Rodweek 182 3 oktober en het Spook van de Stopera

Vandaag is het 4 oktober, dus logischerwijs was het gisteren 3 oktober. Wat ik vorig jaar op 4 oktober deed? Ik heb geen flauw idee. Van 3 oktober 2022 heb ik een duidelijker beeld. Monique en ik zouden naar het Leids Ontzet of zoals Mo en andere echte ‘Leienaren’ het noemen: ‘Dwrie Oktoowbewr’. Het is dé feestdag van Leiden, maar ik ben er in ons bijna driejarig samenzijn nog nooit geweest. Vorig jaar was het kloteweer en dus besloten we niet te gaan. Sta je daar in de kleumende kou en regen bier te drinken: niet gezellig. Gisteren dus hetzelfde verhaal. De hele week is het prima weer en precies op ‘dwrie oktoowbewr’ is het baggerweer. Dus ook gisteren hebben we afgeblazen. Overeenkomst met beide dagen: einde middag werd het het ineens wel mooi weer. Maar toen hadden we al geen zin meer. Gewoon thuis een beetje keutelen, potje triktrak en (geheel volgens Leidse traditie) hutspot koken. En ons alvast voorzichtig verheugen op onze aankomende vakantie naar Kreta. Ook net als vorig jaar.

Twee 3 oktobers achter elkaar dus die nagenoeg dezelfde invulling hadden. En toch waren er wezenlijke verschillen met de 3 oktober van vorig jaar: poes Eva dartelde nog vrolijk door ons huis, Mo’s beste vriendin Agnes leefde nog en Mo had nog geen borstkanker, of althans, daar nog geen weet van. Het leven was op 3 oktober 2022 tamelijk zorgeloos. We genoten van alles in het leven. Wie doet ons wat? Die instelling. Nou, daar kwamen we een kleine maand later achter toen Mo de diagnose borstkanker kreeg. Dan ga je samen de achtbaan in. En nou heb ik al een bloedhekel aan pretparken in het algemeen en achtbanen in het bijzonder, maar deze achtbaan is dus nog veel erger.
Wat bizar was: de vrouw van mijn beste vriend kreeg in dezelfde week dezelfde diagnose. De beide dames gingen ook exact door hetzelfde traject. Mo in Amsterdam, Joy in Rotterdam. Dat geeft ineens een hele nieuwe dimensie aan een vriendschap die al meer dan dertig jaar duurt. En hoe cru en wrang het ook klinkt: het is fijn om over zoiets te kunnen praten met iemand die door hetzelfde heen gaat. Helemaal als het je bestie is.

En midden in dat heftige traject werd poes Eva dus ernstig ziek en overleed in maart en vlak daarvoor stierf Mo’s beste vriendin Agnes plotseling. Alsof we al niet genoeg voor onze kanis kregen.

Mo had het zwaar met haar chemo’s. En hoe kut en hoe zwaar het ook was: dan is humor soms echt een wapen. Wij wonen tegenover het lelijkste stadhuis van Nederland, de Stopera. Op een dag kwam Mo de huiskamer binnen. Duidelijk met een ziek gezicht. Ze zei verdrietig: ‘Jezus, ik lijk wel het Spook van de Opera.’ Dat inkoppertje kon ik niet laten liggen: ‘Welnee lieverd. Je bent het Spook van de Stopera!’ Daar moesten we zo vreselijk om lachen allebei, dat we alle ellende even een tijdje vergaten.

We zijn dus nu minder dan een jaar na de diagnose verder en onlangs is mijn meisie schoon verklaard! Ze heeft het overleefd, niet overwonnen. Iedere kankerpatiënt strijdt net zo hard voor het leven. Wij hebben gewoon geluk gehad. En Joy gelukkig ook. De fantastische zorg van het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis, familie en vrienden die altijd voor ons klaar stonden of er soms alleen al waren voor een luisterend oor en omdat we elkaar er met een lach en een traan doorheen konden trekken: het heeft allemaal zo veel geholpen. En we zijn ook gewoon veel leuke dingen blijven doen. Een van de eerste dingen die de arts zei nadat we het hele behandelplan hadden doorgenomen was: ‘Blijf, waar je kan, zoveel mogelijk leuke dingen doen. Daar krijg je energie van.’ En soms dan was die energie om leuke dingen te doen er, maar soms ook totaal niet.

Mo is nu weer langzaam aan opladen. En sinds kort weer voorzichtig een paar uurtjes aan het werk. Dat was ook weer een mijlpaal. Ze is op de weg terug uit de hel waar we doorheen zijn gegaan! En dat is voor ons allebei lekker. Want hoe lief we elkaar ook vinden: als je tien maanden op elkaars lip zit (ik werk veel thuis en zij kon niet weg) dan ga je je soms ook wel eens ergeren aan elkaar. Dan was ik blij als Mo even twee uurtjes koffie ging drinken bij een vriendin, maar zij vond het natuurlijk ook wel lekker als ik ging wandelen of naar het voetballen ging. Even alleen zijn. Dat hebben we allebei wel eens even nodig.

