‘’Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan.’’ Het is de eerste zin van het gedicht ‘’Herinneringen aan Holland’’ van Hendrik Marsman uit 1936. Een gedicht dat tot een van de beroemdste uit de Nederlandstalige literatuur behoort. Die fameuze eerste regel kan ik moeiteloos één op één Turkije betrekken, waar ik een keer of drie, kan ook vier zijn, compleet pretentieloze strandvakanties in all-inclusivehotels heb gevierd. Zo’n vakantie die je doet als je compleet gesloopt bent van je werk en liever niks anders aan je hoofd hebt dan dingen als: zon, zee, onbeperkt eten en onbeperkt drinken.
Daar komt ie dan: ‘’Denkend aan Turkije zie ik brede stromen toeristen traag langs oneindige buffetten met lauw eten en slecht getapt bier gaan.’’ Veel meer heb ik eerlijk gezegd niet van het land meegekregen in die keren dat ik er ben geweest. Daar kwam ik ook niet voor. Ik kwam daar altijd om mijn hoofd leeg en mijn pens vol te maken en daar waren dat soort vakanties altijd perfect geschikt voor.
Maar sinds een paar dagen denk ik, als ik zomaar plotsklaps aan Turkije denk, ineens dingen als: ‘Op hoeveel graden moet ik de oven eigenlijk zetten?’, ‘Waar vul ik het mee?’ of ‘Is dat ook lekker met rozemarijn en tijm?’
Dat komt door de president van het land, de heer Erdogan. Recep Erdogan zit tegenwoordig klaarblijkelijk op een cursus Engelands. En eenmaal bij de letter ‘T’ aanbeland kwam de machtigste man van het land er pardoes achter dat Turkije in de Engelse taal ‘Turkey’ heet. En de hele wereld, behalve de Turkse president kennelijk, wist allang dat Turkey ook het woord is voor ‘kalkoen’. Daar wil je als volk natuurlijk niet mee vergeleken worden, bedacht de lange arm der Turkse wet. ”Kom zeg, kalkoenen. Dat zijn nou niet de knapste dieren uit het dierenrijk en bovendien klinkt hun stemgeluid als slechte B-porno-actrices die bepaalde orale handelingen verrichten bij een man.” (Dit laatste weet ik uiteraard van een vriend). Maar zoiets moet Recep gedacht hebben, toch?
Ik denk dus nu bij Turkije alleen maar aan kalkoen. Dankzij ome Recep(t).
En dus vindt de president dat de naam internationaal anders moet worden. Zodat mensen niet meer die vergelijking van Turkije met een kalkoen kunnen maken. Dit is dus geen bericht van het onovertroffen medium De Speld, dit is dus gewoon echt waar. Wellicht zal het idee navolging krijgen van Mongolië, alwaar het staatshoofd er inmiddels achter komt dat Mongolen in de westerse wereld worden geassocieerd met mensen die het Syndroom van Down hebben. En voor je het weet denkt de rest van de planeet ook nog dat de hele Mongoolse bevolking een chromosoompje te veel heeft.
China! Toen T’Pau in de jaren 80 een hitje had met ‘China in your hand’ begreep ik daar helemaal niks van. Wat nou, China in je hand? Wat een stom kutlied. Pas later begreep ik dat ‘China’ ook voor porselein stond. Wellicht is Recep ook al zover in zijn Engelandse taalcursus.
Of wat dacht je van Hongarije? Dat is ‘Hungary’ in het Engels, maar als je dat snel uitspreekt klinkt het als ‘Hungry’ En straks denkt de hele wereld nog dat alle Hongaren honger hebben. Die Orban zal wel denken: ‘Dat moeten we allemaal niet willen! Snel een andere naam voor de Magyaarse staat!’
Maar terugkomend op Turkey, ik ben zo blij als de horeca woensdag weer open mag! Mijn leven ziet er de laatste twee jaar al te vaak uit als een soort van all inclusive-vakantie. Maar dan met te weinig zon. Ik ben er wel klaar mee. Ik wil weer wat te doen hebben en vooral ook weer werken voor m’n geld. Lekker lopen, lekker bewegen. Ik heb alles te eten en te drinken wat ik wil, dus dat consumeer ik dan ook. Ik ben nogal een snaaier, dus de kilo’s vliegen eraan. En dan wandel ik mezelf elke dag de kolere om die overtollige kilo’s er af te lopen, maar dat is met wisselend succes. Sinds de laatste lockdown zijn er toch iets te veel kilo’s bijgekomen. Die moeten er dus weer af. Voor ik het weet zie ik eruit als een te breed gevulde Hollandse turkey, traag langs de oneindige grachten van Amsterdam slenterend.