In september 1998, toen ik nog een jong velletje van 21 was, liep ik mijn eerste modeshow. Sorry voor de mensen die nu hun thee tegen het scherm proesten en inmiddels hard toe zijn aan wat sterkers: ja, daar heb ik ook nog mijn geld mee verdiend. Het was geen lange carrière, maar een showtje of vijf heb ik nog wel gelopen. Van de straat geplukt terwijl ik in het holst van de nacht poepeloeres dronken naar huis liep vanuit de Korsakoff. Vijfhonderd gulden voor een avondje heen en weer lopen op een catwalk in mooie pakken, dat leek me makkelijk verdiend. Ik kreeg nog wel een paar lessen catwalktraining ter voorbereiding, zodat ik daar niet als een lompe hork over die catwalk zou stampen. De show waar ik voor uitgekozen was, was de verkiezing van het patsertijdschrift Esquire voor de best geklede man van Nederland. Het was nogal ironisch dat uitgerekend ik daarvoor werd uitgekozen, want ik zou mezelf in die jaren nou niet bepaald een stijlicoon noemen met m’n vale spijkerbroeken, hemdjes en bandshirtjes. De show werd gehouden in de Amuse Bouche tegenover de Melkweg, een etablissement dat we tegenwoordig kennen als de Sugarfactory. Tot best geklede man van dat jaar werd de flamboyante columnist Pim Fortuyn uitgeroepen. Een man die maatpakken van tien ruggen droeg en met wie het later nogal onfortuinlijk zou aflopen. Hij was die avond overigens niet aanwezig om zijn prijs in ontvangst te nemen. Lees verder