Rodweek 128 Keith overleeft ons allemaal (en ome Jur ook!)


Het is nu 17 maart, 2022, 15.43 en ik ben m’n nest maar weer ingedoken. Vanuit mijn bed lig ik dit stukje te typen. Zelden heb ik me beroerder gevoeld dan nu. Ernstige ziektes zijn me tot dusverre gelukkig bespaard gebleven, dus ik heb tot op heden echt geluk gehad. Het is nou niet bepaald dat ik er erg veel aan heb gedaan om een lang leven te leiden, laten we eerlijk zijn. Tot nu toe ben ik in 45 jaar met veel weggekomen, dat is gewoon pure mazzel. Ik heb wel eens een griepje gehad, maar daar was ik na een dag of twee meestal wel klaar mee. De laatste serieuze griep kan ik me eerlijk gezegd niet eens meer herinneren. Dat kan zomaar tien jaar geleden zijn. Laat staan wanneer ik me voor het laatst heb afgemeld voor werk wegens ziekte. Ik heb zo vaak doorgewerkt met een licht griepje of een verkoudheidje. Ben echt geen zeikerdje in dat soort dingen. De ‘’Mannengriep’’ waarbij mannen met een duf griepje gelijk denken dat ze sterven is mij volkomen vreemd. Ik ben best een taaie.

En toen kwam Covid. Twee jaar lang ben ik er aan ontsnapt, maar uitgerekend op of rond mijn verjaardag kreeg ik het alom gevreesde virus als verjaardagscadeautje. Het leven zit toch ook vol verrassingen! En met mij nog een stoet mensen die op mijn verjaardag waren.

In beginsel viel het allemaal mee. Beetje keelpijn, beetje hoesten, niks ernstigs. Het zou in normale omstandigheden (twee jaar geleden) voor mij niet eens een reden zijn om me ziek te melden. Gewoon werken en niet zeiken. Ziek zijn kan altijd nog, toch? Maar de tijden zijn anders, je hebt ook met andere mensen rekening te houden en omdat ik ineens van meerdere mensen die op mijn verjaardag waren geweest hoorden dat ze positief waren getest heb ik me ook maar eens laten testen. En godnondeju: ik had het ook. M’n meisie dan gek genoeg weer niet, maar ik moest me dus afmelden voor werk. En wij hebben een dun team, dus als er eentje tussen uitvalt, en vooral iemand die veel diensten draait, dan is dat al snel problematisch.

Omdat ik niet echt weet hoe het is om ziek te zijn ging ik er eigenlijk vanuit dat dit gedoe binnen 2 of 3 dagen wel weer voorbij zou zijn. Veel rusten, wat extra vitaminen, et cetera. Mijn lichaam is doorgaans tamelijk resistent voor dit soort dingen. Dacht ik. Het ging ook wel. Niet helemaal lekker, maar wel oké. Gewoon even rusten en weer door. Maar vandaag, op dag 4, voel ik me dus echt alsof tram 17 drie keer over me heen is gereden. Heen en terug. Ik hoest me de blaftering, m’n keel voelt als schuurpapier en ik heb het energielevel van een przewalskipaard dat zich zuchtend en steunend naar z’n laatste rustplaats sleept. En nee, geen mannengriep.

Ik probeer nog zoveel mogelijk te doen. Wassen, koken en al dat soort huishoudelijke shizzle. Van de hele dag in bed liggen word ik ook niet beter. Wat dat betreft ben ik de meest talentloze patiënt ooit. Ook daar heb ik dus geen talent voor. Ik wil gewoon niet de hele dag in m’n nest liggen. Ik wil dingen doen. En dat terwijl ik Pleegzuster Bloedwijn de hele dag om me heen heb die juist alles voor me wil doen! Genoeg mensen die zich dat uitstekend zouden laten welgevallen, maar ik word daar dus heel onrustig van. En waar ik me eigenlijk nog het meeste zorgen om maak is dat ik Ajax-Feyenoord zondag mis! Geen klassieker, maar een klaszieker. Dat zal me godverdomme helemaal gebeuren. Ik hoop echt dat ik er zondag weer bij ben, maar dan zal er nog heel snel wat moeten veranderen aan mijn fysieke toestand.

