Afgelopen weekend ben ik voor eerst sinds eind augustus weer eens in de grote gevaarlijke wereld buiten de ring Amsterdam geweest. Goed, Haarlem en Weesp, dat zijn nou niet direct wat je noemt wereldafstanden, maar toch, even die stadsgrens weer over. Het is een klein half jaar, maar het voelde als honderd jaar geleden dat ik de stad was uitgeweest.
Wat niet als honderd jaar geleden voelt maar inmiddels wel al tientallen jaren geleden is: de jaren 90! De jaren 90 was voor mij de tofste tijd van mijn leven, de tijd van alles ontdekken: op jezelf wonen, liefde en lust vieren (die 2 haalde ik nogal eens door elkaar), uitgaan, concerten, drinken, roken, naar voetbalwedstrijden gaan door Nederland en Europa, soms wel geld, soms geen geld, soep leren koken want dat is goedkoop en voedzaam, voor jezelf leren zorgen, op je platte muil gaan, maar bovenal waren de jaren 90 voor mij één groot feest. Goed, af en toe moest er school of werk gedaan worden als hinderlijke onderbreking tussen alle festiviteiten door, maar ik zou die tijd zo weer overdoen. Het uitgaansleven in Amsterdam stond aan de mondiale top en Ajax ook. Ajax won Europacups en de wereldbeker voor clubs. Kluivert en Blind: ik denk nog steeds eerder aan Patrick en Danny dan aan Justin en Daley, hun zonen die nu voetballen.
De jaren 90: Ik waande me de koning van de nacht en de Korsakoff en de Melkweg waren mijn paleizen.
Voor mijn gevoel is het allemaal hooguit een paar jaar geleden. Maar dat gevoel is bedrieglijk. Wij kregen op de HAVO ook geschiedenisles. Als het dan over de jaren 60 of 70 ging dan klonk dat heel ver weg. We zagen zwartwitbeelden en hoorden de Polygoonjournaalstem van Philip Bloemendal. John F. Kennedy dood, Vietnamoorlog, Hippies, Nozems, Dijkers, Pleiners, Nieuwmarktrellen, Woodstock, Jimi Hendrix, Johan Cruijff, Piet Keizer: dat was allemaal voor onze tijd. Ver voor onze tijd. Als onze ouders weer eens vertelden dat ze in hun jeugd een patatje mayo voor twee kwartjes en een pakkie sigaretten voor een gulden kochten keken we verveeld. Sentimenteel ouwelullengeziek.
’’Oh ja joh? Dat was zeker nog in zwart-wit!’’ schamperden wij, als onze ouders weer eens een verhaal uit die stoffige ouwe doos opdisten. Maar nee, lieve generatiegenoten: hun verhalen waren ook maar 20 tot 30 jaar oud. Net als de verhalen die wij nu vertellen aan de jongere generaties.
’’Ja, ja De Meer was veel gezelliger dan de Arena, voetballers voetbalden vroeger op zwarte kicksen en zagen er bijna allemaal uit als Oost-Albanese bouwvakkers.’’ Je ziet de jeugd verveeld kijken, zoals wij verveeld keken als onze vaders of ooms weer begonnen over het Gouden Ajax van de jaren 70 of over het WK74 dat ‘we’ hadden moeten winnen, als je de steeds sterker wordende verhalen mocht geloven. Terecht dat de jeugd ons nu ook ouwe zeikerds vindt. We zijn gewoon dezelfde sentimentele ouwe dwazen als onze ouders geworden.
De definitieve bevestiging dat mijn generatie nu ook officieel oud tot het ”Gilde der Ouwe Fossielen” is toegetreden zag ik vanmorgen op Twitter. Iemand merkte op dat de jaren 90 dit jaar een examenonderwerp is op het HAVO-examen. HAVO? Hey, dat heb ik ook gedaan! Ja, ouwe, 26 jaar geleden in 1995. Mijn puberteit, adolescentie en ultieme feesttijd ligt al veel verder achter me dan ik ooit zal toegeven. Ik zie veel mensen met wie ik in de jaren 90 omging ook nog. Goed, we zijn dus kennelijk allemaal ineens een jaar of 25 a 30 ouder sinds we elkaar leerden kennen en voor sommigen geldt zo’n zelfde toename niet alleen in jaren, maar ook in kilo’s. Sommige mensen zijn grijs geworden. Bij sommigen zijn de lange haren weg. Roken en drinken is vervangen door yoga en hardlopen. Bij het lezen komt er ineens een brilletje tevoorschijn. Ineens hebben sommige mensen kinderen. Sommige van die mensen hebben zelfs al volwassen kinderen. De eerste mensen in mijn vrienden- en kennissenkring die opa of oma zijn voor hun vijftigste hebben zich reeds enkele jaren geleden aangediend.
”Mijn” jaren negentig zijn kennelijk al zo antiek dat het een examenonderwerp is. Ik vind dat bizar.
Ik leerde in 1991 op de HAVO dat het al 22 jaar geleden was dat Neil Armstrong in 1969 als eerste mens op de maan landde. Kinderen die anno 2021 muziekgeschiedenis leren zullen horen dat het legendarische album ‘Nevermind’ van Nirvana in 1991 uitkwam. En ja, dat is zomaar, 3… eh….30 jaar geleden, ouwe!
En die ouwe Rodzooi heeft ook een nieuw boek uit: ”Het nut van een gebreide condoom”. Bestellen kan via [email protected] of via Facebook Rodney Rijsdijk. Voor €15,- kun je het boek ophalen in Amsterdam-Centrum of voor €19,50 stuur ik de PostNL-duif je kant op.