Rodweek 211 Kretenzer Klootzakkendagen (2)


Gisteren op dag 2 gingen we even langsklootzakken bij onze vrienden Babis en Nektaria, die een camping en een restaurant bestieren aan de rand van het dorp. Even de bush bush door en je bent er. Babis’ motto is ‘never trust a skinny cook’ en hij doet zijn motto eer aan. Babis is ook een bijzonder genereuze kok. Wie bij Babis met honger de deur uitgaat moet een koe zijn, iemand met vier magen. Het eten is er belachelijk lekker. En belachelijk veel. Nektaria bestiert de bar en zij schenkt de lekkerste raki in town. Die raki krijgen we altijd na afloop en ze drinkt graag een glaasje mee met ons. Nektaria gelooft ook heilig dat raki overal goed voor is. Ziek? Raki. Wond? Raki. Poot gebroken? Raki. Ze zijn onze favoriete Griekse ‘moordenaars’ omdat we daar altijd zo vol van alles weglopen dat het lijkt of ze een moordaanslag op ons hebben beraamd.

Vandaag is de derde dag van de vakantie en even als de twee dagen daarvoor viert de lethargie hoogtij in ons kleine appartement. We zijn zo lui als onze katten. Ik heb slakken gezien die er een hoger leeftempo op nahouden dan wij. Wij behoren qua leeftijd tot de jongeren in dit ouwe lullen-oord, maar ik denk dat de meeste grijskopjes een stuk actiever zijn dan wij. Ook vannacht hebben we weer tien uur geslapen. Iets waar we in Amsterdam nooit aan toe komen. We hebben het kennelijk echt even nodig.

Eenmaal wakker en bereid om op te staan gooi ik een staart in mijn immer ontplofte ochtendkapsel, doe een petje achterstevoren op mijn hoofd, schiet in een basketbalshirtje, een korte broek en een paar slippers en dan ga ik aan de wandel. Luchtje op en gaan. Ontbijt hadden we nog liggen, dus ik hoefde alleen cola, fanta en water om koffie en thee mee te maken te kopen. En wijn natuurlijk. Even een rondje door het dorp, hier en daar even gedag zeggen en met de zojuist aangeschafte liquide middelen weer het trappetje de berg op. 82 ongelijke treden. Ik heb ze geteld. En dan nog 17 treden naar ons appartement. Ach, we zijn wat gewend: wij wonen in Amsterdam op vijf hoog zonder lift: 68 treden. Wij vergeten dus niks als we boodschappen moeten doen. Bovendien is het trappenlopen even geen sinecure voor mij omdat ik vorige week een knieblessure heb opgelopen. Dus ik vergeet echt niks.

Na het ontbijt, een croissant met onze zelf meegebrachte Tynjetalerkaas (onze favoriete kaas, absolute aanrader, we nemen het ook mee voor onze Griekse vrienden: sterker nog, we komen het dorp niet eens meer in zonder!) maar weer even op bed liggen. Mo las de nieuwe Linda en ik die van de vorige maand. Luister piemelepoges die daar om lacht: ik ben 47 en alle schaamte allang voorbij. Ik lees de Linda, OK? Gewoon een mooi blad, Mo is een abonnee. Mo wil haar Linda’s soms wel eens weggeven, maar dan moet ik er soms even voor gaan liggen omdat ik de laatste nog niet gelezen heb.

Na het lezen der Linda’s een paar potjes Yathzee . We spelen altijd het hele blaadje, dus alle zes kolommen tegelijk. Een uurtje per potje. Paar glaasjes wijn erbij en het is zomaar ineens 16.00.
Het is inmiddels 17.00. We zijn allebei net gedoucht. We klootzakken de dag dus weer aardig door. Normaal heeft een van ons altijd wel een soort van stellig idee over wat we willen eten in de avond, maar we hebben nu eigenlijk allebei nog geen idee.

We gaan zo naar het strand waar onze amigo Jorgos in een strandtent werkt. Nog steeds geen idee wat we gaan eten, maar dan klootzakken we daar lekker verder.

1 reactie

Leave a Comment.