Jaren geleden schreef Jules Deelder een gedicht voor zijn dochter Ari. Dat gedicht begon met de zin: ‘’Lieve Ari, wees niet bang, de wereld is rond, en dat istie al lang.’’ Ik moest er laatst aan denken toen ik de TV aanzette en Matthijs van Nieuwkerk nog vaker dan gebruikelijk op TV zag. Ik dacht namelijk dat het gedicht van Jules begon met de zin: ‘’Lieve Ari, wees niet bang, de wereld draait door en dat doet-ie al lang.‘’ Mea culpa, mijn fout, maar we maken allemaal weleens een fout. Of niet soms, Matthijs?
Want aan de lange polonaise van zich misdragende en op de digitale brandstapel gegooide bekende Nederlanders die we in 2022 hebben gehad heeft ook Matthijs van Nieuwkerk zich aangesloten. Matthijs scheen dus nogal de bullebak te hebben uitgehangen tegen zijn redactie en nu, jaren later, vallen alle lijken uit de kast. Ik sta daar tweeledig in. Vooropgesteld staat dat je je te allen tijde fatsoenlijk hebt te gedragen tegen je ondergeschikten. Als de verhalen die nu naar buiten komen kloppen dan heeft Van Nieuwkerk zich als een ongelooflijke zak hooi gedragen en daar mag hij ook voor worden gestraft. Al denk ik dat zijn voorgoed besmeurde naam en reputatie misschien al een behoorlijke straf is. Nadeel van een bekende kop hebben is dat iedere boerenlul iets van je vindt. Dus ook als je je misdraagt. Al die bekende Nederlanders die zwaar over pot hebben heen gepist in het afgelopen jaar worden voor eeuwig herinnerd aan hun wandaden. Dat is wat deze digitale tijd nu met mensen doet. In plaats van ‘The walk of fame’ is simpel de straat op gaan om boodschappen te doen voor Matthijs en de rest van de beroemde polonaise nu ‘The walk of shame’.
Anderzijds speel ik even Advocaat van de Duivel van Nieuwkerk: 15 jaar lang een programma als DWDD presenteren is keiharde topsport. Dat geeft je nog steeds geen reden om je als een gestoorde TBS’er te gedragen, maar de druk en spanning die er elke dag is om een topprogramma neer te zetten lijkt me heftig en het lijkt me dat Matthijs en zijn redactie daar beter in begeleid hadden moeten worden. Het is makkelijk om nu met het grote publiek vanaf de zijkant en vanachter onze laptop deze man van z’n voet tot z’n hoed af te fikken.
Een vriendin van mij trok een leuke vergelijking op micro-niveau. ‘’Al die mensen die nu Van Nieuwkerk online zitten af te fakkelen hebben nog nooit met een chefkok in de horeca gewerkt.’’ Dat is inderdaad een redelijk treffende vergelijking. Ik heb jarenlang in de horeca gewerkt en ik zal niet zeggen dat alle koks met wie ik heb gewerkt stapelgek en opgefokt zijn, maar ook best een boel wel! Zeker met spitsuur tijdens een drukke lunch of een diner, dan moest ik het ook niet in m’n hoofd halen om ook maar een klein foutje te maken. Dan konden ze gek worden. Of ze gingen compleet uit hun pan (!) als ik om een extra bakje mayonaise vroeg omdat de gast dat gewoon bestelde. Ze konden volkomen debiel onredelijk zijn. Koks voelen ook die druk dat ze elke keer die bonnen binnen zien komen en die denken dan dat alles maar snel af moet. Ik was en ben altijd makkelijk daarin geweest: rustig aan, mensen wachten maar, zeker als het druk is. Ze hebben ook maar twee handen, dus sneller dan het gaat, gaat het niet. Zeker als ik even uitlegde dat het spitsuur is vonden mensen dat meestal geen probleem. En mensen die gehaast gingen doen raadde ik het restaurant met de grote gele M aan. Dat haalde ook veel druk bij die koks weg, omdat m’n collega en ik rustig bleven en het overzicht hielden.
Nou ben ik daar altijd goed tegen dat soort druk bestand geweest en liet ik me er nooit door gek maken, maar ik heb best een aantal collega’s meegemaakt die amper de keuken binnen durfden te lopen omdat ze bang waren dat hun strot er af werd gebeten. Of die huilend wegliepen. Ik liet me nooit zo van de wijs brengen door een briesende kok. Ik liet me gewoon niet afblaffen en zei er wat van. En ik heb ook wel eens een gesprek gevoerd met een chefkok, buiten de werkgever om, omdat ik vond dat diegene zich als een malle patiënt gedroeg en of dat even heel snel kon stoppen. Niet iedereen is zo assertief, maar ik ben gewoon niet van zulk gedrag naar mij toe gediend. Maar soms kiezen mensen voor de veiligheid van hun baan en laten ze zich maar alles zeggen door ‘’Mijnheer van Nieuwkerk’’ of door een kok die even gek wordt. Ik niet.
Ik luister en doe prima wat een werkgever of een collega van mij vraagt, maar ik heb geen baas. Ik heb een werkgever en ik heb collega’s. Honden hebben een baas. Dus ik laat me ook door niemand afblaffen als een hond. ‘’Mijnheer van Nieuwkerk’’ had aan mij een slechte gehad. Voordat hij mij overspannen zou naar huis zou schreeuwen zou ik zelf al lekker thuis zitten. Alles uit m’n handen laten vallen en lekker met een glaasje wijn en een kaasje op de bank op zoek naar nieuw werk. En doorrrrrr!
