Rodweek 177 Van Budapest tot Binnenhof

Afgelopen week waren mijn vriendin en ik in Budapest, Hongarije. Sinds mijn eerste stappen in de Hongaarse hoofdstad in 1994 ben ik er zeker een keer of dertig geweest. Ik hou heel veel van die stad. Of ik er ooit zou willen wonen? Geen haar op mijn rijkelijk begroeide hoofd die er aan denkt. Waar Nederlanders vanuit de onderbuik nogal eens klagen dat ze in hier een dictatuur leven: ga maar eens een tijdje in Hongarije wonen. Hongarije is op papier een parlementaire democratie, maar in de praktijk een dictatuur waar de ijzeren knoet van de rechts-extremist Viktor Orban regeert.

Als Westerse toerist die er maar even is heb ik daar, zolang ik mij netjes gedraag, geen enkele last van. Hoewel ik in Nederland goed kan rondkomen, maar ook weer niet puissant rijk ben kan ik in Hongarije met mijn westerse portemonnee een vorstelijk leven leiden.

Dat is dus niet de dagelijkse realiteit van de gemiddelde Hongaar die voor een hongerloontje werkt. De boodschappen kosten er ongeveer de helft van wat het in Nederland kost, maar als je vier keer zo weinig verdient dan hoef je geen hogere wiskunde te hebben gestudeerd om te weten dat het voor veel mensen echt sappelen geblazen is. In Hongarije zijn zaken als armoede, verslaving, criminaliteit, corruptie en slechte gezondheid dan ook veel meer aan de oppervlakte dan in Nederland. Veel zichtbaarder. En mensen kunnen er geen fuck tegen doen. Ze hebben niks te zeggen. Vooral voor jonge mensen is het leven er tamelijk uitzichtloos. Dat verklaart ook dat je niet overal even vrolijk en heppie-de-peppie wordt behandeld in een winkel of in een café. Veel mensen daar leiden gewoon een zwaar leven. Hongarije is geen Derde Wereld-land, maar zeker dik Tweede Wereld. Vraag een Hongaar naar het mooiste gebouw van Budapest en je zal als antwoord krijgen: het parlementsgebouw langs de Donau. En dat is ook echt de parel van de stad. Dezelfde Hongaar zal je daarbij ook toevertrouwen dat het gebouw van binnen het meest verrotte gebouw van het land is. Niet omdat het slecht onderhouden is maar vanwege de walgelijke regering die erin zit.

Kijkend naar en vergelijkend met Hongarije hebben wij het hier echt niet zo heel slecht als we weleens denken. Bij ons in Nederland is de regering incompetent, klungelig, onnozel, gek en zijn sommigen een parodie op een politicus, maar die eikels kiezen we zelf! En al jaren kiezen ‘we’ voor dezelfde sukkels. Met hier en daar nog wat clowneske partijen erbij die voor spek en bonen mee mogen blaten. En we hebben zo idioot veel smaken in partijen dat ik na de vorige verkiezingen een baard tot op de grond had kunnen hebben voordat er eindelijk een coalitie was. Want die wil niet met die en die sluit die uit als die meedoet en bladibladibla. We lullen wat af hier in dat gekke landje van ons. Maar wat we van die pannekoeken die ons regeren ook mogen vinden: Nederland is, hoewel ze ons van alles proberen op te leggen, geen dictatuur. We hebben deze lamballen zelf gekozen om ons te vertegenwoordigen. En dan kun je het eens zijn met de uitkomst of niet (ik voel me al jaren totaal niet vertegenwoordigd in deze regering): dit is de deal.

En terwijl ik dus even kort op vakantie was in het land van Orban klapte op het Binnenhof in Den Haag de regering uit elkaar. En Mark Rutte, samen met Orban de langstzittende premier van Europa, houdt het voor gezien. Nadat we eerst nog even een maand of vier demissionair gaan lopen te leggen te hannesen.

Ik hoop dat we verstandig gaan kiezen in november. Dat vier regeringen Mark Rutte ons land totaal niets hebben gebracht zou te denken moeten geven. En het lijkt me een goed idee dat we, hoewel de onvrede in het land groot is, ook elkaar eens wat minder de maat gaan nemen.

-Niet elke VVD-er is een empathieloze rechtse lul met teveel geld
-Niet elke SP-er is een blowende steuntrekker
-Niet elke PVV-er is een domme racistische boze witte man of vrouw
-Niet elke D66-er is zo koud als Kaag
-Niet elke Partij voor de Dieren-stemmer is een boomknuffelende veganist
-Niet elke BIJ1-stemmer is een militante verpester van de Nederlandse cultuur
-Niet elke PvdA-er is een VVD-light-achtige salonsocialist
-Niet elke Groen Links-stemmer is een extreem-linkse activist
-Niet elke CDA-er is een ouwe sufkut met een Gaastra-jas
-Niet elke FvD-er is een complotdenkende en boreale rassentheorie-verspreidende antivaxxer
-Niet elke Christen Unie-stemmer is een over-religieuze fatsoensrakker die alles wil verbieden
-Niet elke BBB-er is onderbuikstemmend klootjesvolk.

Behoudens de bovengenoemde stereotypes die er altijd binnen de partijen zijn hebben een hoop mensen uiteenlopende redenen om op ‘hun’ partij te stemmen. Laten we ook eens kijken waarom mensen stemmen zoals ze stemmen en op basis daarvan de dialoog aangaan in plaats van elkaar maar de hele tijd vanuit de ideologische loopgraven te beschieten. Hoeveel we ook op elkaar schieten: het schiet niet op en aan het einde is iedereen boos op elkaar. Oh ja, en als we het niet met elkaar eens zijn gaan we mensen met de dood bedreigen. Dat is ook heel hip tegenwoordig. Laat die achterlijke trend ook eens stoppen.

Begrijp me goed: ik ben het met heel veel zaken in ons land totaal oneens. Maar dan ook echt totaal. En van dat hele zooitje in Den Haag mag minimaal tweederde wat mij betreft Rutte en Kaag achterna. Maar geloof mij, mensen hebben hier burgerrechten waar ze in Hongarije natte dromen van hebben.

De fysieke afstand tussen het Parlementsgebouw in Budapest tot het Binnenhof in Den Haag bedraagt een kleine 1400 kilometer. De politieke afstand is echt nog lichtjaren verder.

Beste Josep Guardiola,

pond-tekenHet was mijn grote voetbalheld, Marco van Basten, die zich ergens begin jaren negentig in een interview liet ontvallen dat een bijstandsuitkering ‘een tonnetje’ was. San Marco dacht echt dat mensen met een uitkering 100.000 gulden kregen. Een held op het veld dus, maar de realiteit van wat zich buiten het stadion afspeelde was hem volkomen vreemd. Dat hij een behoorlijk scheve kijk op de samenleving had (hopelijk is hij nu iets wereldwijzer) is natuurlijk ook niet zo vreemd. Een voetballer als hij verdiende buitensporig veel geld bij AC Milan en werd omringd door andere jetsetvoetballers die ook belachelijk veel geld verdienden. En in Lires leek het  nog veel  meer, dus onze Marco was het overzicht wellicht een beetje kwijt. Met de ‘gewone’ Italiaan kwam hij slechts in aanraking als hij daar een handtekening aan moest uitdelen. Lees verder