Maar goed, ik doe het dus wel wat rustiger aan. Ik pak m’n rust. Lig meer in bed dan ik leuk vind. Soms slaap ik een paar uur, soms schrijf ik (zoals nu) en soms check ik het nieuws. De Rolling Stones komen weer in Nederland! Jawel! De dinosauriërs onder de rockbands spelen nog steeds. En weer in de Johan Cruijff Arena, daar heb ik ze in 1998 gezien. Vijf keer. Ik werd er ervoor betaald. De prijs van de kaartjes weet ik nog, want ik was van de kaartjescontrole. 98 gulden. Een kleine 44 euro. Dat vonden mijn collega’s en ik bizar duur. Wat een geld! De goedkoopste kaartjes beginnen nu bij 84 euro en de duurste zijn rond de 500. Tijden veranderen, maar ik vind het nogal wat geld om een paar puissant rijke bejaarde mannen te zien optreden.

Maar goed, tenslotte moeten die jongens ook aan de oude dag van Keith Richards denken. Die overleeft ons allemaal. En ome Jur van de Maloe Meloe ook. Daar kan geen virus tegenop.

Rodweek 97 Bril


Ach ja, 1964, dat was nog eens een jaar. Nederlandse jongedames stonden te gillen langs de Amsterdamse grachten toen The Beatles daar, niet in een gele onderzeeër, maar in een rondvaartboot doorheen voeren, en The Rolling Stones, met bandparodist André van Duin in het voorprogramma, braken het Kurhaus af. Ondertussen speelde Ajax zijn slechtste seizoen ooit. De club ontsnapte maar ternauwernood aan degradatie. Dieptepunt was de wedstrijd in de Kuip tegen aartsrivaal Feijenoord (toen nog met ‘ij’ geschreven): Ajax ging er met 9-4 af. In het doel bij Ajax stond Bertus Hoogerman. Bertus zag er bij een aantal treffers op z’n zachtst gezegd niet goed uit. Als een ernstig bijziende perenplukker greep hij de ene na de andere bal mis. Het was nog een (Stevie) Wonder dat de uitslag niet nog groter uitviel.

Sjaak Swart hielp na afloop van de wedstrijd het verhaal de wereld in dat Bertus die ochtend de contactlenzen van zijn schoonmoeder had ingedaan. En hoewel Swart dat dus als geintje bedoelde heeft dat verhaal de arme Hoogerman tot zijn dood achtervolgd en zijn er tot op de dag van vandaag nog mensen die denken dat het een waar gebeurd verhaal is. Neen dus.

Nee, dan André Onana, onze huidige keeper. Die nam dus wel de plaspillen van zijn vrouw in en moet dat vooralsnog bekopen met een lange schorsing. Misschien had Onana even een bril op moeten zetten voor hij een stripje opendrukte. En dat in dezelfde week als dat teamleider Jan Siemerink kennelijk ook zijn bril niet ophad toen hij een vinkje bij de naam van Sébastien Haller moest zetten, dat dus vergat en Ajax zonder zijn duurste spits ooit Europa in moet.

Gelukkig liep het goed af in Lille, al maakte Nico Tagliafico, die wél een bril droeg deze wedstrijd, het nog lastig met die rare terugspeelbal. Hij zag even niet dat er nog een Franse speler tussenzat. Naar verluidt had onze Nico de bril van zijn vrouw op.

Zelf ben ik ook zo bijziend als de pest. Ik moet leven met een handicap van min vijf aan beide ogen. Maar ik draag al een kleine dertig jaar contactlenzen. Brillen staan mij niet. Of ik ben er gewoon te ijdel voor. Mijn visuele handicap kwam voor het eerst aan het licht toen ik een jaar of tien was. Ik kon de sommen en zinnen op het schoolbord steeds moeilijker lezen, maar ik wilde niet toegeven dat ik een bril nodig had. Ik probeerde mijn slechter wordende zicht te maskeren door naar het toilet te gaan en dan, terwijl ik langs het bord liep zoveel mogelijk te onthouden van wat er op het bord stond. Die tactiek werkte uiteraard niet feilloos en hij duurde ook niet lang. Mijn cijfers gingen rap achteruit en dat terwijl ik een goede leerling was. De daling van mijn cijfers was behoorlijk verdacht en dat in combinatie met het feit dat ik steeds dichter bij de TV ging zitten om de ondertitels goed te kunnen lezen, gaf mijn ouders genoeg redenen om mij toch maar eens naar de opticien te sturen. Ik bleek al bijna min twee te hebben en moest aan de bril. Ik kon wel huilen en dat deed ik dan ook. Jongens met brillen waren altijd sukkeltjes en daar wilde ik niet bijhoren.

