Het was maandagochtend, ik had een kater en ik stond langzaam te sterven in de rij met mijn mandje boodschappen. Eindelijk. Ik was aan de beurt en nadat de boodschappen allemaal over een bliepje waren getrokken rekende ik af. Of ik misschien een ‘Hup Holland Hamster’ wilde, vroeg de goedlachse caissière. Ze zwaaide met een zakje voor mijn neus. Ik keek haar aan met bloeddoorlopen ogen. Alsof ikzelf zojuist vijf echte levende hamsters bij mijn ontbijt had gegeten. In plaats van dat ik met een snauwerig ‘Nee, hou je bek en laat me met rust!’ mijn gedachte uitsprak, zei ik het sociaal wenselijke: ‘Ja, goed.’ Het was er uit voor ik het wist. De breed lachende kassamevrouw overhandigde mij het kleine zakje en zei op zo’n vrolijk Marga van Praag-achtig Jeugdjournaaltoontje: ‘Er zijn heel veel verschillende. U kunt ze allemaal sparen!’ Lees verder