Er waren de afgelopen week twee mensen die ik allebei een ontstellende lul vond. Laat ik beginnen met de eerste, Keje Molenaar, advocaat, woonachtig te Broek in Waterland. Behalve dat hij advocaat en oud-voetballer is heeft Keje al jaren een andere bron van inkomsten. Keje is secundair tickethandelaar. Sterker nog, hij is voorzitter van EUSTA, een overkoepelende club van secundaire tickethandelaars. Deze ‘handelaars’ kopen zodra de kaartverkoop voor grote concerten, wedstrijden of shows begint, razendsnel duizenden kaarten op met fake-accounts. En verkopen die vervolgens door voor een veelvoud. Keje vindt dat een prima en fair systeem, zo vertelde hij afgelopen week. Want dan hadden die sukkels maar op tijd moeten zijn toen de reguliere verkoop begon. Als je dat durft te zeggen ben je in mijn ogen dus gewoon een abjecte gewetenloze lul. Niets meer en niets minder.
Dit gezegd hebbende, neem ik dus ook aan dat Keje het niet erg vindt als ik op een dag, vlak voordat hij boodschappen gaat doen, alle resterende pakken koffie in Broek in Waterland opkoop. Elk pak koffie uit elke supermarkt of buurtsuper in het hele dorp. Geen pak koffie meer te krijgen in het dorp behalve dan in mijn zojuist ingerichte winkeltje.
Kijk, daar zullen we mijnheer Molenaar hebben.
‘Mag ik een pak koffie?’
‘Maar natuurlijk, mijnheer Molenaar, deze? Dat is dan 25 euro.’
’25 euro? Dat pak kost normaal toch maar 6 euro? Maar dat is… dat is…’
‘Diefstal, mijnheer Molenaar? Oplichterij? You name it! Nou, wilt u nou uw koffie of niet?’
‘….’
Hij zou kwaad worden en mij een oplichter noemen. En terecht. Terwijl dit volgens zijn eigen moraal dus prima te verdedigen is. Want dan had hij maar eerder boodschappen moeten doen, de winkels waren immers eerder open. Hij zal het zijn woedende dorpsgenoten, die ik natuurlijk diezelfde prijs reken, uiteraard ook goed kunnen uitleggen. Daar is hij immers ook advocaat voor, om dingen recht te lullen die zo krom als een banaan zijn. In dezen is hij dus de advocaat van de duivel die hij zelf is, met zijn ticketzwendel.
Toen ik gisteren een foto van Keje Molenaar zag op een fotosite van Ajax waarin hij, ergens in 1981 juichend voor het uitvak van Ajax staat omdat hij had gescoord dacht ik alleen maar: ‘Jij juicht helemaal niet omdat je hebt gescoord, maar omdat je de kaartjes voor dat uitvak voor 50 gulden hebt verpatst terwijl ze maar 15 piek waren, vuile gluipsteen.’
Mensen die er een dergelijke stinkende moraal op nahouden verkopen hun eigen kinderen nog als ze er een roestig stuivertje mee kunnen verdienen. Dat zijn niet mijn mensen.
De tweede ontstellende lul van de afgelopen week ben ik zelf. Na een gezellig dagje Volendam, alwaar de bekerwedstrijd ASV De Dijk-Ajax in het FC Volendam-stadion werd gespeeld, liep ik even over het veld. Even een fotootje maken met m’n gabber op het veld, gezellig. Toen ik weer terug richting tribunes wilde was het poortje waar ik doorheen was gelopen afgesloten, dus ik besloot om, net als alle andere mensen, over het hek langs het veld te klimmen. Geeneens een superhoog hek. Mensen met een normale motoriek klimmen daar zo overheen. Maar ik heb helemaal geen normale motoriek! Nooit gehad ook! Ik ben een fucking klaphark! En dat weet ik ook van mezelf! Ik doe normaal nooit dingen waarvan ik weet dat ik er niet goed in ben omdat ik doodsbang ben dat ik mezelf beschadig. Maar helaas, overvloedig maakte kennelijk overmoedig. Met een zwierende zwaai katapulteerde ik dat ouwe houterige kadaver van mij over dat hek, bleef met mijn voet hangen en klapte vol met mijn achterhoofd op de grond. Gat in kop, gebroken sleutelbeen en minimaal vier weken uit de roulatie, zo bleek later in het ziekenhuis. Voor het eerst in mijn leven een botje gebroken in plaats van mijn hart. Kut voor mij, maar ook voor mijn werkgevers en collegae die de gaten in de roosters moeten opvullen.
De persoonlijke gevolgen voor mij zijn dat, als eenarmige bandiet zijnde, aankleden, uitkleden, lenzen in en uit doen, koken, douchen, persoonlijke verzorging, bed opmaken, veters strikken, de kattenbak verschonen, een vuilniszak dichtknopen, een fles wijn ontkurken, en noem alles maar op dat vanzelfsprekend was tot afgelopen woensdag, ineens behoorlijk vervelende en soms tamelijk onmogelijke opgaven zijn geworden. Niet in mijn favoriete zijhouding maar verplicht op mijn rug moeten slapen. En jeuk aan de goeie bovenarm krijgen en met de andere niet kunnen krabben omdat ik daar niet bijkan is gekmakend! Serieus, ik dacht dat ik mijn linkerhand vrijwel nooit gebruikte (ik typ columns bijvoorbeeld ook altijd maar met een of twee vingers van alleen mijn rechterhand, eerlijk) maar dat is dus totaal niet waar. Ik mis die linkerarm! Ik heb wel eens gezegd dat ik mijn linkerarm zou opgeven om een keer in Ajax 1 te mogen spelen, maar daar kom ik op terug. Het is echt een kleine ramp om die arm te missen, al is het gelukkig maar tijdelijk. Met een heleboel hulp van vriendin en vrienden red ik het allemaal wel, maar ik heb mezelf natuurlijk behoorlijk in de lappenmand gewerkt door mijn eigen oliedomme gedrag.
Gevalletje www.watbenjedan.nl
Resumerend stel ik dus dat Keje Molenaar en ik afgelopen week dus allebei een lul waren, maar de ene lul is de andere natuurlijk niet.
De eerste lul in deze column, een man die toch al rijk is, verdient dus bakken met geld over de ruggen van anderen en vindt dat volstrekt redelijk . De tweede lul, die gewoon hard moet werken voor z’n centjes benadeelt zijn collega’s en loopt nu doodleuk even een stapeltje eerlijk verdiend geld mis door z’n eigen stomme schuld.
Dan ben ik eerlijk gezegd toch maar blij dat ik die tweede ben. Dat gebroken sleutelbeen van mij geneest wel weer en dan doe ik nooit meer zoiets lomps, maar de lompe graaizucht van types als Keje Molenaar is, naar ik vrees, ongeneeslijk.
Dat lijkt me een stuk erger.