Beste concertganger,

Ik hou van u. Heel erg veel. U houdt net als ik van muziek en uitgaan. Goed, we houden niet altijd van dezelfde muziek, maar daar gaat het niet om. En natuurlijk hou ik ook niet van alle concertgangers. Stomme mensen zitten overal tussen, maar het gaat me om u: de doorsnee concertganger  die ik wekelijks een keer of drie verwelkom in de Melkweg.  Daarom hou ik trouwens ook van u, want dankzij u heb ik al veertien jaar een baan. Als u niet meer komt kan de tent dicht en moet ik misschien wel werk gaan doen op een plek die ik een stuk minder leuk vind dan mijn huidige werkplek. En dan word ik ongelukkig en sterf ik triest en verbitterd. Beter blijft u dus gewoon komen.

Maar, hoeveel ik ook van u hou, sommige gedragingen van u snap ik niet zo goed. Al veertien jaar niet. En nu moet ik het toch maar eens kwijt. Lees verder

Beste Nimby,

Beste Nimby,

Rodney schrijftIk schrijf u maar even aan met de voor u geldende afkorting: Not in my backyard. Want dat is een beetje uw levensfilosofie. U woont graag in de grote stad, maar zodra het stadse leven iets te dichtbij komt dan haakt u af.

Wat wonderlijk dat u daar ooit bent gaan wonen dan. Hoe is dat zo gekomen? Was Amsterdam niet ooit de stad waar u als jong provinciaaltje heen vluchtte? Niet alleen om rechten te studeren maar ook om uit uw allejezus saaie klotedorp te ontsnappen. Want in Amsterdam gebeurde het.

Weet u nog toen u net in stad woonde? Op uw kamertje in Oost? U feestte en u zoop wat af tijdens uw studie. Lallend en brallend schuimde u tot het krieken van de ochtend elke kroeg af. Over uw studie heeft u uiteindelijk twaalf jaar gedaan. Tja, dat kon toen nog hè.

Lees verder