Natuurlijk. De ergste storm sinds Sint Juttemis. Een hysterisch afgekondigd Code Rood. Ja ja. In een land waar het treinverkeer al ontwricht is zodra er drie blaadjes op de rails liggen moet je dat soort uitspraken nog wel eens met een vaatje zout nemen. Ik zou me toch niet tegen laten houden door een beetje wind? Kom zeg. Ik sloeg alle adviezen om binnen te blijven dus vrolijk in de wind en al even vrolijk toog ik om 10.00 des ochtends naar het bankfiliaal in de Kinkerstraat.
Lopend. Tien minuutjes vanaf mijn huis. Dus geen gezeur over orkanen en zo, even een lekkere ochtendwandeling.
Er stond een meer dan straffe bries, zoveel was zeker, maar ik snapte de paniek niet helemaal. De tram reed gewoon, mensen fietsten zelfs nog en mensen wandelden.
Klapperende jassen, zwalkende fietsen, verwaaide kapsels en meer van zulks, maar iedereen deed zijn of haar ding. Er leek niet heel veel geks aan de hand. Hoewel, niet iedereen deed z’n ding zag ik halverwege de Kinker. Ik keek naar rechts en ik zag Marcel en Pieter van de kaasstal niet staan. En het fruitstalletje van Max ook niet. Ik keek naar links. Geen Lex van de groentestal en godverdomme de rest van de markt ook niet. Wat jammer was want ik had wel zin om even over de markt te lopen nadat ik bij de bank was geweest. Even boodschappies doen, een beetje ouwehoeren met de marktmannen, kopje thee in het café, je kent het wel. Maar nee, te veel vrees dat de marktkramen met handel en al de lucht in zouden vliegen, dus geen markt.