Het was 6 juli 1998. Een heerlijke hete zomerdag en The Rolling Stones speelden voor de vijfde keer die week in de Amsterdam Arena, de Bridges to Babylon-tour. Ik had de voorgaande vier optredens ook al gewerkt. Kaartjes scheuren, fouilleren of mensen naar hun plaats begeleiden: ik deed het allemaal lachend. Ook al had de band al jaren geen plaat van muzikaal belang meer gemaakt, het waren wel de Stones en ik werd betaald om concerten te zien waar mensen het astronomische bedrag van 98 gulden voor hadden betaald. Tegenwoordig is 45 euro voor een dergelijk concert een koopje, toen vonden we het absurd veel geld. Lees verder