Vanaf nu gaat de weg hopelijk alleen maar weer omhoog. Het belangrijkste is dat Mo langzaam maar zeker weer haar oude zelf wordt. Onze verwerking is pas net begonnen. We beseffen nu pas écht wat er allemaal gebeurd is in het afgelopen jaar en wat wat voor impact het heeft gehad. En dan blijven de ogen niet altijd droog.

Hopelijk is het volgend jaar lekker weer op ‘dwrie oktoowbewr’, staan we met een groot glas bier mee te lallen op Rubberen Robbie en blijft het verjaagde Spook van de Stopera heel ver weg!

Nog een lekker boekie kopen voor de gure herfstdagen? Ik heb nog een aantal exemplaren van mijn bundel ‘Lockdownsyndroom’ liggen. Quanta costa: €15,- als je ‘m op komt halen in Amsterdam-Centrum en 19,50 als ik de postduif op pad moet sturen. Van elk verkocht exemplaar gaat er een piekie naar de Amsterdamse Voedselbank. Interesse? Laat een reactie achter of stuur een mailtje naar [email protected]

Rodweek 158 Zegeningen in de chemokar

Mensen tellen soms te weinig hun zegeningen. Sommigen kijken alleen maar naar wat er allemaal mis gaat in hun leven. Mijn vriendin en ik staan daar anders in: wij beseffen ontzettend goed dat wij het goed hebben in veel opzichten, weten dat het niet vanzelfsprekend is en dat spreken we ook regelmatig uit. Wij kennen allebei ook die andere kant van de medaille. Wij weten allebei donders goed hoe het is om niks te hebben en waarderen het dus nu dat we het goed hebben.
En zo zaten we dus eind oktober bij ons in de buurt op het terras. We zaten heerlijk in het zonnetje. De nazomer gaf nog een laatste afscheidskus en die accepteerden we met grote graagte. We keken naar de mooie buurt waarin wij wonen, we dronken een wijntje en genoten van de laatste lekkere zonnestralen van het jaar. Genieten met een grote G. We zaten op een heerlijke wolk. Dat is dan zo’n moment dat wij daar dan weleens bij stilstaan: ‘Het leven behandelt ons goed. Wij hebben liefde, een leuk huis, we doen allebei leuk werk, we hebben geen geldzorgen en veel goede lieve mensen om ons heen. Alles gaat gewoon lekker.’

En het is ook goed dat je je dat soms realiseert, dat je niet alles maar voor lief neemt. Maar er is ook iets anders in dat tamelijk zorgeloze leven dat niet zo vanzelfsprekend is en dat is gezondheid. Enige dagen na de laatste telling van onze zegeningen voelde Mo na het douchen een knobbeltje in haar borst. Twee dagen later de check in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (AvL): diagnose borstkanker.

Ik kan je melden dat je dan even met donderend geraas van die wolk af klettert. Ik was op dat moment in Glasgow op de jaarlijkse voetbaltrip met vrienden en dan hoor je dit. En dan moet het nog gezellig worden in het stadion. Ik probeerde me er zoveel mogelijk voor af te sluiten, maar helemaal lukte het niet. Ajax won. Het was leuk, maar eigenlijk wilde ik in Amsterdam zijn. Ik kon de volgende dag pas weer terug naar Amsterdam.

Sinds 1 november zitten we dus samen in de achtbaan. En ik heb achtbanen toch al nooit leuk gevonden. Nog bizarder was dat ik mijn bloedgabber die ik al meer dan 30 jaar ken inlichtte over het nieuws en dat hij me vertelde dat zijn vrouw een dag daarvoor precies dezelfde diagnose had gekregen. Ik wist dat onze vriendschap diep ging, maar dit gaat wel heel ver! Het is op een gekke manier wel fijn om dit met iemand te kunnen delen: zijn vrouw gaat exact hetzelfde traject door maar dan steeds een paar dagen eerder. Dus we krijgen steeds een sneak preview voor de chemo’s. Maar hoe erg deze shit ook is: de eerste humor over de tumor kwam al snel. We noemen onszelf Knobbel en Bobbel. En Tram 2 naar het AvL noemen we ‘de Chemokar’. We zijn allebei niet vies van wat zwarte humor.

