendin bij het Hard Rock Café op het Max Euweplein en het hardste dat we hebben gehoord, onder het genot van een matige hamburger, was ‘Summer of 69’ van Bryan Adams.
Ik denk dat er behalve wat schilderijen of artwork boven de bedden niet gek veel verandert. Al weet ik niet of ik nog veel presteer dat als ik, wanneer ik de matrassenmambo aan het doen ben met mijn dame, ineens in het gegroefde gezicht van Keith Richards kijk. Maar goed, ik woon in de stad, dus ik hoef daar ook niet te logeren.
De enige significante verandering zal zijn dat het vroeger zo vertrouwde ‘’Telefoon voor de heer Harry Mulisch, telefoon voor de heer Harry Mulisch!’’ dat schalde door Café Americain zal veranderen in ‘’Telefoon voor de heer Axl Rose, telefoon voor de heer Axl Rose!’’