Rodweek #1: Kwijtschelding

Amsterdam nam afgelopen week afscheid van twee fenomenen waarvan ik er in eentje in het bijzonder betreurde: mijn favoriete sigarenwinkel in de Leidsestraat is sinds zaterdag gesloten. Dik twintig jaar lang haalde ik hier mijn sigaretten en tijdschriften en met de meiden die er werkten had ik een leuke band. Ik was er afgelopen donderdag even met mijn vader en op een paar pakjes Marlboro Light na waren alle schappen al leeg. Welnu, die meuk roken wij niet, dus onverrichter zake en met een melancholiek gevoel liepen we weer verder. Voor het eerst dat ik daar met lege handen wegliep. En voor het laatst. Over een tijdje kan ik op dezelfde plek weer mijn sigaretten kopen, dan zit er zo’n onpersoonlijke AH to Go en koop ik mijn sigaretten bij een puisterige puber die zelf nog niet eens mag roken.

Het tweede fenomeen waar Amsterdam het voortaan waarschijnlijk zonder moet stellen is het scheldende omaatje. Die leerde ik een paar jaar geleden kennen toen ik met de fiets aan mijn hand over de stoep liep in de Utrechtsestraat.
‘Asociale klootzak! Met je fiets op de stoep! Godverdomme!’
‘Mevrouw, ik loop toch…’
‘Ja, houd je grote bek maar! Vuile schoft!’
Het oude vrouwtje liep tierend door en ik bleef een tikje verbouwereerd achter, al zag ik er ook gelijk wel humor in. Ik ging maar even een biertje drinken in Café Krom. Ik raakte aan de praat met wat stamgasten en vertelde wat ik zojuist had meegemaakt.
‘Ah, je hebt Boze Beppie ontmoet’.
Er werd instemmend geknikt aan de bar. Iedereen kende haar in de buurt. Al is ‘kennen’ een groot woord in dezen. Niemand wist eigenlijk iets van haar. Ze kwam vaak op de Albert Cuyp en in de Utrechtsestraat. Sommige mensen dachten dat ze in de Rivierenbuurt woonde. Anderen beweerden weer dat ze van buiten de stad kwam. Niemand wist ook hoe ze heette (niemand durfde het waarschijnlijk ook aan haar te vragen) en dus werd ze ‘Beppie’ genoemd. Beppie spreekt willekeurig mensen op haar manier aan op hun in haar ogen slechte gedrag en hun vermeende gebrek aan opvoeding.

Vorig jaar was mijn tweede ontmoeting met Beppie. Weer waagde ik het om met mijn fiets over de stoep te lopen.
‘Asociale smeerpijp!’ begon Beppie dit keer haar tirade tegen mij.
Ik begon te lachen en daarmee had ik haar toorn helemaal gewekt. ‘Vuile rotschoft! De duivel komt je halen! Smerige rotzak!’

Afgelopen week kwam echter in het nieuws dat Beppie al een tijdje niet op de Albert Cuyp gesignaleerd was op haar dagelijkse uitkafferronde. Het gonsde door de stad. Zou ze, om bij de Albert Cuyp te blijven, De Pijp uit zijn? Is ze een keer tegen de verkeerde uitgevallen? Heeft de duivel haar opgehaald? Niemand wist het.

Een paar dagen later werden ineens alle mysteries rond Beppie ontrafeld. Ze leeft nog. Beppie heet Agaath en nam elke dag vanuit Oegstgeest de bus naar Leiden en van daaruit de trein naar Amsterdam. Haar gezondheid is nogal achteruit gegaan, ze is slecht ter been en ze loopt de twintig meter tegenwoordig in twee minuten. In Oegstgeest kent niemand haar als de scheldende oma en is ze heel stil. Haar tirades bewaarde ze voor in Amsterdam, maar daar zal ze dus vermoedelijk niet meer komen.

De Amsterdamse bevolking heeft kwijtschelding gekregen.

Beelden van Beppie? Hiero.

Leave a Comment.