We zijn dus nu iets meer dan twee en een halve maand verder. Ongewild zijn we ineens behoorlijke kenners op dit terrein geworden. De eerste zware chemokuren zitten erin. Het zwaarste gedeelte zit er op. Ik heb mijn meisie bij alles bijgestaan en ben overal mee naartoe geweest. Dat is ook zo’n zegening: ik kan thuis werken. Als copywriter moet je gewoon zorgen dat je werk af is en vanaf waar je dat doet is niet zo belangrijk. Dat maakt dus dat ik mijn vriendin in alles kan ondersteunen en voor haar kan zorgen. Om er maar een cliché uit te gooien: kanker heb je samen.

Ineens hadden we kanker dus als ongenode huisgenoot. En die blijft dit jaar ook nog wel even logeren. Het vervelende aan onze nieuwe huisgenoot is dat we niet weten met wie we te maken hebben en hoe wij die punkmotherfucker de deur uitkrijgen. Nou waren die zware chemo’s bepaald geen wandeling door het park en was en is Mo bij vlagen vreselijk moe, maar het had veel erger gekund. In de tweede week na een chemo is ze dan wel weer redelijk opgeknapt en dan doen we zoveel mogelijk leuke dingen. Een paar daagjes naar Maastricht, naar de bowlingbaan, uit eten of afspreken met vrienden. Dat soort leuke dingen deden we altijd al, maar nu is het ook nog eens op doktersadvies! Mo krijgt daar veel energie van. De volgende dag is ze dan wel gesloopt, maar op dat moment is het gewoon goed en haalt ze daar positieve energie uit. Dan bestaat kanker gewoon even niet. En het is fijn dat we ook in deze mindere tijd zo ontzettend veel lieve mensen om ons heen hebben. We worden van veel kanten gesteund. Gewoon, met kleine dingen die voor ons heel groot zijn. Met lieve woorden, kaartjes, een pannetje soep, een bakkie eten of gewoon simpelweg belangstelling tonen. Ook dat is een zegening.

De komende chemo’s zijn een stuk lichter, minder bijwerkingen, die duren tot mei ongeveer. Dan hebben we even een paar weken kankerpauze en gaan we op vakantie. Daarna volgen de operatie en de bestralingen en dan hopen we in augustus of september dat onze ongenode huisgenoot is opgekankerd en dan gaan we weer verder met waar we afgelopen oktober gebleven waren: het tellen van onze zegeningen. En dan noemen we de chemokar gewoon weer Tram 2.

Volgende maand komt Rodzooi’s nieuwe boek ‘Lockdownsyndroom’ uit. Een columnbundel over de rare lockdownperiode en hoe schrijver dezes daar doorheen is gekomen. Een periode waarin veel gebeurd is, maar waarin ook nieuwe kansen en mogelijkheden zich aanboden. Een periode waarin de schrijver ook veel over zichzelf heeft geleerd. Een boek vol reflectie maar ook met veel humor. Ook een boek kopen? Stuur een privébericht op Facebook of stuur een mail naar [email protected]. Kosten: 15 euro (ex verzendkosten). Verzendkosten besparen? Ophalen of afspreken in Amsterdam kan ook. Van elk verkocht boek gaat 1 euro naar de Amsterdamse Voedselbank.

Rodweek 155 Mestreech, bevrijd aan het Vrijthof

Het fijne van het werken als schrijvende ZZP-er is de vrijheid die je hebt. Ik moet niet naar kantoor om te werken, ik mág naar kantoor om te werken. Meestal zit ik gewoon lekker thuis mijn stukken te typen of op een andere plek waar ik dan toevallig ben. Geen geouwehoer meer over wel of niet werken op feestdagen. Werken wanneer je wilt met als enige moetje: je moet leveren. Zorgen dat je zooi af is. Ik gedij daar goed op. Geen gedoe aan m’n hoofd. Laat mij m’n ding doen en ik zorg ervoor dat goed komt, dat is hoe het werkt. Heerlijk! Ik had het jaren eerder moeten doen. Vrijheid is een groot goed.

Je leert echter ook dat de afkorting ZZP staat voor Zelfstandige Zonder (Kerst-)Pakket. Maar goed, die fles wijn of bubbels die ik in de horeca kreeg kan ik prima zelf kopen en voor de kerstpakketten bij andere werkgevers kreeg hoef ik het ook niet te doen. Dat was dan meestal een grote doos, gevuld met stro en daarin zaten dan dingen als ragout, een blik tomatensoep, marshmellows, een fles ondefinieerbare wijn en andere goedbedoelde ellende. Bij de Melkweg was het kerstpakket overigens elk jaar wél geweldig: het beroemde en beruchte Kerstdiner. Die waren legendarisch! Een half etmaal copieus eten, drinken en feesten op kosten van de zaak! Daar hadden we veel meer plezier van dan van een duf kerstpakket.

