In 1994 kwam ik, als zeventienjarige, voor het eerst in Budapest. We mochten kiezen aan welk schoolreisje we deel wilden nemen: Londen, Parijs of Budapest. Opvallend: de wat saaiere leerlingen kozen Londen en Parijs, de boefjes kozen Budapest. Ik sloot me bij de laatste groep aan. Parijs en Londen lagen dichtbij. Daar konden we altijd nog heen, zo redeneerden wij. Budapest was Oost-Europa, mysterieus, beetje gek, de Muur was nog niet zo lang gevallen, en dus spannend! En wat hebben die knakkers daar al die tijd verborgen gehouden voor ons achter dat IJzeren Gordijn, zo vroegen wij ons af?
De groep die naar Budapest ging was dan ook de groep die al danig aan het experimenteren was met roken, drinken en sommigen deden ook al wat met drugs en zo. Kortom, een groep puberende klerelijertjes bij elkaar. De school zag de bui boven Budapest al hangen en gaf ons voor vertrek een uitgebreide brief over de normen, waarden en vooral de straffen die je daar boven het hoofd konden hangen voor drugsdelicten. Een paar grammetjes wiet of hasj in je zak kan je daar zo een paar mooie jaren van je leven kosten en Hongaarse gevangenissen zijn niet bepaald de hotels die het in Nederland zijn, zo werd ons op het hart gedrukt.
De meeste leerlingen hielden zich daar, afgeschrokken door die brief, wel aan. Een paar niet. Dat waren jongens die al keihard in de gabberscene van de jaren negentig zaten en bepaald niet vies waren van een pilletje of wat Colombiaans pretpoeder. Op een avond hadden die gabberboys lekker op hun hotelkamer zitten snuiven en slikken. Ze hadden alleen nog niet alle drugs opgekregen dus dat hadden ze maar op hun tafel laten liggen. Lekker als opkikkertje voor de volgende dag. Vervolgens zijn die gasten op stap geweest tot de volgende middag, want in Budapest kon je ook toen al 24 uur per dag uitgaan. Maar toen ze weer terug in hun hotelkamer kwamen, trokken ze lijkbleek weg. Het kamermeisje had de kamer schoongemaakt en de bedden mooi opgemaakt, maar dus ook in al haar ijver de tafels schoongepoetst. Ze had voor minstens vijfhonderd gulden spul met een duizenddingendoekje weggepoetst! Dat was behoorlijk veel geld in die tijd. Die gozers werden helemaal gek. Wij moesten er wel om lachen.
Achteraf kun je zeggen dat het kamermeisje die jongens, al dan niet bewust, gered heeft. Als dat meisje de politie er bij had gehaald hadden die jongens er met een beetje pech nu nog gezeten. Hongarije was in 1994 niet mals qua drugstolerantie en een kwart eeuw later, in 2019 ook niet. Sterker nog, het is alleen maar strenger geworden. Zero drugstolerance.
Wat je van de strafmaten daar vindt: dat moet iedereen maar voor zichzelf bepalen. Ik vind het persoonlijk nogal fors om iemand tientallen jaren van zijn leven af te pakken voor drugsgebruik, drugsbezit of drugshandel. Moordenaars en verkrachters krijgen in Nederland vaak een stuk minder straf dan een drugscrimineel in Hongarije.
Het huiswerk dat wij van onze school kregen, dat hadden de heren Roelf B. en Gert-Jan N. uit Stadskanaal of niet gekregen, of ze namen het risico op een levenslange gevangenisstraf, in ruil voor een paar duizend euro. Ze werden op het Szigetfestival gesnapt met een kilo pillen, 451 voorgedraaide joints en nog 128 gram wiet. Die ze verhandelden vanuit hun tentje. En ze lieten, ook niet heel erg Slimme Jantje, prijslijsten rondgaan over het festival. En later vond de politie nog 4000 pillen en 15 kilo wiet in hun auto. Dan ben je dus flink het vossie daar.
Dat is wel iets meer dan mijn vroegere schoolgenootjes op hun hoteltafel hadden liggen. Dan ben je of verschrikkelijk naïef of verschrikkelijk dom als je drugs en dan ook nog in die hoeveelheden naar Hongarije meeneemt. Dan ben je hoe dan ook niet het koudste biertje in de koelkast.
Die mislukte drugsdealers hadden nog beter met elkaar de Griekse beginselen voor kunnen doen op het grote plein in Teheran of Kabul, dan hadden ze minder straf gekregen. Of dan waren ze gewoon meteen door zo’n schreeuwende opperimam van een flatgebouw gesmeten of onthoofd, dan waren ze er helemaal snel vanaf.
Nogmaals, ik vind de straf voor het gepleegde drugsdelict buitenproportioneel fors, maar dit hadden ze kunnen voorzien. Net zoals die actrice die laatst werd opgepakt toen ze een echt behoorlijke hoeveelheid drugs ging verhandelen op een festival in Belgie om zich in te leven in de rol voor haar komende film.
Ja, ammehoela. Dat soort damage control, daar trappen ze hooguit en alleen in Nederland in. Lage celstraf of een taakstrafje. Daar zijn ze vanaf een millimeter over de grens allemaal net wat strenger in.
Die ene van die twee gozers, Roelf B., is trouwens een topatleet en sprintkampioen. Maar kennelijk dus geen goeie drugsrunner. Want het moeten gewoon runnertjes geweest zijn. Ze hadden allebei niet het kapitaal om zoveel drugs in bezit te hebben.
Ik ben na 1994 nog vele malen in Budapest geweest, ik ben dol op de stad. Maar de mores en de regels zijn er bepaald anders dan in Nederland en daar moet je rekening mee houden. Budapest is de doopste stad aan de Donau, maar beter zorg je dat je geen dope bij je hebt als de popo komt. Het zijn daar bepaald geen lachebekkies. Ze zijn bij een licht gevalletje van burgerlijke ongehoorzaamheid, zoals door rood rijden of zo, best omkoopbaar maar in het geval van een dergelijke drugsvangst dan hang je.
Deze jongens, van 21 en 22, missen als ze geluk hebben, alleen hun twintiger en dertiger jaren. Dat zijn je tofste jaren! Je holadijee holadijoo jaren! Dan ben je in je prime! Fit, jong en een strak velletje. Uitgaan, drank, seks, reizen, concerten, vriendinnetjes of vriendjes, wat je maar wilt, je gappies, kijken wat je wel en niet wilt in je leven, leren van al je achterlijke fouten, keihard op je bek gaan en opstaan, de hele mieterse bende! Kortom, leren om volwassen te worden. Die periode gaan ze waarschijnlijk missen.
Met een beetje mazzel zijn die boys dus met een jaartje of twintig vrij. Maar het kan ook zomaar zijn dat ze hele oude boys gaan worden in een vieze Hongaarse cel. Het is gewoon geen Nederland waar je een niet zo heel lang cel of een taakstraf krijgt voor een drugsdelict, dat hadden ze zich moeten realiseren. Ik gun het ze overigens niet hoor, laat dat duidelijk zijn, maar ze hebben een risico genomen. Deze jongens hebben met hun bolle reten op een Hongaarse kachel gezeten en Hongaarse kachels zijn heet. Die hebben keihard hun billen gebrand in Budapest. Ze mogen hun zonden overdenken, zittend op de blaren van hun billen, en daar hebben ze, ben ik bang, zeer lang de tijd voor. En dat terwijl er zoveel hetere billen in Budapest te zien zijn.