Rodweek 144 Oranje Schaamte

De eerste mensen die mij niet zo goed kennen, maar wel weten dat ik van voetbal houd, hebben zich al gemeld. Die willen dan met mij over voetbal praten. Of ik denk dat ‘onze jongens’ wereldkampioen worden op het aanstaande WK in Qatar. De teleurgestelde gezichten als ik zeg dat ik niet zoveel met het Nederlands Elftal heb en dat het me niet heel veel interesseert zijn onbetaalbaar. Hoe zo heb ik niks met Oranje? Welnu: ik ben voor Ajax, dat kan me raken. Oranje roept die intense gevoelens van blijdschap of verdriet simpelweg niet bij mij op. Ook niet als ‘we’ wereldkampioen worden? Neen. Tijdens de WK-finale van 2010 werkte ik achter de bar. Nederland-Spanje. De teen van Casillas hield Nederland van de eerste wereldtitel. Iedereen balen, de kroeg was snel leeg, maar ik heb er geen nanoseconde minder om geslapen. Ik was eerlijk gezegd blij dat ik op tijd naar huis kon. Van de halve finale Champions League waarin Ajax in de laatste seconden werd uitgeschakeld door Tottenham kan ik nog regelmatig badend in het zweet wakker worden. Dat is het verschil in mijn voetbalbeleving. Ik heb niks tegen het Nederlands Elftal, maar ik heb er ook niet echt iets mee. Ik kan er vrij onpartijdig naar kijken, in tegenstelling tot wedstrijden van Ajax.

Buiten die sentimenten om: ik vind dat ‘onze jongens’ helemaal niet in dat rare Qatar moeten voetballen in die stadions waar het bloed van duizenden gestorven arbeiders nog langs de muren druipt. Dat Qatar geen enkele voetbaltraditie heeft en ongeveer zo groot is als de Randstad vind ik nog het minst erge. Natuurlijk is het WK een prachtig platform om voetbal te promoten in landen waarin voetbal niet zo heel groot is, zoals bijvoorbeeld WK1994 in de VS of WK2010 in Zuid-Afrika. Het gaat mij om de corruptie en de verschrikkelijke arbeidsomstandigheden waaronder dit WK is mogelijk gemaakt. Daar hoef ik dus niks mee te maken te hebben.
Normaal vind ik een EK of WK wel even leuk in de Ajax-loze maanden. Er is tenminste voetbal op TV. Daar heb ik nu totaal geen last van. Ik hoef niks van dat schijt-WK in Qatar te zien. Wordt daar lekker wereldkampioen, of niet: i don’t give a shit.
Sport en politiek gescheiden houden? Ja, tot op zekere hoogte ben ik het daar mee eens. Ik vind ook niet dat je spelers daar mee moet lastig vallen. Maar als je als spelersgroep wel een statement voor Black Lives Matter maakt, waar ik ook helemaal achter sta, dan mag je je misschien ook wel uitspreken tegen een WK in een achterlijk landje waar structureel mensenrechten worden geschonden. Ik zou heel erg trots zijn als Nederland en andere grote voetballanden zouden zeggen dat ze zich terugtrekken van dat WK. Laat Liechtenstein en Malta dan maar meedoen. Nu voel ik slechts schaamte, Oranje schaamte.

Een Oranje die zich sowieso totaal nergens voor schaamt is onze Koning Wim-Lex, voorheen Prins Pils. Terwijl het land in brand staat, de voedselbanken als paddenstoelen uit de grond schieten en veel mensen de torenhoge energiekosten niet kunnen betalen accepteert de koning een vorstelijke loonsverhoging. Wauw… dan durf je. Wat dat betreft heb ik veel meer respect voor zijn dochter Amalia die haar royale royaltysalaris afwees omdat ze nog niks gepresteerd had. Dan ben je een echte. Wim-Lex moet zich schamen. Of anders, hou die poet en drink lekker een biertje met je Russische dictator-vriendje Poetin, net als een paar jaar geleden. De man is echt alle Oranje schaamte voorbij. Schenk die salarisverhoging aan de mensen die het nodig hebben, dan zou je je populair bij het volk maken. Nu blijft hij die eeuwige gesjeesde student die elk jaar hakkelend de troonrede op stottert.

