Rodweek 195 Echte Mannen

The Big Lebowski: ‘What makes a man, Mr. Lebowski?’
The Dude: ‘Uhh… I don’t know Sir.’
The Big Lebowski: ‘Is it being prepared to do the right thing, whatever the cost? Isn’t that what makes a man?’
The Dude: ‘Hmmm… Sure, that and a pair of testicles.’

Bovenstaand een fragment uit mijn favoriete film, The Big Lebowski. Het is een vraag die mij ook wel eens bezig houdt: wat is nou een echte man? En ben ik er één?

Aan het basiskenmerk zoals The Dude het omschrijft, het hebben van testikels, voldoe ik.

Maar verder? Wat is nou een echte man? Ik leg mezelf even langs de mannelijke meetlat.

Als ik naast mijn vriend Lex aan de bar zit en hij begint te praten over motoren, brommers, Formule 1, klussen en allerlei technische zaken, dan ben ik hem al snel kwijt. Lex is handig. Hij is timmerman, klusjesman en kan dingen repareren: dat zijn echt van die mannenskills die niet in mijn basispakket zitten. En die ik ook nooit geleerd heb. Als ik een spijker in de muur sla zit heel Amsterdam zonder stroom. Al was dat overigens niet de reden van de stroomstoring die er laatst was! Ik kijk wel beter uit.

Ik heb een handige vader, ik heb ook altijd handige schoonvaders gehad en ik heb genoeg handige vrienden om me heen. Dus de klusjes waar handigheid en een goede motoriek voor zijn vereist laat ik graag aan anderen over. Mijn talent is dan weer wel om handige mensen om me heen te verzamelen. Het is met klussen in huis gewoon beter en leuker voor iedereen dat ik de catering verzorg. Daar ben ik dan weer goed in. Ik ben een zorgzame man die mensen graag in de watten legt. Dat maakt mij dan ook uitermate geschikt voor horeca. Ik maak het mensen graag naar de zin. De jaarlijkse vergaderingen in ons pand zijn ook altijd bij ons. Dan is er voor iedereen genoeg te te eten en te drinken. Helaas waren mijn verzorgende skills niet genoeg om verpleegkundige te worden, wat ik ook nog een blauwe maandag heb geprobeerd. Dat was helaas niet mijn pad.

Auto’s! Je hebt toch wel iets met auto’s? Nog zo’n ‘mannenman’-dingen waar ik niks mee heb: ik heb nog nooit enig gemotoriseerd voertuig bestuurd. Ik nooit ook zelfs maar de lichtste ambitie gevoeld om een rijbewijs te halen, een motor te hebben of zelfs maar om een een brommer of een scooter te besturen. Met jongens die vroeger aan brommers en auto’s liepen te sleutelen in het fietsenhok had ik nooit zoveel gespreksonderwerpen. Dat was hun ding. Ik liep liever aan meisjes te sleutelen.

Computertechniek dan? Hou op met me! Ik weet nog net hoe dat ding aan en uit moet en hoe ik mijn columns kan posten. Voor de rest weet ik er helemaal niks van.

OK: sportief dan? Je kan toch wel iets mannelijks? Nee. Ik kijk heel graag naar sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder. Ik praat en schrijf er veel over. Ik weet er ook veel van. Mensen betalen mij soms voor mijn voetbalschrijfsels en zijn benieuwd naar mijn meningen over wedstrijden, maar ik heb zelf nul komma nul balgevoel en de motoriek en de souplesse van een blok beton. Mijn beste positie is aan de zijlijn van het veld of op de tribune.

Ik ben dan wel weer heel competitief in spelletjes. Ik wil altijd winnen als ik weet dat ik minimaal gelijkwaardig ben in het spelletje.

Muziek dan? Zelfde verhaal als met voetbal. Ik weet er van alles vanaf. Ik presenteer muziekquizzen, schrijf er soms over, maar ik kan niet zingen, ik heb nul ritmegevoel en ik kan ook geen instrument bespelen. Een elektrische triangel misschien als ik m’n best doe.

