Rodweek 153 Vrij naar Jules Deelder

Jaren geleden schreef Jules Deelder een gedicht voor zijn dochter Ari. Dat gedicht begon met de zin: ‘’Lieve Ari, wees niet bang, de wereld is rond, en dat istie al lang.’’ Ik moest er laatst aan denken toen ik de TV aanzette en Matthijs van Nieuwkerk nog vaker dan gebruikelijk op TV zag. Ik dacht namelijk dat het gedicht van Jules begon met de zin: ‘’Lieve Ari, wees niet bang, de wereld draait door en dat doet-ie al lang.‘’ Mea culpa, mijn fout, maar we maken allemaal weleens een fout. Of niet soms, Matthijs?

Want aan de lange polonaise van zich misdragende en op de digitale brandstapel gegooide bekende Nederlanders die we in 2022 hebben gehad heeft ook Matthijs van Nieuwkerk zich aangesloten. Matthijs scheen dus nogal de bullebak te hebben uitgehangen tegen zijn redactie en nu, jaren later, vallen alle lijken uit de kast. Ik sta daar tweeledig in. Vooropgesteld staat dat je je te allen tijde fatsoenlijk hebt te gedragen tegen je ondergeschikten. Als de verhalen die nu naar buiten komen kloppen dan heeft Van Nieuwkerk zich als een ongelooflijke zak hooi gedragen en daar mag hij ook voor worden gestraft. Al denk ik dat zijn voorgoed besmeurde naam en reputatie misschien al een behoorlijke straf is. Nadeel van een bekende kop hebben is dat iedere boerenlul iets van je vindt. Dus ook als je je misdraagt. Al die bekende Nederlanders die zwaar over pot hebben heen gepist in het afgelopen jaar worden voor eeuwig herinnerd aan hun wandaden. Dat is wat deze digitale tijd nu met mensen doet. In plaats van ‘The walk of fame’ is simpel de straat op gaan om boodschappen te doen voor Matthijs en de rest van de beroemde polonaise nu ‘The walk of shame’.

Anderzijds speel ik even Advocaat van de Duivel van Nieuwkerk: 15 jaar lang een programma als DWDD presenteren is keiharde topsport. Dat geeft je nog steeds geen reden om je als een gestoorde TBS’er te gedragen, maar de druk en spanning die er elke dag is om een topprogramma neer te zetten lijkt me heftig en het lijkt me dat Matthijs en zijn redactie daar beter in begeleid hadden moeten worden. Het is makkelijk om nu met het grote publiek vanaf de zijkant en vanachter onze laptop deze man van z’n voet tot z’n hoed af te fikken.

Een vriendin van mij trok een leuke vergelijking op micro-niveau. ‘’Al die mensen die nu Van Nieuwkerk online zitten af te fakkelen hebben nog nooit met een chefkok in de horeca gewerkt.’’ Dat is inderdaad een redelijk treffende vergelijking. Ik heb jarenlang in de horeca gewerkt en ik zal niet zeggen dat alle koks met wie ik heb gewerkt stapelgek en opgefokt zijn, maar ook best een boel wel! Zeker met spitsuur tijdens een drukke lunch of een diner, dan moest ik het ook niet in m’n hoofd halen om ook maar een klein foutje te maken. Dan konden ze gek worden. Of ze gingen compleet uit hun pan (!) als ik om een extra bakje mayonaise vroeg omdat de gast dat gewoon bestelde. Ze konden volkomen debiel onredelijk zijn. Koks voelen ook die druk dat ze elke keer die bonnen binnen zien komen en die denken dan dat alles maar snel af moet. Ik was en ben altijd makkelijk daarin geweest: rustig aan, mensen wachten maar, zeker als het druk is. Ze hebben ook maar twee handen, dus sneller dan het gaat, gaat het niet. Zeker als ik even uitlegde dat het spitsuur is vonden mensen dat meestal geen probleem. En mensen die gehaast gingen doen raadde ik het restaurant met de grote gele M aan. Dat haalde ook veel druk bij die koks weg, omdat m’n collega en ik rustig bleven en het overzicht hielden.

Nou ben ik daar altijd goed tegen dat soort druk bestand geweest en liet ik me er nooit door gek maken, maar ik heb best een aantal collega’s meegemaakt die amper de keuken binnen durfden te lopen omdat ze bang waren dat hun strot er af werd gebeten. Of die huilend wegliepen. Ik liet me nooit zo van de wijs brengen door een briesende kok. Ik liet me gewoon niet afblaffen en zei er wat van. En ik heb ook wel eens een gesprek gevoerd met een chefkok, buiten de werkgever om, omdat ik vond dat diegene zich als een malle patiënt gedroeg en of dat even heel snel kon stoppen. Niet iedereen is zo assertief, maar ik ben gewoon niet van zulk gedrag naar mij toe gediend. Maar soms kiezen mensen voor de veiligheid van hun baan en laten ze zich maar alles zeggen door ‘’Mijnheer van Nieuwkerk’’ of door een kok die even gek wordt. Ik niet.

Ik luister en doe prima wat een werkgever of een collega van mij vraagt, maar ik heb geen baas. Ik heb een werkgever en ik heb collega’s. Honden hebben een baas. Dus ik laat me ook door niemand afblaffen als een hond. ‘’Mijnheer van Nieuwkerk’’ had aan mij een slechte gehad. Voordat hij mij overspannen zou naar huis zou schreeuwen zou ik zelf al lekker thuis zitten. Alles uit m’n handen laten vallen en lekker met een glaasje wijn en een kaasje op de bank op zoek naar nieuw werk. En doorrrrrr!

Hoe hard de les nu ook voor hem moge zijn, want hij is keihard van zijn voetstuk geschoten: ik hoop dat Matthijs van Nieuwkerk van deze situatie leert en dat hij zich beseft dat hij een totale lul de behanger is geweest voor zijn werknemers, hoe hoog de druk ook kan zijn: er zijn geen excuses voor slavendrijverig horkengedrag. En dat zijn werkgever ook beseft dat zij in de begeleiding compleet hebben gefaald. Hij heeft zo’n 2500 afleveringen van DWDD gepresenteerd en ik geloof echt niet dat hij al die 2500 afleveringen een eikel is geweest, maar al is het maar 50 of 100 keer dan is dat nog altijd 50 of 100 keer te veel.

Dus Matthijs, lik je wonden, ga in therapie of ga lekker je centen tellen en bedenk je, vrij naar Jules Deelder:

‘’Matthijs, wees niet niet bang,
De wereld draait doooorrrrrrrrr!
En dat doet ie al lang.’’

Beste Henk de Haan,

Beste Henk de Haan,

Rodney schrijftVeendam is niet Eindhoven, zo bleek maar weer. Want anders had pak ‘m beet Berry van Aerle wellicht een jaar of twee geleden ook al bij Matthijs aan tafel gezeten. Gekleed in een kek overhemd met daarop een rekeningnummer geprint om PSV te redden. Maar goed, PSV werd met geld van de overheid in leven gehouden en het 119-jarige SC Veendam… tja… die konden de klere krijgen. De gemeente en bedrijfsleven zeiden: ‘Ja daaag, wij zijn Gekke Henkie niet!

En toen stond jij op en zei:  ‘Ik wel en ik ga die club redden!’

En zo leerde Nederland Gekke Henkie kennen in DWDD. Lees verder