Rodweek 120 Repbrandt

Gisteren lag er een boek, geschreven door Theun de Winter, in mijn brievenbus. Het boek gaat over de roadtrip die de auteur in 1975 met voetballer Johnny Rep maakte van de Zaanstreek naar Valencia, alwaar Rep een contract met de plaatselijke FC had getekend. Voor 12,50 inclusief verzendkosten werd het boek gesigneerd en wel door Rep opgestuurd. ‘Dat is geen geld voor een boek!’, dacht ik. Dat is het ook niet, maar de omschrijving ‘boek’ is dan ook eigenlijk wel lichtelijk overdreven. De officiële telling geeft aan dat het boek 48 pagina’s telt, maar trek daar de witpagina’s, de inhoudsopgave, colofon, een paar foto’s en een voorwoord vanaf  en je houdt netto 30 pagina’s over. Op A6-formaat en met een lettertype dat zo groot is dat er geen leesbril of loep bij nodig is.

Ik had mezelf een glaasje wijn ingeschonken, nestelde mij met poes Eva op schoot languit op de bank en begon te lezen. Bij mijn derde slokje, na een klein kwartier, halverwege het glas, was het boek uit. Serieus, over de feestdagenfolder van de HEMA doe je langer. Het is gewoon een leuk reisverslag, zoals mijn vrienden en ik die ook vaak hebben geschreven na reisjes, alleen is hier dan een kaft omheen gedaan.

Maar hoewel het werkje te kort is om het als een echt boek te beschouwen, je noemt een regenworm tenslotte ook geen slang: ik vond het twaalf en een half welbestede euro’s. Het geeft een leuk tijdsbeeld van twee jonge gappies van in de twintig, die in de jaren zeventig met een autootje naar Spanje tuffen.
Rep, Ajacied, Europacupwinnaar en wereldbekerwinnaar zou in deze tijd in een privéjet en met alle bijbehorende egards worden overgevlogen naar zijn nieuwe werkgever. Reppie niet, die kachelde gewoon met z’n beste maat in een karretje van de Zaan naar de zon. Tassie voetbalschoenen, wat te eten en te drinken mee en gaan. Onderweg moest even worden gestopt in Llorett de Mar. Daar had Rep over gelezen dus daar moest gestopt worden. ‘’Daar is het gezellig, dus daar moeten we wezen!’’ was de gevleugelde uitspraak van ‘Goudhaantje’, zoals zijn bijnaam luidde. Die uitspraak is ook de opdracht van het boek. Een uitspraak waar ik mijzelf ook altijd prima in heb kunnen vinden. Al met al een amusant reisverslag. Ik vertel niet te veel want voor ik het weet heb ik het hele verhaal verklapt.  

Daarbij gun ik Rep en zijn gabber wel een paar centjes. Al is het alleen maar omdat Johnny Rep ooit eens gelegenheidscoach was van het gelegenheidsteam waarin ik in 2012 in speelde. Hij was samen met de legendarische snor Abe van den Ban medeverantwoordelijk voor de 3-2 zege die de voetbalbloggers in het Haarlem-stadion behaalden tegen een team van sportjournalisten, die Willem van Hanegem en Hans Kraaij jr. als coaches hadden. Maar wij werden geïnspireerd door de meest legendarische snor uit het Nederlands betaald voetbal en door ‘Goudhaantje’. En zo wonnen wij in de laatste secondes van de wedstrijd met 3-2. Niet dat mijn aandeel daarin heel groot was, maar toch, ik was erbij. Zodra ik de bal kreeg deed ik wat ik altijd doe als ik ergens mee voetbal: ik pass ‘m zo snel mogelijk door aan iemand die er wel wat mee kan. Bij voorkeur aan iemand die hetzelfde shirt aanheeft als ik. Dat is voor iedereen het beste. Na een 0-2 achterstand kantelde de wedstrijd, terwijl Johnny Rep langs het veld cola-tikkies kantelde. Johnny zag dat het goed was. Dus alleen al om die herinnering vond ik dit werkje een prima aankoop.

En daarbij: we doe allemaal wel eens een aankoop toch? Zo ook de Nederlandse staat. Die deed ook maar eens een aankoop. Iets waar we allemaal wat aan hebben! Natuurlijk, een Rembrandt! Want daar kunnen we er niet genoeg van hebben. Rembrandt, die zelf in armoede stierf, Wat zou hij er van hebben gedacht dat zijn werk nu voor 175 miljoen ekkies zou worden gekocht door de Nederlandse staat? Goed, het is Nederlands cultureel erfgoed, maar het is als regering toch niet te verkopen aan de culturele sector die nu zo goed als op z’n gat ligt, om dan maar voor één fucking schilderij  175 mio af te tikken? Dat geld had leuker verdeeld kunnen worden. Zeker aan een steeds kwader en radelozer wordende bevolking zijn dit soort rare fratsen gewoon niet uit te leggen.

De vroegere Amsterdamse wethouder Jan Schaeffer had ooit de legendarische uitspraak: ‘In gelul kan je niet wonen’. Vertaald naar deze tijd zou je kunnen zeggen: ‘Van een Rembrandt kan de cultuursector niet vreten.’

Andere mooie Schaeffer-uitspraak: ‘Is dit beleid of is hier over nagedacht?’ Die is nog steeds 1 op 1 toepasbaar in deze situatie.

Of het schilderij mooi is of niet en wel of niet het geld waard is, daar ga ik niet over. Daar hebben andere mensen meer verstand van. Ik vind het overigens wel treffend dat de jonge André Hazes (de ouwe, niet de kleine) sprekend lijkt op de mijnheer die Rembrandt destijds als vaandeldrager afbeeldde. Maar alle gekheid op een blogje: zo’n uitgave voor een schilderij is in deze tijd niet te rechtvaardigen.


We herinneren ons allemaal toch nog de uitspraak van demissionair staatssecretaris Hugo de Jonge toen de theaters dichtgingen? ‘Dan zet je thuis toch lekker een DVD-tje op?’ Een uitspraak waar het dedain voor de cultuursector in klodders vanaf droop. Bedankt voor de scheet in het gezicht van cultuurminnend Nederland, Hugo.

Veel plezier met dat schilderij. Ik denk niet dat ik ga kijken. Als ik het al de moeite waard zou vinden had ik de ansichtkaart wel voor 1,75 gekocht, Hugo.  

Nee, dan was die 12,50 voor dat boekie van Johnny Rep een stuk beter besteed. Ik hoop dat hij en zijn makker er een lekkere borrel van drinken, proostend op mooie herinneringen.

Hey psssst, ouwe! Boekie kopen? Voor de feestdagen, voor een verjaardag of gewoon voor jezelluf? Ik heb nog wel wat exemplaren van mijn columnbundel ”Het nut van een gebreide condoom” liggen. 15,- per stuk bij afhalen in Amsterdam-Centrum of voor 19,50 per stuk als ik de postduif stuur. Desgewenst persoonlijk gesigneerd en wel. Bestellen kan via [email protected] of via Facebook Rodney Rijsdijk.