OK. Niet technisch, weet niks van computers, is slecht in sport en kan ook geen instrument spelen.

Godsamme, wees toch eens ergens een vent in! Rod, je bent een kroegtijger. Altijd al geweest. Drinken, roken en vrouwen! Daar hou je van. Maar ook weleens een beetje vechten? Lekker beuken tegen andere testosteronbommen? Hard schreeuwen tegen andere mannen? Ook al niet. Ik ben totaal niet agressief aangelegd. Ook niet met een stoot drank in mijn mik. Van de paar keer dat ik, met wisselend succes, heb gevochten heb ik nooit de eerste klap uitgedeeld en was ik sowieso niet de agressor. Het zit er simpelweg niet in. Als het dreigend wordt loop ik liever weg dan dat ik het tot een fysieke confrontatie laat komen. Ik heb daar gewoon nooit zo’n zin in.

Goed, verder op de mannenschaal: ooit gedacht om een gezin te stichten?

Gezin, met kinderen maken en zo? Dat stond nooit hoog op mijn prioriteitenlijst. Ik vind het proces van kindjes maken bijzonder leuk, maar daar houdt het wel bij op. Ik hoef ze niet per se als onderdeel van mijn gezin te hebben. Wat overigens niet betekent dat ik een zure kinderhater ben. Ik vind het hartstikke leuk om op te passen, er mee door te stad te lopen en om met ze te ouwehoeren. De meeste kinderen zijn cool. Maar ik moet ze wel snel terug kunnen geven aan de rechtmatige ouders. Daarbij heeft mijn meisie er al eentje van 23 die op zichzelf woont, dus die is af. Daar hoeven we niks meer aan te doen.

OK Rod, dan moet je toch op z’n minst een huis hebben gekocht? Wel, dat is er nooit van gekomen en tenzij de loterijballetjes een keer leuk vallen of ik een enorme bestseller ga schrijven zie ik het er ook niet meer van komen. En al helemaal niet in mijn onbetaalbare stad. Daarbij woon ik al op de mooiste plek van mijn favoriete stad voor een betaalbare huur en dat is me bijzonder veel waard. Daardoor kan ik werken om te leven en leef ik niet om te werken.

Godver, ook al geen eigen koophuis. Wat kan jij nou wel als man? Jagen, ouwe, jagen! Toch? Er zit toch wel iets van een man in je? Welnu, het enige jachtinstinct dat in mij zat was op het jagen van rokken in het hoofdstedelijke nachtleven. Ik was altijd op jacht als een nachtluipaard. Sluipend en loerend op een vrouwelijke prooi. En daar was ik dan ook redelijk bedreven in. Dat is toch wel een goeie mannenskill? Maar na een lange en intensieve safari als nachtluipaard ben ik inmiddels alweer een paar jaar onder de pannen bij de vrouw van mijn dromen. En over pannen gesproken: daar ben ik dan ook wel weer handig mee. Ik kan goed koken. En daar wordt mijn meisie ook blij van.

De vrouw die de motorisch gestoorde, onhandige, atechnische, asportieve, aritmische, competitieve, geweldloze, kinderloze, rijbewijsloze nachtvlinder die schrijver dezes is toch maar mooi in haar armen heeft gesloten. Ze zal er altijd voor me zijn. En ik zal er altijd voor haar zijn en voor haar zorgen, koste wat kost en onvoorwaardelijk, zoals ik er ook tijdens haar ziekte altijd voor haar was. Misschien maakt dat me een echte man, Mr. Lebowski? Uhh.. Ja, dat. Oh ja, en de testikels.

