Het is nu augustus en dat betekent dat er in elk geval drie zekerheden zijn: voetbalsupporters klagen ach en wee over het nieuwe uittenue van hun club, de Gaypride is er en er is weer gezeur rond een of andere studentenvereniging.
Laten we met de eerste beginnen: zodra mijn club Ajax of welke andere club dan ook het nieuwe uittenue presenteert dan kun je de cola en de popcorn erbij pakken, je voeten op de tafel leggen en wachten tot het los gaat op de voetbalfora. Ik vind het elk jaar weer eeeeenig hoe volwassen mannen die elke week stoer doen in het stadion zich ineens ontpoppen tot ware modekenners of couturiers. Die grote kale gast met die tattoo op z’n hoofd en die drie tanden uit z’n smoel die altijd achter je in het stadion de meest wanstaltige liederen in je oren staat te schreeuwen blijkt achter z’n laptop stiekem de nieuwe Frans Molenaar of Frank Govers te zijn. Iemand die er dus echt verstand van heeft. Dan zitten ze ineens als jonge meisjes die net naar de modeacademie gaan te praten over kraagjes en motiefjes en wat er allemaal anders aan moet. Ik doe daar zelf niet aan mee, zoals ik al jaren niet meedoe aan fora. Ten eerste: smaken verschillen. Ten tweede: de meeste voetbalshirts verdienen de schoonheidsprijs niet. Ook die van mijn club niet. Shirts krijgen een iconische waarde door de successen of een mooi seizoen. Ajax 94/95: afzichtelijk, maar iconisch doordat ‘we’ de Champions League er in wonnen. Ik verzamel ze gewoon omdat ik een liefhebber ben. Maar nogmaals, ik volg de discussies elk jaar weer met veel plezier.
Dan de Gaypride. Het feest waarvan ik het nog steeds jammer vind dat het moet bestaan. En het moet ook nog bestaan omdat zoveel mensen uit de LHGTB-alfabet-scene in Nederland nog steeds niet zichzelf kunnen zijn. En nou ben ik het zeker niet altijd eens met die hele ‘woke’-beweging, maar wake up mensen! Iedere volwassene mag het van mij met iedereen doen. Liefde is liefde. Wat maakt jou het nou uit wie met wie in bed ligt? Dat het anno 2022 nog steeds een punt van discussie is is bizar. Jaren geleden kwam een vriendin van mij uit de kast. Met lood in haar schoenen ging ze bij haar opa en oma langs om te vertellen dat ze op vrouwen valt. Ze dacht dat haar coming-out misschien nog wel eens moeilijk kon zijn voor mensen die rond 1930 waren geboren. Maar oma reageerde met haar prachtige Jordanese accent: ‘’Ach, kind, al val je op een pinguïn. Wat maakt mij dat nou uit? Als jij maar gelukkig bent.’’ En zo is het. Iedereen moet de liefde kunnen beleven zoals ie dat fijn vindt.
Opa en oma waren dus tamelijk modern in hun denkwijze.
Dit in tegenstelling tot de koorkneuzen van het Amsterdams Studentencorps die ons een fijn inkijkje in hun normaal zo gesloten wereldje gaven. Rijkeluiskindjes die vrouwen voor ‘hoer’ en ‘sperma-emmers’ lopen uit te maken. Ik zou daar wel wat van vinden als ik de moeder, de zus, de oma of de vriendin van zo’n griezel was. Even een gesprekje van moeder tot zoon mee voeren: ”Zo Lodewijck, gezellig dat je komt eten bij de sperma-emmer die jou uitgescheten heeft. Oh ja, je toelage is stopgezet. Biertje?” Fijn om te weten dat dat soort klojo’s ons land moeten gaan regeren dankzij het geld van hun pappie’s en mammie’s. Elk jaar rond deze tijd zie je ze weer door de straten schuifelen: de ‘feutjes’, de nieuwe lichting studenten die dan weer de meest stomme opdrachten moeten doen terwijl ze worden afgeblaft door een hese koortrut of een bralbal uit Blaricum. Gelukkig heb ik altijd genoeg eigenwaarde gehad om me dat nooit te laten gebeuren. Voor wie denkt dat vroeger alles beter was in het Studentencorps: ga maar eens de documentaire op Andere Tijden terugkijken over ‘Dachautje spelen’, waar de feutjes de meest vernederende handelingen moesten ondergaan. Dat was in 1962. Die lieve Ome Willem die we kennen van TV was daar overigens ook bij. Fout koorballengedrag is van alle tijden.
En nou weet ik als voetbalsupporter wat het is om gestigmatiseerd te worden als ‘tuig’, dus ik weet ook dat ze niet allemaal zo zijn. Vanavond begint de voetbalcompetitie weer en morgen ga ik Ajax kijken in mijn stamkroeg. Ze spelen in de nieuwe uitshirts. Eens even horen of er aan de stamtafel nog kritische couturiers zijn. Goddank, het is augustus.