Rodweek 214 Buikloop tot pleeloop

Mo en ik gaan eigenlijk niet zo vaak uit eten. En afhalen of bestellen doen we ook niet heel veel. De exorbitante prijzen in veel horeca zijn eigenlijk niet eens de belangrijkste reden dat we dat niet vaak doen. Wij hebben het niet zo slecht. De hoofdreden is eigenlijk dat wij veel van de gerechten die wij lekker vinden zelf beter en lekkerder kunnen maken. Wij vinden kokkerellen allebei ook echt leuk om te doen.

Dus waarom zou ik ergens voor twaalf euro een uitsmijter eten terwijl ik zelf ooit van ome Aart de perfecte uitsmijter heb leren bakken? Mo maakt de lekkerste pasta carbonara (en andere pasta’s) die ik ooit heb gegeten. Dat zijn altijd tienen. Daarvoor hoeven wij echt niet naar een restaurant. Mijn rendang is fameus in mijn vriendenkring, daar hoef ik niet voor naar de toko. Voor de Surinaamse bami van Mo kun je me wakker maken. Ik kan zelf een betere biefstuk bakken dan die ik voor dertig piek in een restaurant geserveerd krijg en mosselen kunnen we allebei fantastisch zelf maken. En daarnaast hebben wij het thuis ook prima naar onze zin. Voor de gezelligheid hoeven we echt niet per se de deur uit.

Af en toe eten we bij ons in de buurt in ‘t Gasthuys. Een gezellig pretentieloos restaurantje zonder poespas of hippe gerechten en waar je voor een prima prijs leuk kunt eten. Daar voel je je in elk geval niet bekocht, zoals in veel horeca.

Maar hoe goed wij ook voor ons zelf koken: soms moet je je meerdere erkennen. In Agia Galini is Babis onovertroffen in alles wat hij maakt. Die man is een tovenaar die ergens in een uithoek op Kreta verstopt zit. En Onar maakt daar de beste vis klaar. Beter dan dat we dat zelf kunnen. En in Amsterdam-West zit al jaren mijn favoriete Surinaamse afhaaltent. Ik heb bijna mijn halve leven in die buurt gewoond en ik kwam daar een tijdlang vrijwel wekelijks. Haar nasi met garnalen is bizar lekker. Toen ik Mo introduceerde met haar eten was ze ook meteen om. Ik woon al zeven jaar niet meer in West maar zodra ik voorzichtig aankondig dat ik daar in de buurt moet zijn dan MOET ik daar eten meenemen. Geen ontsnappen mogelijk.

En zo ook afgelopen woensdag. Even weer naar m’n ouwe buurt en een lekkere roti garnalen voor Mo en een flinke bak nasi garnalen voor mij. Bakabana’s met satésaus erbij. Blijer kun je ons niet maken. De eigenares is een gulle kok, dus van haar vriendelijk geprijsde gerechten kun je als gemiddelde eter makkelijk twee dagen eten. Dat doen we dus ook altijd.

Zoals gewoonlijk smulden we weer van ons favoriete Surinaamse eten. Ik kom er nog maar een paar keer per jaar en het is altijd weer een feest op een bordje. De volgende dag keken we dus al reikhalzend uit om de rest op te eten en aldus geschiedde. Nog zo’n culinair orgasme! En toen ging het, de volgende dag voor het eerst in jaren volkomen mis. En niet alleen bij Mo of alleen bij mij: we waren allebei hondsberoerd. Ik durf niet met honderd procent zekerheid te stellen dat er iets mis was met Gieta’s verrukkelijke eten, maar we waren wel allebei tegelijk ziek. Buikloop galore! Ik zal u de verdere details besparen. En allebei zo suf als een uitgewrongen dweil. We zitten nu op dag drie en we beginnen allebei langzaam weer bij te trekken, al zijn we er nog niet.

Dit is overigens geen anti-reclame voor mijn favoriete Suritent want de volgende keer haal ik er gewoon weer mijn gebruikelijke nasi garnalen en ik kan het ook zeker aanraden want haar eten is gewoon heerlijk en ik heb er in al die jaren nog nooit problemen mee gehad. Misschien is er wat anders die dag niet goed gevallen. Al zou ik niet zo goed weten wat.

Een dag of twee hebben we eigenlijk amper gegeten en dat is voor smulpapen zoals wij redelijk uitzonderlijk. Gelukkig begint de trek in eten vandaag weer op gang te komen en ging er zelfs weer een goed ontbijt in en hadden we het vanmorgen alweer over het avondeten. Dus we beginnen weer op gang te komen.

Wat ook op gang komt is de Dam tot Dam-loop zag ik vanmorgen bij het boodschappen doen. Een jaarlijkse tocht waarin mensen hardlopend, wandelend of fietsend de zestien kilometer van de Dam in Amsterdam naar de Dam in Zaandam afleggen.

Ik wens ze veel succes. Ze hebben lekker weer. Wij houden het nog even bij de ‘buikloop tot plee-loop.’ We hebben al wat kilometers gemaakt de afgelopen dagen, maar de finish is in zicht!