Rodweek 161 Don’t mention the mosterd na de maaltijd

Toen er een jaar of vijf geleden geruchten gingen dat er misschien een vervolg zou komen op de legendarische en tevens mijn favoriete film ‘The Big Lebowski’ sloeg de schrik me om het hart. Een film die zo iconisch is en die zo’n monument van een tijdperk is: daar moet je niet meer aankomen. Een tweede deel van die film is per definitie een slechte nageboorte. Ook omdat het al meer dan twintig jaar na de geboorte van de eerste film zou zijn. Wat ga je nog toevoegen aan een verhaal dat toen al ‘af’ was? Dat is een beetje als je toch al nooit grappige oom op een verjaardag die net iets te lang na een geslaagde grap (van iemand anders) nog even een totaal onnodige aanvulling geeft waar werkelijk niemand op zit te wachten.

De meeste vervolgen op films lijden vaak aan het ‘Jordi Cruijff-syndroom’: ze zijn doorgaans nooit zo goed als het origineel. Uitzondering die de regel bevestigt: The Godfather. Deel twee was nóg beter dan de al fantastische eerste film. Deel twee was ook maar twee jaar daarna geproduceerd, dus de smaak van het eerste deel lag nog vers op de tong. Het derde deel, bijna twintig jaar later was dan weer redelijk overbodig. Niet eens vreselijk slecht, maar het voegde werkelijk niks meer toe aan de twee ijzersterke eerste films. En was bovendien veel te lang daarna.

Blackadder van Rowan Atkinson: waanzinnig goed! Ik heb elke aflevering tientallen keren gezien en ik quote nog steeds vaak uit afleveringen. Als het nu meer dan dertig jaar later weer terug zou komen zou ik dat niet direct toejuichen. De magie van de serie was toen.

Soms passen dingen ook niet meer in het tijdsbeeld: een andere favoriete film van mij is ‘Life of Brian’, waarin het verhaal van Jezus op de hak wordt genomen. Satirische films over religie kunnen niet meer in deze tijd. Maak een soortgelijke film in deze tijd maar eens over de Islam: de kromzwaarden worden geslepen, de internetfora exploderen, toetsenbordhelden staan op, auto’s in de fik, rellen in de grote steden en de filmmakers en acteurs moeten beveiligd en op onderduikadressen wonen. Je moet er maar zin in hebben als filmmaker. Van mij mag humor heel ver gaan, maar zo staat lang niet iedereen er tegenwoordig in.

En zo vrees ik ook met grote vreze voor het vervolg op de legendarische Fawlty Towers-serie, na meer dan veertig jaar. Dat John Cleese ook op z’n 83e nog ontzettend grappig kan zijn wil ik nog best geloven, maar hoe laat je zo’n klucht-achtige comedy die in de jaren zeventig fantastisch werkte in deze veel snellere tijd nog succesvol zijn? En hoe laat je de totaal over de top onhandige, xenofobe en lompe hoteleigenaar Basil Fawlty in deze tijd waarin nogal wat mensen snel beledigd zijn leuk uit de verf komen? De kracht van de serie was juist dat Basil alles en iedereen beledigde. ‘Don’t mention the war!’ en dan alleen maar grappen over de oorlog maken als er Duitsers in het hotel zitten. Heerlijk politiek incorrect, maar dat kan in deze tijd niet meer. Hoeft ook niet meer, het was humor die bij die tijd paste, maar ik zit eerlijk gezegd niet zo te wachten op een zichzelf censurerende light-versie van Basil Fawlty in een eenentwintigste-eeuws wokejasje. Als ik weer eens wil lachen om Fawlty Towers dan warm ik de oude afleveringen wel weer eens op. Don’t mention the… mosterd na de maaltijd.

Yoooooo! Mijn nieuwe boek ‘Lockdownsyndroom is uit! Columns over de lockdownperiode waarin veel deuren dichtgingen, maar ook weer nieuwe deuren opengingen. Een boek over een periode waarin ik veel over mezelf heb geleerd. Humor en (zelf)reflectie vloeien naadloos in elkaar over. Ook een boekie kopen? Laat een reactie achter of stuur een bericht via Facebook of [email protected] . Quanta costa: 15 euro als we in Amsterdam afspreken, verzenden 19,50 euro. Van elk boek gaat er een euro naar de Amsterdamse Voedselbank.