Rodweek #22 Monopoly op de waarheid

Afgelopen week fietste ik, op weg naar een van mijn postwijken, langs slagerij Buzhu op de Haarlemmerdijk. Ik stond er letterlijk en figuurlijk even bij stil. Slagerij Buzhu was in de jaren zeventig de eerste Islamitische slagerij die er in Nederland kwam en jarenlang de werkplek van Mohammed Nouri, de vader van de beweende voetballer Appie. Ik denk nog vaak aan Appie. Hoe goed hij had kunnen worden en vooral veel aan de grote ‘waarom hij?’-vraag. Appie ademt zelfstandig en hij schijnt een ‘verlaagd bewustzijn’ te hebben, maar de kans dat hij, behalve ademen, verder ooit nog iets zelfstandig zal kunnen is nihil. De familie houdt hoop en haalt kracht uit hun geloof. Dat valt alleen maar te respecteren. Ikzelf had het geloof in hun situatie als eerste uit mijn dagelijkse pakket geflikkerd. Als er een god bestaat die mijn zoon, broertje of vriend zoiets aan had gedaan dan zou ik er niets meer mee te maken willen hebben.

Geloven in bovennatuurlijke krachten is sowieso nooit mijn ding geweest. Het is me te abstract. Ik geloof in tastbare zaken, maar als mensen ergens in willen geloven zou ik zeggen: ga je goddelijke gang. Het ding waar veel gelovigen wat mij betreft de mist mee ingaan is met de definitie van het woord ‘geloof’. In iets geloven is namelijk geen feitelijke waarheid. Zo geloof ik er elk jaar in augustus weer heilig in dat Ajax kampioen wordt. Welnu, het is goddomme nog niet eens winterstop en een blik op de ranglijst leert me nu al dat mijn geloof reeds met Max Verstappensiaanse snelheid door de realiteit is ingehaald. Ergens in het voorjaar zal, zoals elk jaar, weer blijken in hoeverre mijn jaarlijkse geloofje de waarheid is gebleken, maar ik heb er een harde kneiter in. Veel gelovigen hebben de neiging om de waarheid te monopoliseren en dat klopt niet. Wij kunnen niet bewijzen of er wel of geen god bestaat. Al neigt mijn mening sterk naar een ‘nee natuurlijk niet, gekkies, denk eens even logisch na!’ maar ook ik kan dus geen monopoly op de waarheid claimen.

En over monopoly gesproken: de Sint is dit jaar niet geheel stilletjes mijn huisje voorbij gereden. Toen ik gisteren wakker werd lag er een groot pakket op tafel. Na enig uitpakwerk kwam de Amsterdam-versie van Monopoly tevoorschijn! Een supertof cadeau. Ik kan dus nu zelf de Prins Bernhard jr. gaan uithangen en huisjes gaan melken. Het spel is overigens niet gemaakt door iemand met al te veel sjoege van de Amsterdamse huizenmarkt want de prijzen zijn bijzonder schappelijk. En de Lijnbaansgracht is weliswaar de gracht in Amsterdam waar ik veruit mijn meeste stappen heb liggen, maar het is natuurlijk bij lange na niet de duurste gracht van de stad, zoals het bord suggereert. Zeker niet duurder dan de Prinsen-, Keizers- en Herengracht die ook op het bord voorkomen. En als inwoner van De Baarsjes vind ik het natuurlijk leuk dat het Mercatorplein op het bord staat. Kortom, wie de komende koude winteravonden bij mij langskomt mag gezellig aan de keukentafel aanschuiven en meespelen met Amsterdam-monopoly. Voor de rest is het Sinterklaasfeest, traditioneel, redelijk geruisloos aan me voorbijgegaan. In tegenstelling tot de inmiddels ook traditionele discussie over de knechten van Nederlands’ eerste Turkse gastarbeider die jaarlijks met wild en onontkoombaar geraas de huiskamer binnen dendert. Een discussie die allang geen discussie meer is en die elk jaar schreeuweriger, drammeriger, militanter en vooral irritanter wordt van beide kanten.

Ja, ik ben, na voortschrijdend inzicht, al een aantal jaren van mening dat de Zwarte Piet waar ik mee ben opgegroeid zijn langste tijd wel heeft gehad. De tijdgeest is anders. Als een deel van de bevolking zich bij de verschijning van de Piet in de huidige vorm niet prettig voelt dan kun je die verschijning best aanpassen en dan kunnen we verder. Dat verandert verder niets aan de traditie. Tradities zijn altijd in beweging. Die Piet is vaker aangepast in de loop van de geschiedenis en de essentie van het feest is altijd hetzelfde gebleven. Daar hoeft wat mij betreft geen al te lange discussie over te bestaan.

Wat natuurlijk van de kant het Anti-Pietenkamp niet meehelpt in het toch al ontspoorde debat is om de racismekaart te trekken. Dat is met gestrekt been inkomen en het bereikt het tegenovergestelde van wat ze beogen, want geen normaal denkend mens laat zich voor een domme racist verslijten. En ja, ook in het pro-kamp ken ik prima weldenkende niet-racistische mensen. Je kunt de meeste mensen die halsstarrig willen vasthouden aan hun tradities namelijk misschien wel een gebrek aan begrip of flexibiliteit toekennen, maar het is te makkelijk om ze zomaar als achterlijke racistische boeren weg te zetten. Dat helpt de discussie bepaald niet verder en zo staan er nu twee woedende partijen, stevig met de hakken in het zand, heel hard met hun vingers in hun oren als een stel halve tammen tegen elkaar te schreeuwen zodat niemand elkaar nog verstaat.

En dat over een niet bestaand figuur. Een fictief karakter dat meer geouweteringhoer dan politiek, het nationale voetbalelftal, Boer zoekt Vrouw en andere weltschmerz bij elkaar genereren: only in Holland, baby! Wat zijn we toch ook een lekker gek volkje.

Al moet ik wel zeggen: als Ajax dit seizoen toch nog kampioen wordt, dan kan het niet anders dan dat Sint en Piet gewoon bestaan. Daar is dan wat mij betreft geen discussie meer over mogelijk.

Leave a Comment.