Rodweek 97 Bril


Ach ja, 1964, dat was nog eens een jaar. Nederlandse jongedames stonden te gillen langs de Amsterdamse grachten toen The Beatles daar, niet in een gele onderzeeër, maar in een rondvaartboot doorheen voeren, en The Rolling Stones, met bandparodist André van Duin in het voorprogramma, braken het Kurhaus af. Ondertussen speelde Ajax zijn slechtste seizoen ooit. De club ontsnapte maar ternauwernood aan degradatie. Dieptepunt was de wedstrijd in de Kuip tegen aartsrivaal Feijenoord (toen nog met ‘ij’ geschreven): Ajax ging er met 9-4 af. In het doel bij Ajax stond Bertus Hoogerman. Bertus zag er bij een aantal treffers op z’n zachtst gezegd niet goed uit. Als een ernstig bijziende perenplukker greep hij de ene na de andere bal mis. Het was nog een (Stevie) Wonder dat de uitslag niet nog groter uitviel.

Sjaak Swart hielp na afloop van de wedstrijd het verhaal de wereld in dat Bertus die ochtend de contactlenzen van zijn schoonmoeder had ingedaan. En hoewel Swart dat dus als geintje bedoelde heeft dat verhaal de arme Hoogerman tot zijn dood achtervolgd en zijn er tot op de dag van vandaag nog mensen die denken dat het een waar gebeurd verhaal is. Neen dus.

Nee, dan André Onana, onze huidige keeper. Die nam dus wel de plaspillen van zijn vrouw in en moet dat vooralsnog bekopen met een lange schorsing. Misschien had Onana even een bril op moeten zetten voor hij een stripje opendrukte. En dat in dezelfde week als dat teamleider Jan Siemerink kennelijk ook zijn bril niet ophad toen hij een vinkje bij de naam van Sébastien Haller moest zetten, dat dus vergat en Ajax zonder zijn duurste spits ooit Europa in moet.

Gelukkig liep het goed af in Lille, al maakte Nico Tagliafico, die wél een bril droeg deze wedstrijd, het nog lastig met die rare terugspeelbal. Hij zag even niet dat er nog een Franse speler tussenzat. Naar verluidt had onze Nico de bril van zijn vrouw op.

Zelf ben ik ook zo bijziend als de pest. Ik moet leven met een handicap van min vijf aan beide ogen. Maar ik draag al een kleine dertig jaar contactlenzen. Brillen staan mij niet. Of ik ben er gewoon te ijdel voor. Mijn visuele handicap kwam voor het eerst aan het licht toen ik een jaar of tien was. Ik kon de sommen en zinnen op het schoolbord steeds moeilijker lezen, maar ik wilde niet toegeven dat ik een bril nodig had. Ik probeerde mijn slechter wordende zicht te maskeren door naar het toilet te gaan en dan, terwijl ik langs het bord liep zoveel mogelijk te onthouden van wat er op het bord stond. Die tactiek werkte uiteraard niet feilloos en hij duurde ook niet lang. Mijn cijfers gingen rap achteruit en dat terwijl ik een goede leerling was. De daling van mijn cijfers was behoorlijk verdacht en dat in combinatie met het feit dat ik steeds dichter bij de TV ging zitten om de ondertitels goed te kunnen lezen, gaf mijn ouders genoeg redenen om mij toch maar eens naar de opticien te sturen. Ik bleek al bijna min twee te hebben en moest aan de bril. Ik kon wel huilen en dat deed ik dan ook. Jongens met brillen waren altijd sukkeltjes en daar wilde ik niet bijhoren.

