Humor is als eten. Smaken verschillen, zo is het nou eenmaal en in sommige smaken zijn er nou eenmaal geen compromissen mogelijk. Neem koriander. Je vindt het heerlijk en smaakverrijkend of je vindt het totaal niet te hachelen. Ik ken mensen die al over hun nek gaan als er ook maar een nanogram koriander door de maaltijd zit. Ze vinden het naar zeep smaken. Dat schijnt genetisch bepaald te zijn. Ik ben van team koriander, voorzitter van de fanclub. Je kunt mij begraven in koriander. Vandaar dat ik het in Thailand op culinair gebied uitstekend naar mijn zin had. En over Thailand gesproken: de hoofdstad Bangkok. Of je vindt het een groot stinkend overbevolkt mierennest met veel te veel toeristen of je vindt het geweldig. Daar zitten weinig grijstinten tussen. Ik behoor als cityboy tot de groep van Bangkok-lovers en heb zelfs wel eens overwogen om er een maand of drie te gaan wonen, al zie ik dat niet meer zo snel gebeuren.
En van Bangkok naar Bert Visscher is het natuurlijk maar een kleine stap. Ook voor deze cabaretier geldt de zwart-witte gedachtegang dat je hem ongelooflijk grappig vindt of dat je niet naar hem kan kijken zonder je kapot te ergeren aan hem. Ik behoor tot de tweede categorie. Zodra ik ook maar een glimp van hem op TV zie schakel ik in blinde paniek naar elke andere willekeurige zender over. Als ik hem maar niet hoef te zien. Ik vind hem een veel te drukke gekkebekkentrekker en ik kan me niet herinneren dat ik ooit om een grap van hem heb gelachen. Misschien zal de beste man heus eens een leuke grap hebben gemaakt, maar zoals een overdosis aan pepers in een maaltijd voor mij de smaak bederft, zo overheerst de ergernis om zijn drukke performance bij mij en dan kan ik ook om geen enkele grap van hem nog lachen. Vergelijkbaar met die Amerikaanse acteur, Jim Carey, ook zo’n vreselijke gekkebekkentrekker die mij de mondhoeken vrijwel nooit ook maar een beetje naar boven doet krullen. De enige die in mijn bijzijn ongelimiteerd gekke bekken mag trekken en die ik dan ook echt grappig vindt is mijn goede vriendin Mutriba.
Maar ik ken dus ook hele volksstammen die bijkans maagkrampen van het lachen krijgen zodra de heer Visscher alleen al het podium betreedt. En met één lid van die volksstammen woon ik dus samen. Mijn meisie vindt hem echt onbedaarlijk grappig. Zo grappig dat ze zelfs vanavond naar Carré gaat om zijn show te zien. En nou heb ik veel voor mijn Mootje over, ik loop desnoods naar de andere kant van de stad om haar favoriete noedelsoepje te kopen als de liefste daar trek in heeft, maar ze krijgt me werkelijk met geen tien paarden mee naar Bert Visscher, dus ze gaat in haar eentje en ik weet zeker dat ze het ontzettend naar haar zin gaat hebben en straks weer schuddebuikend van het lachen thuiskomt. Een van de weinige vormen van humor waarin onze smaken verschillen, want doorgaans lachen we om dezelfde humor. Misschien ligt het aan mij dat ik Bert Visscher niet grappig vind. Of het is genetisch bepaald. Dat kan natuurlijk ook.
Vrouw dus nu in Carré, ik gaf haar net een kus en wenste haar veel plezier. Ik ga vanavond lekker koken. Misschien wel iets met koriander.
Tag Archives: koriander
Rodweek 129 Poezenplaatjes
Wat leuk dat Marc Overmars weer een baantje heeft. In mijn geliefde Antwerpen nog wel. Kan ie mooi als Antwerp in Brussel moet spelen een dickpic met Manneken Pis maken. Maar genoeg over dickpics, laat ik het vandaag eens hebben over poezenplaatjes. Poezenplaatjes. Ik kan op sociale media soms nutteloze momenten besteden aan het kijken naar leuke foto’s van katten. Of van andere huisdieren van mijn vrienden en kennissen. Of mooie vakantiefoto’s. Of kroegfoto’s. Foto’s van de buurtbarbecue. Foto’s van de kinderen van mijn vrienden. Een etentje bij de Chinees. Gewoon leuke foto’s. Een kijkje in het privéleven van mensen die ik in meer of mindere mate ken. Even gluren. Op Facebook zijn we allemaal een beetje voyeur. Mensen kunnen zich, tot zover ze willen, laten zien.
Maar, wat je er vaak bij krijgt: ze kunnen zich ook laten horen of laten lezen. Je krijgt er in sommige gevallen ook uitgebreide meningen en theorieën bij. Want we moeten natuurlijk allemaal weten hoe jij erover denkt. En dat laatste is weleens vermoeiend. Mensen zijn nogal eens geneigd om het open riool dat internet heet vol te kakken met hun meningen. Meningen waarin ik nou niet per se in geïnteresseerd ben. Meningen zijn als anussen: iedereen heeft er eentje maar die moet je niet overal maar te pas en te onpas te gebruiken en douw de inhoud er van zeker niet door m’n strot.