Daarbij was mijn bril ook nog eens een afschuwelijk lelijk en van elke leuke smaak gespeend ziekenfondsding. Een fantasieloos, gezichtsontsierend onding. Ik schaamde me er kapot voor. Er zijn dan ook weinig jeugdfoto’s van mij met bril te vinden. Ze zijn er wel, maar op de vingers van een door vuurwerk aangetaste hand te tellen. Als er al een foto werd genomen terwijl ik dat ding op had verdween die bril gelijk in het hoesje. Toen ik veertien was ging ik over op contactlenzen en daar ben ik tot op de dag van vandaag nog heel erg gelukkig mee. Al zou ik er wellicht nu toch wel een bril voor ernaast bij willen hebben. Gewoon, voor thuis.

Waar ik wel altijd fan van ben geweest zijn zonnebrillen. Zonnebrillen zijn cool. En gelukkig werden we afgelopen weekend voor het eerst dit jaar gekieteld door de lente, dus dan gaat gelijk die zonnebril op dat hoofd van mij. Vooral zondag was het lekker weer. Mensen zien er meteen vrolijker uit, er wordt weer gelachen, ik zag de eerste rokjes op straat. Zou wijlen Martin Bril afgelopen zonovergoten zondag al tot zijn befaamde ‘rokjesdag’  hebben uitgeroepen?

Geen idee, het is maar door welke bril je het bekijkt.   

En die ouwe Rodzooi heeft ook een nieuw boek uit: ”Het nut van een gebreide condoom”. Bestellen kan via [email protected] of via Facebook Rodney Rijsdijk. Voor €15,- kun je het boek ophalen in Amsterdam-Centrum of voor €19,50 stuur ik de PostNL-duif je kant op.

Rodweek 95 Broederschap

Hoewel ik in meer dan een kwart eeuw door heel Nederland en Europa enorm veel concerten heb mogen zien, heb ik Golden Earring slechts één keer zien optreden. En dat is nog niet eens zo gek lang geleden. In 2017, toen het Haagse equivalent van The Rolling Stones al 56 jaar bestonden en reeds 48 jaar in dezelfde samenstelling speelde zag ik ze pas voor het eerst live spelen. Plaats van handeling: een festival in recreatiegebied de Groene Ster te Leeuwarden, de hometown van mijn toenmalige aanstaande ex.

Ik zou ze ooit jaren eerder eens ergens gaan zien, maar dat ging om de een of andere reden niet door. Daarvoor en daarna is het er gek genoeg nooit van gekomen, terwijl de Earring toch echt zo ongeveer in elke uithoek van Nederland heeft gespeeld. Van Sexbierum tot Koeiestront aan den Huyg en alles er tussenin: de Earring speelde overal. Maar ik was er, op die ene keer in Leeuwarden na, nooit bij.

En dat terwijl ik de Earring altijd wel een toffe band heb gevonden. Mijn eerste kennismaking met de heren Hay, Kooymans, Gerritsen en Zuiderwijk was in 1984 met die vreemde clip van When the Lady Smiles. Als zevenjarig jongetje met natte haren op de bank naar Countdown of Toppop kijkend. Golden Earring was niet de eerste band die de muziekfan echt in mij wakker kuste. Dat was Queen, een jaar later op Live Aid. Die overdonderden me echt en maakten van mij definitief een fanatieke muziekfan. Mijn smaak zou later nog vele vertakkingen krijgen. Van hiphop tot Hazes, van soul tot Sepultura, van punk tot klassiek, van Jimi Hendrix tot reggae en van alles daartussen en omheen.