Daarbij was mijn bril ook nog eens een afschuwelijk lelijk en van elke leuke smaak gespeend ziekenfondsding. Een fantasieloos, gezichtsontsierend onding. Ik schaamde me er kapot voor. Er zijn dan ook weinig jeugdfoto’s van mij met bril te vinden. Ze zijn er wel, maar op de vingers van een door vuurwerk aangetaste hand te tellen. Als er al een foto werd genomen terwijl ik dat ding op had verdween die bril gelijk in het hoesje. Toen ik veertien was ging ik over op contactlenzen en daar ben ik tot op de dag van vandaag nog heel erg gelukkig mee. Al zou ik er wellicht nu toch wel een bril voor ernaast bij willen hebben. Gewoon, voor thuis.

Waar ik wel altijd fan van ben geweest zijn zonnebrillen. Zonnebrillen zijn cool. En gelukkig werden we afgelopen weekend voor het eerst dit jaar gekieteld door de lente, dus dan gaat gelijk die zonnebril op dat hoofd van mij. Vooral zondag was het lekker weer. Mensen zien er meteen vrolijker uit, er wordt weer gelachen, ik zag de eerste rokjes op straat. Zou wijlen Martin Bril afgelopen zonovergoten zondag al tot zijn befaamde ‘rokjesdag’  hebben uitgeroepen?

Geen idee, het is maar door welke bril je het bekijkt.   

En die ouwe Rodzooi heeft ook een nieuw boek uit: ”Het nut van een gebreide condoom”. Bestellen kan via [email protected] of via Facebook Rodney Rijsdijk. Voor €15,- kun je het boek ophalen in Amsterdam-Centrum of voor €19,50 stuur ik de PostNL-duif je kant op.

Bloemen bij de finish

Het is niet de eerste keer dat een ploeg in z’n kampioenswedstrijd door het ijs zakt. En het is ook niet de eerste keer dat het bij Excelsior gebeurd. Vraag maar aan AZ hoe dat in 2007 ging. Voor een klein clubje heeft Excelsior toch een aardige rol gespeeld in de eredivisie dit seizoen. Gewonnen van bekerwinnaar Vitesse, gelijk tegen Ajax en gewonnen van Feyenoord.

Een wonderlijk fenomeen blijft het, kampioenswedstrijden. Ik heb er zelf nooit eentje gespeeld, wegens een totaal gebrek aan talent, maar afgelopen zaterdag was ik bij AFC Zaterdag 1 aan het kijken, die konden ook kampioen worden. Alles klopte: een heerlijk zonnetje, laagvlieger Woudenberg (niet te verwarren met  Woudenstein)  als tegenstander en vaste supporter Sjaak Swart langs het veld. Swart is daar als supporter van het team van zijn kleinzoon. Hij heeft gedurende de hele wedstrijd een coachende rol naar de scheidsrechter: “Hey vuile schimmel, zie je dat dan niet? Blinde, je geeft geeneens free kick! Ongelooflijk!’’ en is nooit te beroerd om wat afbouwende kritiek op de jongens te geven: ‘’Ik ga naar huis, als jullie zo voetballen dan kan ik verdomme net zo goed naar huis!’’ Uiteraard ging hij niet naar huis, dus de scheidsrechter kreeg nog wat gratis adviezen van Mister Ajax: ”Hey dooie, zou je niet eens affluiten? Het is tijd hoor!”  Lees verder

Beste Sjaak Swart,

SjaakSwart75-12_500x331_zps885be52aGefeliciteerd met uw 75e verjaardag! Het was een mooi feestje in het Olympisch Stadion, ik was er bij. U had uw vrienden op het veld, ik kwam een hoop oude bekenden voor en na de wedstrijd tegen in de kroegen rond het Olympisch Stadion. Ouwe gabbers uit zowel de Meer als de Arena. Op het Stadionplein stond voor minstens duizend jaar lik bij elkaar. Wat een tinnef allemaal. Het was bloedgezellig. Na de wedstrijd moest er natuurlijk even een keer of vijftien geproost worden op u en daardoor miste ik helaas net de documentaire over u die werd uitgezonden op RTL. Gelukkig bestaat er tegenwoordig ‘uitzending gemist en kon ik ‘m vandaag zien. Lees verder