Rodweek 221 Bert Visscher



Humor is als eten. Smaken verschillen, zo is het nou eenmaal en in sommige smaken zijn er nou eenmaal geen compromissen mogelijk. Neem koriander. Je vindt het heerlijk en smaakverrijkend of je vindt het totaal niet te hachelen. Ik ken mensen die al over hun nek gaan als er ook maar een nanogram koriander door de maaltijd zit. Ze vinden het naar zeep smaken. Dat schijnt genetisch bepaald te zijn. Ik ben van team koriander, voorzitter van de fanclub. Je kunt mij begraven in koriander. Vandaar dat ik het in Thailand op culinair gebied uitstekend naar mijn zin had. En over Thailand gesproken: de hoofdstad Bangkok. Of je vindt het een groot stinkend overbevolkt mierennest met veel te veel toeristen of je vindt het geweldig. Daar zitten weinig grijstinten tussen. Ik behoor als cityboy tot de groep van Bangkok-lovers en heb zelfs wel eens overwogen om er een maand of drie te gaan wonen, al zie ik dat niet meer zo snel gebeuren.

En van Bangkok naar Bert Visscher is het natuurlijk maar een kleine stap. Ook voor deze cabaretier geldt de zwart-witte gedachtegang dat je hem ongelooflijk grappig vindt of dat je niet naar hem kan kijken zonder je kapot te ergeren aan hem. Ik behoor tot de tweede categorie. Zodra ik ook maar een glimp van hem op TV zie schakel ik in blinde paniek naar elke andere willekeurige zender over. Als ik hem maar niet hoef te zien. Ik vind hem een veel te drukke gekkebekkentrekker en ik kan me niet herinneren dat ik ooit om een grap van hem heb gelachen. Misschien zal de beste man heus eens een leuke grap hebben gemaakt, maar zoals een overdosis aan pepers in een maaltijd voor mij de smaak bederft, zo overheerst de ergernis om zijn drukke performance bij mij en dan kan ik ook om geen enkele grap van hem nog lachen. Vergelijkbaar met die Amerikaanse acteur, Jim Carey, ook zo’n vreselijke gekkebekkentrekker die mij de mondhoeken vrijwel nooit ook maar een beetje naar boven doet krullen. De enige die in mijn bijzijn ongelimiteerd gekke bekken mag trekken en die ik dan ook echt grappig vindt is mijn goede vriendin Mutriba.

Maar ik ken dus ook hele volksstammen die bijkans maagkrampen van het lachen krijgen zodra de heer Visscher alleen al het podium betreedt. En met één lid van die volksstammen woon ik dus samen. Mijn meisie vindt hem echt onbedaarlijk grappig. Zo grappig dat ze zelfs vanavond naar Carré gaat om zijn show te zien. En nou heb ik veel voor mijn Mootje over, ik loop desnoods naar de andere kant van de stad om haar favoriete noedelsoepje te kopen als de liefste daar trek in heeft, maar ze krijgt me werkelijk met geen tien paarden mee naar Bert Visscher, dus ze gaat in haar eentje en ik weet zeker dat ze het ontzettend naar haar zin gaat hebben en straks weer schuddebuikend van het lachen thuiskomt. Een van de weinige vormen van humor waarin onze smaken verschillen, want doorgaans lachen we om dezelfde humor. Misschien ligt het aan mij dat ik Bert Visscher niet grappig vind. Of het is genetisch bepaald. Dat kan natuurlijk ook.

Vrouw dus nu in Carré, ik gaf haar net een kus en wenste haar veel plezier. Ik ga vanavond lekker koken. Misschien wel iets met koriander.

Leave a Comment.