Dat ik al mijn geld met mijn handen verdien is natuurlijk de dijenkletser van de eeuw. Ik heb een aangeboren onhandigheid die je bepaald niet tutoyeert. Daar zeg je met recht ‘U’ tegen. Dat ligt natuurlijk deels aan mijn weinig verfijnde motoriek. Mijn vader kocht ooit, toen ik nog een kleine brokkenpiloot was, eens een speelgoedautootje voor mij. Of het echt niet stuk kon, vroeg mijn vader. De verkoper sloeg en gooide met dat ding, haalde er allerlei capriolen mee uit en inderdaad dat kreng was niet stuk te krijgen. Ik speelde er een paar minuten mee: autootje total-loss. Alles kan stuk bij mij! Misschien dat ik daarom ook wel voetbalsupporter ben geworden. Een tweede verklaring is mijn eveneens aangeboren gebrek aan geduld: iets moet meteen lukken, anders word ik narrig. Helaas helpt een motorische gestoordheid daar niet bij. Tel daarbij dat nou niet bepaald iedereen in mijn omgeving mij vroeger al te veel stimuleerde om een Handige Harry te worden. Daarvoor heb ik vriendelijk uitgesproken teksten als ‘’Nee, bemoei jij je daar nou maar niet mee’’en ‘’Nee, dat kan jij toch niet’’’ net iets te vaak gehoord. Lees verder