Zaterdagavond was ik voor het eerst in jaren weer eens in het Ajax-supportershonk. Ik was iets eerder dan gebruikelijk in de buurt van het stadion en besloot het resterende uurtje tot aan de wedstrijd daar te killen. Biertje er bij. Gezellig. Ik zag wat vrienden en bekenden, maar ook een paar mannen met strakke, fanatieke blikken. Volgens hun paspoort ook volwassenen. Een van die mannen, een grote kale met een niet al te sympathiek hoofd, had iets over Rotterdammers. Dat waren kakkerlakken! En die moesten allemaal een enge ziekte krijgen, zo schreeuwde hij. En niet ver van de ingang van het honk stond een mannetje met de uitstraling van een lullige kantoorklerk heel stoer dingen te roepen als ‘Amsterdam, hooligans!’ In z’n eentje. Dat maakte het nog sneuer. Toen het klerkje zag dat ik even naar hem keek riep hij nog een keer iets heel stoers. Om indruk te maken of zo, denk ik. Persoonlijk was ik meer onder de indruk van de laatste keer dat mijn neefje van twee zijn neus snoot. Dat maakte een indrukwekkender geluid.
Ik was weer terug in de kille realiteit van het moderne voetbal.
En dat terwijl ik daags daarvoor zo genoot van de weldadige warmte van het ouderwetse voetbal. Ballenopdeberg, een evenement georganiseerd voor en door echte voetballiefhebbers, op de Wageningse Berg. Lees verder