Maar ik vond de Earring als ontluikende muziekliefhebber leuk, sympathiek en ik vond het cool dat ze gewoon uit Nederland kwamen. Ze waren zo on-Nederlands tof. Maar hun echte grootsheid ging ik pas later zien. Ik leerde buiten de grote hits als Radar Love, Twilight Zone en When the Lady Smiles meer van hun oeuvre kennen, ging over ze lezen en besefte me eigenlijk toen pas dat dit hele grote meneren in de internationale muziekwereld waren. Ik denk dat ik me dat pas rond mijn twintigste pas echt begon te realiseren. Ik had dan al een hoop internationale bands gezien in de Melkweg, Paradiso, Tivoli, Patronaat, nog wat zalen in den lande, ik was al op wat festivals geweest  en ik had al wereldsterren in de ArenA gezien, maar ik besefte me nog niet welke wereldsterren wij binnen onze landsgrenzen hadden. Die moest ik dus een keer live zien.

Dat moest er gewoon een keer van komen, zo beloofde ik mijzelf. Het zou schandalig zijn als ik Nederlands’ grootste rockband nooit live zou hebben gezien. Ik loste die belofte aan mezelf dus pas op mijn veertigste in. En ik heb duizenden concerten gezien en ik ga nu niet heel schijnheilig zeggen dat dit het beste optreden was dat ik ooit heb gezien, maar ze maakten absoluut indruk op me. Ik zag niet vier oude mannen, maar vier jongens van rond de 70 jaar heel veel plezier hebben met hun bandje. Dat jongensachtige enthousiasme wat ze nog steeds uitstraalden op het podium daar kan menige verveelde rapper die een halfuurtje over een bandje heen ouwehoert of plichtmatig spelend rockbandje een voorbeeld aan nemen.

Ik was dus zeker van plan om de heren dus nog eens te gaan zien. Dat zou toch wel lukken? Sommige bands houden namelijk gewoon nooit op, vandaar mijn vergelijking met de Rolling Stones. Die zijn zelfs nog ouder qua leeftijd. Charlie Watts tikt dit jaar de 80 aan, al zag die er 30 jaar geleden ook al uit als een man van 80. Keith Richards wordt tegen elke natuurwet 78, evenals Mick Jagger en benjamin Ron Wood is de snotneus van de band met z’n bijna 74 jaar. Dan moet Golden Earring toch ook nog een paar meegaan, dacht ik? Of in elk geval met een mooie afscheidstour afzwaaien.

Maar helaas, het heeft niet zo mogen zijn. Gedwongen door de ziekte van oerlid George Kooymans stopt de band. Het was de afspraak tussen de mannen: zodra er eentje van de band omvalt of niet meer kan stopt de band. ‘’Een gitarist is te vervangen, maar een broertje niet’’, zo sprak Barry Hay toen deze week het officiële einde van Nederlands grootste rockband ooit een feit werd. Ze hebben hun eigen afscheid helaas niet mogen regisseren, maar mijn god wat laten ze, gelukkig allemaal nog bij leven, een ongelooflijk grote muzikale erfenis na.

Ik ben blij dat ik ze in elk geval één keer heb zien optreden. Voor nu past slechts een grote buiging voor het broederschap Golden Earring, dank voor alle mooie muziek en heel veel sterkte aan George Kooymans.  

En die ome Rodzooi heeft ook een nieuw boek uit: ”Het nut van een gebreide condoom”. Bestellen kan via [email protected] of via Facebook Rodney Rijsdijk. Voor €15,- kun je het boek ophalen in Amsterdam-Centrum of voor €19,50 stuur ik de PostNL-duif je kant op.

Als een rollende steen….

rolling stonesHet was 6 juli 1998. Een heerlijke hete zomerdag en The Rolling Stones speelden voor de vijfde keer die week in de Amsterdam Arena, de Bridges to Babylon-tour. Ik had de voorgaande vier optredens ook al gewerkt. Kaartjes scheuren, fouilleren of mensen naar hun plaats begeleiden: ik deed het allemaal lachend. Ook al had de band al jaren geen plaat van muzikaal belang meer gemaakt, het waren wel de Stones en ik werd betaald om concerten te zien waar mensen het astronomische bedrag van 98 gulden voor hadden betaald. Tegenwoordig is 45 euro voor een dergelijk concert een koopje, toen vonden we het absurd veel geld. Lees verder