Dat heb ik dus allemaal niet meer. Ik schrijf momenteel als copywriter voor Uitjesbureau. Ik schrijf over personeelsuitjes in diverse grote steden. Zo heb ik tot dusverre geschreven over Leiden, Groningen, Breda, Zwolle, Eindhoven en Antwerpen. Met de ene stad heb je meer dan met de andere stad, maar elke stad waar ik mee bezig ben beschrijf ik met even veel liefde. En als ik iets niet weet over een stad of iets bijzonders wil weten dan heb ik bijna altijd wel ergens mensen zitten die mij het fijne kunnen vertellen over die stad.

Het is elke maand weer een verrassing op welke stad ik mijn pennenvruchten mag loslaten en zo werd ik vorige week ineens aangenaam verrast met Maastricht! Ik was maar een keer of drie in Maastricht geweest. De laatste keer was ook alweer een jaar of 16 geleden. Ik ken ook geen mensen in Maastricht en de Maastrichtenaren die ik ken wonen allemaal al heel lang in Amsterdam. Die zijn Vermokumst. En daarbij spreek ik die niet heel vaak.

Er zat dus niks anders op, bedacht ik: dan ga ik lekker zelf naar Maastricht! Lekker met m’n meisie. Mijn zelfgekozen kerstpakket voor ons samen. Er op af! Want wat ik nog wel wist van de keren dat in Maastricht was geweest is dat je er schaamteloos van de geneugten des levens kunt genieten en daar waren mijn dame en ik toevallig net even dringend aan toe! Eerst wat veldonderzoek op Facebook: waar eet je lekkerste Patat Zoervleisj? Wat zijn toffe restaurants? Wat moeten we zien?

Met een leuke lijst aan tips kwamen we aan in ‘Mestreech’, zoals de mensen uit de stad het uitspreken en dat is dan ook meteen de bijnaam van de stad. ‘Mestreechteneren’ zijn een trots en cool volkje. Voor hen geen knotsgekke carnavaleske bijnamen die Zuid-Nederlandse steden vaak voeren zoals ‘Oeteldonk’, ‘Kielegat’ en ‘Kruikenzeikers’ en dat soort grappen. Nee, Mestreech is gewoon Mestreech, het hele jaar door.

In die mooie stad aan de Maas schrijven de mensen ‘Genieten’ met een hoofdletter, maar ze spreken het uit met een heerlijk sappige ‘zachte G’. En Genoten hebben we. Chablis aan de Maas, Zoervleisj bij Reitz op de Markt, een heerlijk diner bij Le Tapage in de Sint Pietersstraat en als absoluut culinair hoogtepunt ons diner op de tweede avond bij Pieke Potloed, een parel verstopt in de Sporenstraat. Ik was door meerdere mensen getipt over Pieke Potloed en dat was terecht. Zelden zo ongelooflijk goed gegeten en dan ook nog eens voor een meer dan schappelijke prijs. On-Nederlands goed, maar ‘Mestreechteneren’ beschouwen zich dan ook niet echt als Nederlanders. Ze hebben er ook nooit bij willen horen, zo vertelde onze stadsgids. Maastricht voelde en voelt zich veel meer verwant met België en zijn tegen hun zin bij Nederland getrokken.

We Genoten van de prachtige binnenstad en van alles wat die stad bijzonder maakt. Als schrijver mocht een bezoekje aan de, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, mooiste boekhandel ter wereld natuurlijk niet ontbreken: Boekhandel Dominicanen in de Dominicanerkerkstraat. Een boekhandel in een prachtige oude kloosterkerk in hartje Mestreech. Nu ik er toch was wilde ik stiekem toch even weten of er een boek met mijn naam er op in de schappen stond. Dat is geen eigenpijperij, maar het is natuurlijk toch tof als je je eigen naam ziet staan in de allermooiste boekhandel die ik ooit heb gezien. Even zoeken bij de sportboeken en verdomd, er lag nog een Ajaxjaarboek tussen de sportboeken en warempel, daar stond ook de naam van deze mafkees uit Amsterdam op! Dat bezorgde me een nog grotere glimlach dan dat ik al had.

Na het fantastische diner bij Pieke Potloed liepen we vol en zoet weer naar het station. Weer terug naar Mokum. Met een buik vol van het heerlijke eten en hoofd vol met inspiratie voor mijn nieuwe stukken voor de personeelsuitjes in Mestreech tolden we de trein weer in. Mestreech, bedankt! We hebben Genoten met een grote G.

Mijn vriendin en ik hebben de afgelopen periode op z’n zachtst gezegd een roerige tijd gehad en er komt nog veel meer aan komend jaar. Mo heeft borstkanker en zit nu al vol in het behandeltraject. Maar tijdens deze twee heerlijke dagen in Mestreech kon die ziekte zelf even lekker een flink eind opkankeren. We waren twee dagen even helemaal vrij, ook in ons hoofd. We hebben het vrijwel niet over de ziekte gehad, want we hadden het veel te druk met Genieten. Wij waren, al was het maar voor even, bevrijd aan het Vrijthof.