Bodycount

Body_Count_Album_CoverIn 2082 hoop ik de eerbiedwaardige leeftijd van 105 te bereiken. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zijn de meeste van mijn hersencellen dan wel zo’n beetje weggezopen en zal ik dus zo dement als een aap zijn. Toch durf ik nu al te stellen dat ik dan nog steeds het goede antwoord zal geven als iemand me vraagt wat het voorprogramma van Bodycount op 15 oktober 1994 was: Headswim. Een band die een verpletterende indruk op me heeft achtergelaten. Het is namelijk ‘by far’ de slechtste band die ik ooit op een podium heb gezien. En nou heb ik na 1994 nog duizenden optredens gezien en ik ben de meeste ook allemaal weer vergeten, maar Headswim…. Bohhh…. Wat was dat gênant slecht. Een metalband met een synthesizer. Drieduizend mensen stonden er stil van verbijstering naar te kijken. Toen ze hun laatste nummer aankondigden begon iedereen te juichen. Pijnlijk.

Maar we, mijn gabbertje Jesse en ik, kwamen natuurlijk voor Bodycount, de metalband van mijn grote held ICE T. Hoewel de bijvoeging ‘grote’  niet echt op hem van toepassing is. Hij is een smurf van amper 1.65 hoog. Het titelloze debuutalbum had ik grijsgedraaid en ook het nieuwe album ‘Born Dead’ vond ik een puike plaat. En die band, die in zijn eentje het genre ‘gangstametal’ was, was ineens in Utrecht, in de Central Studios. Central Studios lag (en zal nog steeds wel liggen) in het desolate stadsdeel Zuilen. Een onooglijk oord waarbij vergeleken Geuzenveld/Slotermeer een bruisende en mondaine omgeving is.

Voor vijfendertig gulden werd ik de trotse eigenaar van een zwarte muts waarop in Gotische letters ‘Bodycount’ stond. Vet stoer. Ik zette ‘m gelijk op. Helemaal gangsta met m’n Cypress Hill-hoodie en m’n Bodycountmuts.

Na dat abominabele voorprogramma kwam Bodycount op. Mooseman. D-ROC. Beatmaster V. Ernie C. En ICE MOTHERFUCKING T, BITCH!’ Daaaaamn! We gingen volledig uit onze stekker. We krijsten alle woedende teksten van ome IJs met de dezelfde urgentie mee. Heel gangsta waren we. De toegift was uiteraard het ziedende en zwaar omstreden nummer ‘Copkiller’. We doken vol de pit in en daar gebeurde het: mijn pas aangeschafte stoere Bodycountmuts werd van mijn hoofd getrokken.

Pas op het station zagen we de gozers die we van de diefstal verdachten (en die het ook bleken te zijn) terug, maar ze waren met meer en ze waren groter. Dat was kansloos. ‘We pakken je volgende maand wel bij Public Enemy in Amsterdam!’ schreeuwden we nog terwijl zij de ene en wij de andere trein in renden. Ik kan me niet voorstellen dat ons dreigement erg veel indruk heeft gemaakt.  We waren allebei niet erg groot en zo’n zestig kilo schoon aan de haak. Twee gespierde spijkers.

Ik zag Bodycount later nog in Marcanti en in Paradiso. En vanavond staan ze dus in mijn eigen Melkwegwoonkamer! Jesse en ik gaan er weer samen heen, bijna 21 jaar na dato. Eens kijken of we die vuile kaffer met mijn muts op nog tegenkomen, want hij was mooi niet bij Public Enemy! En ik hoop dat ze een iets beter voorprogramma hebben dit keer.

Hoe dan ook: ik heb er zin in!

1 Comments

  1. Ik was er ook, ook zo’n muts gekocht, maar ik heb m nog! ernie c stond bij die merchandise met masker op handtekeningen uit te delen, heb hetkaartje met handtekening ook nog zelfs..

    Reply

Leave a Comment.