Dikke Dennis

unknownAugustus 2002. Alweer voorzichtig nippend van het eerste biertje wachtten we op Lowlands in de Charlietent op de opkomst van Peter Pan Speedrock die aan het begin de middag al moesten spelen. Rockende herriemakers uit Eindhoven. Maar de grootste herriemaker is hun ‘mascotte’, zoals hij liefkozend wordt genoemd: Dikke Dennis, tatoeëerder en brulboei uit de Jordaan. Hij kwam met een bloedende cokeneus op het podium en krijste zijn Mötörhead-cover ‘Schoppen Aas’ de tent door.

Wat een maniakale gek, dacht ik….

Ik kende Dennis niet persoonlijk, maar ik ken veel mensen in het Amsterdamse nachtleven en dus ook mensen die hem wel goed kenden. En zo ‘kende’ ik Dennis vooral van de vele verhalen die er over hem de ronde deden. Vooral woorden als coke, geweld en een fout naziskinhead-verleden kwamen in die verhalen vaak voor. Wonderlijk overigens dat dat nu zo’n rel is geworden bij ‘Sterren Springen’: dat niemand op de redactie iets wist over zijn naziskin-verleden is op zijn zachtst gezegd ‘apart’ te noemen. In Amsterdam was dat namelijk algemeen bekend en Dennis heeft er zelf ook nooit geheimzinnig over gedaan…. Nog wonderlijker vond ik dat het ‘nieuws’ gebracht werd door de krant die zelf fout was in de oorlog.

September 2002: het leven lachte me flink toe in die dagen. Ik was uit honderd andere jongemannen gecast om in een Heinekenreclame voor de Britse markt te spelen. Die reclame werd opgenomen in Canada, Vancouver, en naast mij zouden er nog andere twee Nederlanders in spelen. En jawel, een van de twee was Dikke Dennis. Dennis bracht een vriend naar de casting toe en werd prompt zelf uitgekozen. Ik weet nog dat ik niet helemaal goed wist of ik het nou leuk moest vinden of niet. Ik had mijn twijfels over hoe het zou zijn om een week met een ongeleid projectiel op pad te gaan.

Op Schiphol begon het eerste gedoe al omdat Dennis nog wat boetes had openstaan die eerst betaald moesten worden alvorens hij door de douane heen mocht. En nadat dat was geregeld bleek in het vliegtuig dat Dennis en ik niet naast elkaar zaten. Een vrouw zat op de stoel naast de voor mij gereserveerde stoel. Dat loste hij op geheel eigen wijze op.
‘Mevrouw, u zit daar’, en hij wees naar een stoel een paar rijen achter waar de vrouw had plaatsgenomen.
‘Nee hoor, mijnheer’, antwoordde de vrouw ‘Ik zit hier.’ Ze liet haar boardingpass zien.
‘Nee, u zit daar!’ en Dennis gaf de vrouw een blik die haar deed besluiten om toch maar te verkassen. Zij het met frisse tegenzin.

De vlucht duurde negen uur en in die negen uur hebben Dennis en ik vreselijk zitten keten, lachen en moppen zitten tappen. Met betraande ogen en kramp in m’n kaken van het lachen liep ik het vliegtuig uit. We werden opgewacht door mensen van Heineken en die zagen ons al van ver lachend en gierend aankomen. Ze keken bezorgd, ook omdat ze de andere passagiers al half overspannen uit het vliegtuig hadden zien komen.  Toen Dennis en ik samen in de auto ook nog ‘Ik ben Gerrit’ van Gerrit Dekzeil begonnen te zingen wisten ze helemaal niet meer hoe ze het hadden.

