Ik schrik wakker van een hysterisch gekrijs en ik hoor dingen van de vensterbank vallen. Eva, een mijn katten, zit woest zwiepend met een dikke staart en dus luidkeels krijsend in de vensterbank. Ze is des duivels. Op zo’n moment weet ik zonder op de klok te kijken hoe laat het is: dan zit de grote rode Perzische kat van een van mijn buurtgenoten voor ons slaapkamerraam. Slaapdronken stap ik mijn nest uit, loop naar het raam, kijk en inderdaad, de rooie zit daar.
Erg veel doet ie niet, behalve een beetje uitdagend naar Eva kijken, maar het is genoeg om Eva in alle staten te brengen. Eva is bijzonder waaks. Ze gromt ook altijd naar de glazenwasser als die onze ramen staat te lappen, al moet ik er ook bij zeggen dat wij niet de knapste glazenwasser ter wereld hebben. De ruzie met de buurtkat gebeurt vaker. Soms doet de rooie overigens ook vervelend. Die zit dan te blazen en tegen het raam te slaan. Dan is Eva helemaal niet meer te houden. Maar nu zit de gingerpers slechts naar haar te kijken, op haar territorium. Eva loopt met vuurspuwende ogen heen weer over het vensterbank. Ze heeft in haar nietsontziende woede tot dusverre het lenzenbakje van mijn vriendin, twee tijdschriften en een wekkerradio van de vensterbank, door het trapgat naar beneden gesodemieterd.
De vorige keer dat deze ‘beef’ met de buurtkat aan de hand was gooide ik het raam open en liet ik Eva naar buiten gaan om het dan maar samen uit te knokken, maar toen ging ze alleen maar heel vervaarlijk naar de rooie Pers miauwen vanonder een bankje en de rooie durfde ook niets te doen. Daar moeten we dan de oorlog mee winnen… Het deed me denken aan de tijd dat ik met Ajax overal mee naar toe reisde en stoerdoenerige hooligans dan heel flink tegen elkaar zag doen en naar elkaar zag schreeuwen. Al dat soort ‘helden’ hadden vaak alleen een grote bek achter het hek. Eva heeft ook vaak een grote bek achter het hek, een hoolicat. Of achter het raam dan in haar geval. Zo doet ze van achter haar veilige raam ook altijd erg stoer tegen de vogels die op het dak landen. Maar toen er onlangs even twee grote vogels achteloos landde op het balkon waar mevrouw net van haar lentezonnetje lag te genieten wist ze niet hoe snel ze weer door haar kattenluikje naar binnen moest vluchten. Nee, erg streetwise is mijn lieve huistijgerin niet voor iemand die bijna haar hele leven in Amsterdam-West woont. Al is haar Amsterdam-West dan natuurlijk beperkt tot een aantal balkons waar ze op kan en de daken van het blok waar wij wonen.
Ondertussen zit de rooie nog steeds Eva uit te dagen en hij begint nu ook te blazen. Eva ontsteekt in een nog grotere razernij, krijst nog harder en slaat woest met haar pootjes tegen het raam. De situatie begint grimmiger te worden en escalatie dreigt. Ik besluit dat het tijd is voor wat rust in huize Rodzooi, want ik wil eigenlijk nog even slapen. De rooie, van wie ik denk dat ie thuis een soortgelijke lieverd is als mijn Eva, moet hier weg, want eerder wordt het niet rustig. Ik geef met de vlakke hand een tik tegen het raam. De rooie schrikt daar wél van en rent weg. Eva kalmeert langzaam. Ik aai over haar borstkasje en voel een hartje dat er bijkans uitbonst.
Ik stap weer terug mijn bed in en zet de wekker op mijn telefoon nog een uurtje verder. Even later springt Eva op mijn borst en gaat daar luid spinnend liggen, haar gezichtje naar dat van mij toe. Ze kijkt me tevreden aan. Haar blik zegt: ‘die klus hebben we toch maar mooi geklaard samen….’ En zo vallen we samen in een vredige slaap.