Rodweek 71 New York Nieges

Het is godverdomme ook weer precies mijn geluk. Al jaren droom ik van een reis naar New York en dit jaar zou het er dan van moeten komen. Dat kon namelijk prima. Vorig jaar juni bracht ik samen met Robbert Tilli het boek ‘En Johan zag dat het goed was’ uit en zowaar: het verkocht nog behoorlijk lekker ook. De uitgever betaalt de royalty’s één keer per jaar uit, in april. Dat betekende in ons geval dus dat we bijna een jaar moesten wachten op ons geld. Ik vond dat wel prima. Dan kon ik het geld tenminste niet opmaken aan allerlei onzin, want ik ken mezelf, zodra ik geld in mijn handen heb dan wappert het er net zo makkelijk weer uit, dus beter dat de poet even een jaar voor me bewaard werd. Maar zodra het geld dan binnen zou zijn kon ik mijn droomreis boeken.

Ik had de reis al helemaal gepland in mijn hoofd. Eerst twee dagen Reykjavik, gewoon omdat het kan en omdat ik nog nooit in IJsland ben geweest. Kan ik toch weer even een landje afvinken. Vanaf daar een dagje of tien naar ‘The Big Apple’ en vanaf daar nog even twee dagen aftoppen in Glasgow, waar ik ook nog wat verleden heb, en dan terug naar Amsterdam. Ik had de route al helemaal in mijn hoofd en ik had ook al goed betaalbare vluchten voor het gewenste traject gevonden.

En toen werd het dus 15 maart 2020 en brak de Corona-gekte definitief uit. Wereld op slot: daar ging mijn reis. Dus straks heb ik dus die zak met geld op mijn rekening, maar daar zal een gedeelte van opgaan aan het compenseren van de inkomsten die ik deze weken misloop, al word ik grotendeels wel doorbetaald, maar dat Corona-gelul kost iedereen natuurlijk sowieso geld.

Ooit scheet er, terwijl ik op de fiets zat, eens een duif op mijn porem, echt vol. De stront droop van m’n gezicht. Dat beest had de diarreekramp of zo of slechte shoarma op De Dam gegeten. En nu kakt er geen duif, maar de duivel onbarmhartig in mijn smoel. En ik weet ook wel: de Corona-crisis  gaat natuurlijk niet om het reisje van Rijsdijk en zijn er ontelbaar veel mensen die vele malen harder door deze ellende worden getroffen dan ik, maar toch voelde het even behoorlijk klote. Heb ik het geld eindelijk, kan ik er niet heen.  Gewoon even een baalmomentje. Al vertelde één van mijn vrienden dat NYC in het najaar veel lekkerder is en dat dan bovendien ook de World Series van het honkbal bezig zijn. Dus hopelijk dat ik tegen die tijd die kant op kan. Ik wil die stad zien, voelen, ruiken en proeven.

Want ja, wat heb ik met New York? Ik ben er dus nog nooit geweest. Maar het is een stad die mij al mijn hele leven fascineert. Op het gebied van muziek, films, series, straatkunst en sportcultuur ligt daar een waslijst aan dingen die mij mijn hele leven al hebben geïnspireerd in mijn culturele smaak. En ik wil de vibe van de stad voelen. Naar een honkbal of basketbalwedstrijd. Naar CBGB’s waar The Ramones hebben gespeeld. Naar legendarische Seinfeld-plekken (The Soupnazi!). Naar de bakermat van de hiphop. Waar speelde Grandmaster Flash, KRS-ONE en The Beastie Boys? Graffiti kijken. En nog veel meer. Ik ben een stadsjongen, gek op grote steden, op mierennesten waar altijd wat te doen is. Dol op een stad die nooit slaapt, zoals Frank Sinatra ooit over New York zong. Godskolere. Ik had er zo’n godvergeten zin in, dat je er plakken van kunt snijden.

Het mag dus voorlopig niet zo wezen. Voorlopig hangt de nieges om mijn New York-reis. Maar het komt goed. New York blijft nog wel even liggen waar het ligt. Die reis gaat er komen. New York was vroeger New Amsterdam. Staat ook nog steeds op het stadhuis. Maar ik blijf dan dus voorlopig lekker in mijn eigen Oud Amsterdam. En zodra we weer lekker zonder restricties naar buiten mogen is dat natuurlijk ook geen straf.

Leave a Comment.