Hoe hard de les nu ook voor hem moge zijn, want hij is keihard van zijn voetstuk geschoten: ik hoop dat Matthijs van Nieuwkerk van deze situatie leert en dat hij zich beseft dat hij een totale lul de behanger is geweest voor zijn werknemers, hoe hoog de druk ook kan zijn: er zijn geen excuses voor slavendrijverig horkengedrag. En dat zijn werkgever ook beseft dat zij in de begeleiding compleet hebben gefaald. Hij heeft zo’n 2500 afleveringen van DWDD gepresenteerd en ik geloof echt niet dat hij al die 2500 afleveringen een eikel is geweest, maar al is het maar 50 of 100 keer dan is dat nog altijd 50 of 100 keer te veel.
Dus Matthijs, lik je wonden, ga in therapie of ga lekker je centen tellen en bedenk je, vrij naar Jules Deelder:
‘’Matthijs, wees niet niet bang,
De wereld draait doooorrrrrrrrr!
En dat doet ie al lang.’’
Tag Archives: kok
Rodweek 147 Magere Kokkies
‘’Never trust a skinny cook’’, dat is de tekst die boven het doorgeefluik van de keuken van onze Griekse vriend Babis staat. Zijn restaurant bevindt zich net buiten Agia Galini, een dorp dat zo bruisend is als een glas Spa Blauw. Galini is een stipje op de kaart met een populatie van zo’n 500 inwoners in het zuiden van Kreta. De tekst boven zijn keuken getuigt van leuke zelfspot, want je kunt veel over Babis zeggen, maar de goede man is allesbehalve mager. En dus een kok die je niet hoeft te wantrouwen. Babis weet precies wat hij verkoopt. Ik vind het het altijd fijn om geld uit te geven bij mensen die echt weten waar ze het over hebben.
Babis is buitengewoon goed in zijn vak. Hij tovert de meest tongstrelende gerechten op tafel. Hij is absoluut één van de beste koks die ik ken. Het enige probleem bij Babis is alleen dat hij er van uit gaat dat andere mensen dezelfde hoeveelheden naar binnen metselen als waar hij zijn volle postuur aan heeft te danken. De eerste keer dat ik met mijn vriendin bij Babis ging eten bestelden we ‘Babis Way’, een soort verrassing van de chef. Die ‘fout’ maak je maar één keer. Je krijgt dan dus allemaal dingen die Babis ook zou eten. Voor een bijzonder schappelijke prijs. Maar op het moment dat je dan al aardig vol begint te raken blijkt dat je amper op de helft zit, want dan komt er nog van alles aan en het niet op eten is onbeleefd! Als je al dat culinaire geweld hebt overleefd moet dat naar goede Kretenzer gewoonte worden weggespoeld met een paar glaasjes raki. Want dat is goed voor de spijsvertering. Babis stookt de raki zelf. En ook dat kan hij briljant goed! De beste raki van Kreta komt bij Babis vandaan, geloof mij maar. Dus na een sessie bij Babis weet je van voren niet helemaal goed meer dat je van achteren leeft, maar wel dat je fantastisch hebt gegeten en dat je de volgende ochtend drie keer moet doortrekken voor je weer op de bril zit.
Het is dat ik niet van het complotdenken ben, maar anders zou ik Babis er serieus van verdenken dat hij de mensheid in opdracht van reptielen probeert te overvoeren en daarmee uit te schakelen. In opdracht van reptielen? Ben je gek, Rodney? Nee hoor, maar er loopt in Nederland dus een goed betaald Tweede Kamer-lid rond die gelooft dat de macht in handen van kwaadaardige reptielen in mensengedaante ligt. En dat deze Sssssssssssssjerry voor veel teveel belastinggeld een regeringszetel bevlekt met zijn kakkerige kakreet is al een gotspe, nog zorgelijker is dat hij en zijn clowneske partij ook nog een redelijke fanclub van gekkies heeft.
Weet je, het zal allemaal wel. Laat die gek maar lullen. De man is zo geschift als een pak yoghurt, presteert het om zichzelf met de dag steeds belachelijker te maken en zal daarom nooit echte macht verkrijgen. Hier in Agia Galini maakt niemand zich druk om dit soort kolderieke toestanden. Hier zijn mijn Griekse vrienden blij dat ze een geweldig vakantieseizoen hebben gedraaid en over negen dagen vijf maanden welverdiend mogen uitrusten van zeven maanden keihard werken. Galini verandert in die vijf maanden gewoon weer in het slaperige vissersdorpje dat het eigenlijk is.
Mijn meissie en ik zijn nog twee dagen weg uit de Hollandse gekte. We genieten hier even lekker van elkaar en de rust om ons heen. De vriendelijke mevrouw van het reisbureau die hier in het dorp kantoor houdt vroeg ons of we zin hadden om twintig kilometer door een bergkloof te wandelen. Daar hebben we vriendelijk voor bedankt. We werden al moe van de vraag. Wij doen bij voorkeur geen ene flikkerse moer tijdens onze vakanties. Dat is sowieso altijd ons plan tijdens elke vakantie. We werken allebei al hard genoeg voor onze centen en tijdens onze vakanties is de enige existentiële vraag eigenlijk waar we gaan eten en drinken.
Waar we vanavond gaan eten? Geen idee. We zien wel. Misschien wel bij ome Babis. Het eten van gisteren is net verteerd. Maar het kan ook ergens anders, het eten is hier overal lekker. Men doet hier namelijk niet aan magere kokkies. Want die zijn niet te vertrouwen, vinden ze hier. Maar nog altijd meer dan een politicus die in machtige reptielen gelooft, vind ik.