Samba

DSCF0061Nee, laat ik daar vooral eerlijk in wezen: mijn makker Pieter en ik hebben wel eens betere ideeën gehad. Twee katten die allebei  niet al te veel op hebben met andere katten drie weken bij elkaar zetten was een slecht idee. Misschien wel het slechtste idee sinds een kennis van mij ooit in een dronken bui op een feestje besloot om WC-papier op te eten in de hoop dat hij de volgende dag zijn hol niet hoefde af te vegen. Toen Samba binnenkwam legde mijn Eva gelijk even haar huisregels  uit en vloog onze gast in de haren. De meiden zijn beiden getooid met dezelfde zwart-witte kleurcombi, dus ineens rolde er een zwart-witte krijsende kluwen door mijn huiskamer.

Pieter en ik zagen het aan met een biertje in de hand.
‘Ach, als je over drie weken terug bent zijn het vast goede vriendinnen’, zei ik tegen beter weten in, voornamelijk om mezelf moed in te spreken. Eva is namelijk nogal territoriaal. Haar territorium strekt zich ongeveer uit van waar zij op dat moment staat, zit of ligt tot alles wat binnen haar gezichtsveld ligt. Dus als er aan de overkant van ons huis iemand de was staat op te hangen dan kan dat zomaar Eva’s toorn wekken. Naar de glazenwasser gromt ze altijd, maar ik heb dan ook een heel erg lelijke glazenwasser. De buurtkatten durven ons dakterras nog amper te passeren, want Eva heeft ze allemaal al eens een niet mis te verstaan pak rammel gegeven. Zo af en toe passeert er een nieuwe kat die Eva’s regels nog niet kent, maar die leert het doorgaans snel af om ons dak nog eens te betreden.

Toch hadden de dames na een paar dagen ruzie een soort compromis gevonden om elkaar zo min mogelijk te zien. Eva verbleef veel op mijn slaapkamer en in de woonkeuken en Samba verbleef veel op de andere slaapkamer en in de huiskamer. Af en toe een beetje naar elkaar blazen tijdens het passeren, maar daar bleef het bij. Een soort gewapende vrede.

Over één locatie van mijn huis hadden de dames kennelijk nog geen afspraken gemaakt: mijn balkon. Dat bleek toen ik op een donderdagnacht rond 2.30 terugkwam uit de kroeg. Ik hoorde vervaarlijk gekrijs van het balkon. Eva aan de ene kant en Samba op de rand van het balkon aan de andere kant. Ik deed de deur open om Eva op te pakken, want ik wilde niet dat de buren last hadden van deze vete. Samba schrok. En lazerde pardoes van twee hoog over de rand naar beneden.

Ik was in een klap broodnuchter. Want hoe moest ik dit nou weer oplossen? Ik belde aan bij de benedenburen maar die deden niet open om 2.30 ’s nachts, dus ik ben maar gaan slapen. De volgende dag rond het hele blok (een kleine honderdveertig benedenwoningen weet ik nu eindelijk na de 16 jaar die ik in mijn woning woon) briefjes in de bus gegooid. In de twee weken die volgden heb ik ook vele nieuwe buren leren kennen die mij belden of aanspraken dat Samba was gesignaleerd. Zo weet ik nu ook dat er op de Admiralengracht al jaren een oud vrouwtje woont die voor de binnentuinkatten zorgt. Maar Samba hield zich voornamelijk op in een bepaalde tuin, schuin onder mijn woning, dus ik zorgde elke dag dat daar haar voedsel stond.

Na twee weken werd het tijd voor concrete actie, want mevrouw liet zich niet vangen. Via de stichting Amsterdamse Zwerfkatten leende ik een vangkooi. In die kooi stop je eten, de kat loopt naar binnen en de kooi valt dicht. Het enige risico was dat ik er een paar keer een vreemde kat mee zou vangen, want de binnentuinjungle in mijn blok is druk bevolkt met katten. Een kattendorp midden in de grote stad.

Woensdag 13 juli werd ik wakker. Met mijn slaperige hoofd liep ik naar het balkon des onheil, keek schuin naar beneden en godverdomme JA! Kat in het bakkie! Ik kon aan de tekening op haar hoofd zien dat de juiste kat in de juiste kooi was gelopen. Ik moest weliswaar nog acht uur wachten tot mijn  benedenburen terugkwamen van hun werk, maar de kat kon nergens meer heen!

De volgende dag is Samba weer teruggegaan naar haar vertrouwde huis aan de andere kant van de stad. Ik opgelucht en Pieter opgelucht. Meer dan opgelucht. Er waren die dag sowieso twee blije Eva’s op de wereld. Pieter zijn vrouw omdat Samba weer gevonden was en mijn ‘gastvrouw from hell’ Eva omdat ze haar territorium weer helemaal terug had.

Eind goed al goed. En nou ben ik allesbehalve een danser, heb ik de souplesse van een blok beton en het ritmegevoel van een zieke kameel, maar toen ik die kat weer terug had gevonden danste ik toch even de Samba. Verbazingwekkend soepeltjes, overigens.

Leave a Comment.