Rodweek 184 Kretenzer Kronieken (2) De Campingmoordenaar

12 oktober 2023. Hoewel Mo en ik bij elkaar bijna een eeuw oud zijn (99,5 jaar) en allebei van middelbare leeftijd zijn, horen we in ons hotel bij de jonkies. Dat is ook wel eens leuk want dat hebben we ook lang niet altijd meer! Dat zagen we bij ons ontbijt. We zitten dan tussen de grijze koppies. Prima. Het heeft als bijkomend voordeel dat we er in elk geval van verzekerd zijn dat er geen krijsende kinderen rond de tafel lopen te rennen terwijl we daar van het overheerlijke ontbijt genieten en langzaam in de dag komen. Na het ontbijt ga ik wandelen en Mo gaat lekker op het balkon lezen. Qua dagelijkse routine verschilt het begin van de dag niet heel erg veel met ons leven in Amsterdam.

In de middag lopen we naar Babis en Nektaria die een camping bestieren aan de rand van het dorp. Babis is de kok en hanteert als adagium: ‘Never trust a skinny cook’. En inderdaad, Babis is zeker niet skinny. En voorheen was hij nog een stuk zwaarder. Babis houdt behalve van Nektaria en hun kinderen van eten en van koken en die liefde voor het vak proef je. Alles wat de man maakt is verrukkelijk en met passie gemaakt. Babis houdt ook van oude kaas uit Nederland, dus we hebben een mooi stuk voor ze meegenomen. Het cadeau wordt in grote dankbaarheid aanvaard. We drinken er een miso kilo aspro en krijgen als dank voor de meegebrachte kaas een heerlijk bord Kretenzer lekkernijen. Dat is wat Babis een klein bordje noemt, maar in Nederland betaal je voor zo’n plaat eten makkelijk dertig euro. En dat is dan een voorgerechtje.

Als je écht een bord eten bestelt bij Babis dan weet je zeker dat je voor de rest van de dag klaar bent. Maar we zijn al tevreden met onze lunchplate. Toen ik voor het eerst bij Babis kwam bestelden wij ‘Babis Way’, dat is een selectie van alles wat Babis lekker vindt. Dat hebben we geweten! Er werd een tafel vol lekkers geserveerd. Dat leek ons al een behoorlijke opdracht. Toen we het toch allemaal op hadden gekregen, daar behoorlijk trots op waren en flink vol zaten bleek dat pas het eerste deel van Babis Way te zijn. De culinaire reis was nog niet volbracht. Stel je voor dat je van Amsterdam naar Breda moet fietsen. En dan ben je eindelijk doodmoe in Breda aangekomen en dan zeggen ze: ‘Oh nee hoor. Haha, gekkie! Je, hebt het verkeerd begrepen! Je moet door tot Brussel. Succes!’

De tafel werd dus leeggehaald en stond even later weer vol met lekker eten. OK, doorwerken maar. Zulk lekker eten laten staan is onbeleefd in deze contreien. Gevuld van de voet tot de hoed en met het snot voor de ogen wilden we afrekenen. Maar we hadden buiten Nektaria gerekend die even later met een kannetje ijskoude raki en een toetje bij onze tafel stond om ons het definitieve nekschot te geven. We noemen haar dan ook ‘Nekschottaria’.

‘Die mensen proberen ons gewoon te vermoorden!’, zei ik tegen Mo. Heb je ooit de film ‘Le Grande Boeuf’ gezien, waarin een groep mensen zich letterlijk dood eet? Stel dat voor als je bij Babis op bezoek gaat. Wat je ook bestelt: je krijgt ontstellend veel. En het erge is dat het ook allemaal belachelijk lekker is! Dus je stopt dan ook niet zomaar met eten. We vragen ons ook elke keer af of Babis ons niet zo aardig vindt dat hij ons telkens probeert te vermoorden met die overdaad aan heerlijk eten. En met die heerlijke zelfgestookte raki.

Gisteren zijn we na onze lunchplate teruggelopen naar de boulevard om te eten bij Onar. Onar maakt de lekkerste vis van het dorp. Ik eet een fantastische zwaardvis, Mo is fan van de mossels.

Vanavond halen we eten bij Goldsun. Dat is eigenlijk een soort snackbar maar dan een stuk smakelijker dan de gemiddelde Friet van Piet.

Morgen gaan we naar de markt in Mires en daarna zijn we wellicht klaar voor een moordaanslag van Babis op de camping. We zetten ons schrap en zullen ons lot lijdzaam ondergaan. Yamas!

Voor deel 1 van de Kretenzer Kronieken: klik hiero

Rodney in de 21e eeuw 10: Eten

soep van de dagEten, als ik alles eens zo goed en zo veel kon als eten. Ik hou er van. Omnivoor. Ik eet vrijwel alles, de drie V’s (Vlees, Vis, Vega) zijn me alle drie even lief. Zolang eten lekker en met liefde is bereid heb je aan mij een smullend kind. Als kind vrat ik veel. Een half brood per dag was niks. In de avond een goed bord warm eten en als het me goed smaakte en er nog wat over was lustte ik nog wel een tweede bordje ook. Ik kon me dat ook makkelijk permitteren, want tot ongeveer mijn 24e was ik een tamelijk scharminkelig mannetje waarvan je de ribben als xylofoon kon gebruiken. Een gespierde spijker die tussen de luxaflex kon slapen en tussen de douchestralen door kon rennen. Ik kon vreten en zuipen wat ik wilde, er kwam niks bij. Daarna ontwikkelde zich gestaag mijn bierbuik en een plofkop, al kwam dat niet alleen door de plofkip.   Lees verder