Dat kleutergeleuter op dat internet. Mensen die discussies aangaan met mensen die ze in het echte leven niet of nauwelijks kennen. Ik begrijp dat niet. Waarom moet je de stoere toetsenbordheld uithangen tegen een volslagen vreemde? Ik lees ook wel eens fora, over nieuws of over voetbal. Man, wat een vermoeiende bezigheid is dat. Die mensen hebben echt heel weinig te doen in hun leven, denk ik. Ik geef toe dat ik me er vroeger zelf ook wel eens aan heb bezondigd, maar inmiddels al jaren niet meer. Ik ga me toch niet boos maken om wat Mien uit de Zesde Tuinbloemdwarsstraat of ome Joop uit Koog aan de Greppel over allerlei zaken vinden? Of wat ze van mij vinden. Hou toch op. Wat je vindt moet je naar de politie brengen, leerde ik vroeger altijd.
Maar dan lees ik die fora en hoe mensen, die elkaar nog nooit in het echte leven hebben ontmoet, op elkaar reageren, met het stoom uit de oren, een rokend toetsenbord voor zich en dan denk ik… tja… Het is mooi weer, de zon schijnt. Je kan ook gewoon wat leuks doen. Of moet je de kattenbak niet eens verschonen? Of gewoon weer aan je werk gaan in de baas z’n tijd in plaats van het internet vol te schijten met je meninkjes.
Ook zo vermoeiend: online discussies aangaan met mensen waarvan je bij voorbaat al weet dat je het nooit met elkaar eens gaat worden. Daar ben ik ook al een tijd geleden mee gestopt. Zowel online als in het echte leven trouwens. Ik ga een PVV-er toch niet overtuigen dat er ook best leuke moslims bestaan? Ik ga iemand die niet in wetenschap maar in een gesjeesde dansleraar en Google gelooft niet overtuigen dat Corona wel even wat meer is dan een griepje en geen complot van de regeringsleiders? Ik ga een overtuigd gelovige toch niet overtuigen van mijn mening dat God niet bestaat? Die discussie win je toch nooit. En die ander ook niet van mij. Ergo: het is zonde van de tijd. Ik kan m’n energie wel beter besteden. Wat dat betreft ben ik misschien een wat atypische Nederlander want Nederlanders discussiëren graag zo lang en oeverloos dat de oever op het kokende hoogtepunt van het debat niet eens meer te zien is. Als ”discussie” een gerecht zou zijn, ”discussie-goreng” ofzo, dan zijn Nederlanders veruit de slechtste koks ter wereld: ze koken namelijk elke vorm van discussie compleet tot snot. Waarom zou ik dus mijn kostbare tijd verdoen aan een ellenlange doodvermoeiende online discussie met mensen die, over wat dan ook, een totaal andere voorkeur hebben dan ik?
Zo zijn er twee soorten mensen op de wereld: mensen die koriander door hun eten lekker vinden of mensen die het ontzettend naar zeep vinden smaken. Ik ben absoluut van team koriander! Heerlijk. Dus ik ga iemand die in het andere team speelt van m’n levensdagen niet overtuigen dat koriander helemaal niet naar zeep smaakt, maar dat het echt een smaakverrijker is. Dat win ik dus nooit. En waarom moet ik dat ook willen winnen.
Trouwens, even tussendoor: voor mijn lieve vrinden en vrindinnen van onder de rivieren die dit lezen: het is patat en geen friet, oké? Weten jullie zelf ook best wel, dus dat we het daar in elk geval wel over eens zijn, ja? Duidelijk.
Dit gezegd hebbende: zinloze discussies vind ik dus doodzonde van mijn tijd. Dat betekent niet dat ik de diepgang van een pierenbadje heb. Ik heb wel degelijk een zeer grondige en gefundeerde mening over dingen, maar als ik die zonodig kwijt moet dan vertel ik je die wel in het echte leven, als ik je goed genoeg ken. En als je goede tegenargumenten hebt, ben ik prima bereid om te luisteren en mijn mening bij te stellen. Maar niet op Facebook ofzo. En als columnist geef ik natuurlijk ook wel eens een meninkje. Maar de hele wereld hoeft niet tot in detail te weten hoe ome Rodney Rijsdijk over allerlei zaken denkt. Zo belangrijk is die mening van mij niet. En ik ga dus ook niet de moeite nemen om wie dan ook te overtuigen van mijn veronderstelde gelijk. Daar zijn mijn meninkjes die ik hier en daar spui niet voor bedoeld. Ik ben niet een of andere zendeling van de Rodzooi-kerk die Rods woord even als absolute waarheid komt verkondigen. Pleur op.
Nee, doe mij dan maar poezenplaatjes. Maar dat is mijn bescheiden mening.