Mijn oma, die overigens zeer koningshuisgezind was, heeft het koningschap van Wim-Lex gelukkig nooit hoeven meemaken, dat vond ze namelijk toch al een flapdrol. Mijn oma maakte zich grote zorgen over de troonopvolging van Beatrix: ‘Dan komt die sukkelaar op de troon.’ Ze zou zich in haar graf omdraaien als ze zou weten met hoeveel dedain Wim-Lex met zijn volk omgaat. Gespeeld empathisch doen tijdens de troonrede en met een soeplipje oplepelen hoe erg het is dat mensen hun rekeningen niet meer kunnen betalen, maar wel je loonsverhoging die je niet nodig hebt accepteren? Ga je schamen tot je zo oranje ziet als je achternaam, ouwe dibbes.

Al is die volledige schaamteloosheid natuurlijk een familietrekje. In Amsterdam worden we geterroriseerd door zijn puissant rijke neefje Bernhard Junior die wanhopige stadsgenoten van mij die simpelweg gewoon willen wonen uitknijpt als een citroen met woekerhuren.

Ik heb 1 oranje shirt, al 20 jaar, mijn Oranje Osdorp Posse shirt. De enige dagen dat ik die draag is op Koningsdag of als ik met een voetbalwedstrijd achter de bar stond. Maar komende Koningsdag weer in mijn traditionele O.P.-Oranje shirt lopen? Ik denk het niet. Ik zou me schamen.

Rodweek 134 Amsterdamalia

Prinses Amalia is dankbaar dat ze ondanks de woningnood een kamer in Amsterdam heeft kunnen vinden. Vriendinnen van haar hadden daar wat meer moeite mee, zo vertelde ze laatst in een interview. Haar woorden zijn ongetwijfeld heel erg lief bedoeld, dat geloof ik echt. Ik geloof niet dat het kind enige kwade intenties heeft gehad met haar verhaal. Ze is gewoon een meisje van 18 die het leuk vindt om te studeren en op zichzelf te gaan wonen in onze hoofdstad. Dus bij dezen, Amalia, welkom in onze prachtige stad en geniet er van!

Maar toch schuren haar woorden een beetje. Als ik haar media-adviseur was geweest had ik daar ingegrepen. ”Amalia, lieve schattepatat van me, het is gewoon beter dat je dit gewoon even niet zegt. Mensen vinden je al een rijk verwend kutkind met te veel privileges. Ga nou niet vals bescheiden lopen te doen. Iedere gek weet dat je toch wel een woning daar krijgt. En anders vraag je of je achteroompje, de meest gehate man van Amsterdam, Bernard junior, nog een pandje heeft. Vast wel. Verdient ie er nog een roestig stuivertje aan ook. Hoe goed je het ook bedoelt: niemand gelooft dit. Ga daar wonen, geniet en hou je mond, indachtig je voorvader Willem de Zwijger.”

Natuurlijk hoeft Amalia geen moeite te doen om een kamer of een woning in onze stad te krijgen. Natuurlijk heeft zij niet hoeven hospiteren, natuurlijk gaat zij niet ergens in een verpauperde buitenwijk wonen en natuurlijk zal ze zich nooit zorgen hoeven te maken om zaken als huurschuld of andere financiële ratsmodee waar haar medestudenten misschien wel mee te te maken krijgen. Daarvoor staat een prinses te ver van het echte leven af. Amalia probeert een zo normaal mogelijk leven te leiden en dat is lovenswaardig, maar zal zij ooit weten hoe het is om te zwoegen in kroegen, achter de kassa van de supermarkt te staan of te weten hoe het is om nog maar een tientje te hebben om de week door te komen. Nee. Daar gaat ze allemaal geen idee van hebben. Terwijl ik haar eigenlijk wel een normaal jonge mensenleven zou gunnen. Weten hoe het is om echt je eigen geld te verdienen, om jezelf het snot voor de ogen te werken voor een schamel kutloontje, om drie dagen met een pan nasi te doen, starnakel dronken te worden en wakker te worden in het bed van een wildvreemde. Ik zou het haar allemaal gunnen, maar ik zie het niet gebeuren.

Daar kan Amalia niets aan doen. Zij is nou eenmaal met de spreekwoordelijke gouden lepel in haar mond geboren. Niemand op de wereld heeft ooit bepaald waar en in welke omstandigheden hij of zij is geboren.

Amalia, geniet van de mooiste stad van de wereld en het liefst op een zo normaal mogelijke manier. We noemen je vanaf nu Amsterdamalia. Maar één ding wil ik onze kersverse inwoonster meegeven: niet meteen ‘ja’ zeggen als een vriendelijke Amsterdammer je aanbiedt of-ie effe je gangetje mag witten.