We kwamen aan bij een copieus hotel op de kruising van Burrard en Robsonstreet. Enorm chique en daar kwamen Dennis en ik binnen. Ik in een shirt waar de mouwen vanaf waren gescheurd en Dennis in een shirt van waaronder zijn rijk beschilderde buik met portretten van Johnny Jordaan en Willy Alberti vrolijk uit bubbelde. De receptioniste keek ons vorsend aan. Zitten deze schooiers in ons chique hotel? Jazeker. De productiecrew maakte de reservering in orde en even later had ik een enorme suite op de vijftiende verdieping waar ik mocht roken. Dennis had een niet-rokerkamer op de vijfde.

Om de week door te komen kregen we ieder vast zeshonderd dollar zakgeld. Konden we wat van eten. Dat was bonus, we wisten niet dat we dat kregen, dus mooi meegenomen. Dennis en ik liepen direct naar de platenzaak om de hoek die we vanuit de auto al gespot hadden. En vervolgens gingen we even stevig uit eten. Of dat wil zeggen: ik at een bordje patat en een steak en Dennis nog veel meer daarvoor en daarna. Dikke Dennis heet niet voor niets Dikke Dennis, voor die naam heeft hij hard gewerkt. En dat ze aan de andere kant van de oceaan niet al te moeilijk doen over het gratis hervullen van grote bekers cola beviel Dennis ook wel.

Al met al heb ik een fantastische week gehad met die bolle. We hebben veel gepraat, ook over dat veelbesproken verleden van hem waar hij toen al lang klaar mee was, maar we hebben bovenal veel gelachen, ook tijdens de opnames van dat reclamefilmpje. Die is  meerdere keren stil gelegd omdat Dennis en ik soms echt moesten huilen van het lachen. Dolle pret. Al heb ik ook nog een beeld op mijn netvlies wat ik niet per sé had hoeven hebben. Toen ik op zijn kamerdeur klopte om te vragen wat zijn plannen voor de dag waren hoorde ik eerst een bad leeg lopen en vervolgens ging de deur open. Stond Dennis daar in zijn blote reet. ‘Hey Rod! Kom binnen man! Ga lekker effe TV kijken op bed of zo. Ik kom er zo aan!’ Daar lag ik dan in een poepchique hotel op een bed,TV te kijken terwijl een ondergetattoëerde kolos van pak’ m beet 180 kilo naakt door de kamer liep…. Gelukkig deed hij uiteindelijk toch wat aan en gingen we weer op onze dagelijkse ronde. Hij voornamelijk om te vreten, ik om wat te drinken. Drank en drugs deed hij niet in Canada. ‘Blij dat ik even een weekie vrij ben’, zei hij dan. Hij vertelde wat hij in Amsterdam dagelijks door zijn neus roste. Dat was op jaarbasis een aardige IRT-container vol….

Sinds die tijd kom ik Dennis af en toe tegen. Bij zijn tattooshop in de Jordaan, bij concerten in de Melkweg en we hebben samen ook nog eens in een popquizteam gezeten. Een jaar of vier geleden zag ik hem op de brug van de Melkweg twee sigaretten tegelijk roken. Wat sowieso raar is, maar nog raarder was dat Dennis helemaal niet rookte. ‘Nu wel’, zei hij. ‘Niemand begint op z’n vierenveertigste met roken, dan moet ik het maar doen.’  Twee tegelijk dus ook maar meteen, anders is het niet origineel.

En tegenwoordig springt Dennis dus van duikplanken met bekende Nederlanders en is hij gestopt met drank, sigaretten en drugs. En wat mensen ook van hem vinden: ik vind hem een aardige gozer met het hart op de goede plek. Hij is een gabber van me. Je hoeft iemand zijn jeugdzondes niet zijn leven lang na te dragen. Anders kunnen we over ‘de krant van wakker Nederland’ ook nog wel wat fijne herinneringetjes ophalen uit de tijd die we op 4 mei herdenken.

En voor degenen die de reclame van Dennis en mij nooit hebben gezien en daar toch nieuwsgierig naar zijn, doe maar even hiero klikken.

Leave a Comment.