Rodweek 66(6) Met Dikke Dennis in Canada, deel 2

Nadat we de sleutels van onze luxe kamers hadden gekregen besloten Dennis en ik om gelijk de buurt te gaan verkennen. Meteen dus naar die platenzaak en daarna de winkelstraat in. Die was niet eens supergroot, maar aangezien Dennis overal wat wilde eten en ik hier en daar wel een biertje lustte duurde het nog tamelijk lang voor we de straat door waren. In één van die tenten kwam ik toen ook voor het eerst in aanraking met het rookverbod. Daar was in Nederland nog totaal geen sprake van. Alle cafés en concertzalen stonden nog blauw. Ik weet nog dat ik het heel onwerkelijk vond om te zien. In Nederland kwam het rookverbod pas een jaar of zes later.

We begonnen onze weg in de stad al snel te vinden en we haalden elkaar elke ochtend op. Ik logeerde op de vijftiende etage, daar mocht ik roken en Dennis op de vijfde.  Toen ik op een ochtend weer op zijn deur klopte hoorde ik een brullend ‘’WACHT EFFE! IK KOM ER AAN!’’, gevolgd door het geluid van een leeglopend bad. ‘Dennis’ en ‘gêne’, zijn twee begrippen die niet samengaan en dus deed Dennis tot mijn verbazing in zijn blote reet de deur open. Daar stond dan ineens 160 kilo getattoeerd en gepierced vlees in vol ornaat voor me. ‘’Ga maar effe TV kijken of zo! Ik kom er zo aan!’’ En inderdaad, terwijl ik op zijn bed TV lag te kijken kwam hij er even later aan, slechts gehuld in een klein onderbroekje.

‘Zo, Rod, wat zijn de plannen?’
‘Nou, misschien als eerste dat jij je even aankleedt.’

Op dag vier was het dan eindelijk zo ver: de opnames voor onze reclame. We moesten er al vroeg zijn. Suzanne en onze chauffeur pikten ons om 6.30 uit het hotel op. Ik was toen en ben nog steeds geen ochtendmens, zeker niet om 6.30, maar Dennis had gelijk het hoogste woord. Ik moet altijd een beetje in de dag komen, maar hij stond gelijk op AAN.

De opnames waren in een supermarkt in een buitenwijk van Vancouver. Daar maakten we kennis met de productiecrew, cameramensen en de regisseur. En iets later met de figuranten. De figuranten waren ook veelal Nederlanders die als kind in Canada waren komen wonen. Sommigen spraken ook nog een beetje Nederlands.

Ik had dus de meest ongemakkelijke outfit ooit aan. Een soort tape dat om me heen was gewikkeld. De reclame had een soort kinky thema, want zo zien alle mensen in het vrijgevochten tolerante Nederland er kennelijk uit. Weten die Amerikanen en Canadezen veel. De figuranten waren aardige mensen die dachten dat wij ontzettend bekende sterren waren in Nederland, dus we lieten ze in die waan, maar één figurant vond zichzelf een wereldbekende ster. Die man, een man van middelbare leeftijd, had vaker gefigureerd. In series als LA Law of Married With Children had ie wel eens een kopje koffie geserveerd of mocht ie een zinnetje zeggen en daar deed ie heel hoogdravend over. ‘I’m an actor’, zei hij ook de hele tijd en hij liep de regisseur en de crew ook de hele tijd ongevraagd van tips te voorzien. Een ontzettende moeimaker. De regisseur werd dus ook een beetje heel erg moe van hem en bedacht iets geniaals. Die ‘actor’ was gekleed in een leren string, of zoals je dat in de Jordaan noemt: een holleeder. Een cruciale scene zou zijn dat hij op de parkeerplaats zou fietsen in die string, zo maakte de regisseur onze potentiele Oscar-winnaar the cat wise.

Dus die man heeft echt de hele opnames, urenlang, in z’n string over die parkeerplaats gefietst en dat nam hij ook echt serieus. Terwijl wij ‘m stonden uit te lachen. Natuurlijk is dat materiaal nooit gebruikt voor welke scene dan ook, maar we waren tenminste de rest van de opnametijd van hem verlost en hij kreeg ook gewoon keurig z’n figurantenvergoeding en eten tijdens de pauzes. Maar no way dat hij in het filmpje zou komen. Dennis en ik lagen in een deuk toen die regisseur dat vertelde. Zoals we trouwens sowieso veel lachten tijdens de opnames. Maakte één van ons weer een flauwe grap of iemand liet een scheet en dan lagen Dennis en ik alweer dubbel van het lachen. Ik weet niet hoe blij de figuranten daarmee waren want we vertraagden de boel af en toe wel behoorlijk met onze grappenmakerij.

Maar goed, rond 20.30 stond alles er op en mochten we weer terug richting het centrum van Vancouver alwaar wij ons laafden en copieuze hoeveelheden eten, Dennis gretig gebruik maakte van de unlimited cola refill en ik genoot van een welverdiende pint bier na gedane ‘arbeid’, voor zover het de naam ‘arbeid’ mocht dragen.

Een paar maanden later kwam de reclame dan ook echt uit op de Britse TV. Zo’n zestig miljoen Britten hebben in 2003 een jaar lang de aller slechtste Heinekenreclame ooit gezien. En een paar maanden later belde een vriendin me gierend van het lachen op vanuit Frankrijk  dat ze de reclame had gezien op het reclamefilmfestival in Cannes.  Bij mijn toenmalige werkgevers De Melkweg en de Universiteit van Amsterdam werd ik regelmatig herkend door Britten die daar kwamen (‘Are You the Heinekenman?’)  en moest ik ook vaak met ze op de foto.

Nee, de best ‘actors’ van de wereld waren Dennis en ik zeker niet, maar we hebben een tof avontuur  gehad, een geweldige stad gezien en er een leuke duit mee verdiend . Ik zou deze trip zo weer doen, samen met die brulboei uit de Jordaan.

Oh ja, deel één van dit feuilleton lees je hiero

En voor die wereldreclame van ons, klik hiero



    



Dikke Dennis

unknownAugustus 2002. Alweer voorzichtig nippend van het eerste biertje wachtten we op Lowlands in de Charlietent op de opkomst van Peter Pan Speedrock die aan het begin de middag al moesten spelen. Rockende herriemakers uit Eindhoven. Maar de grootste herriemaker is hun ‘mascotte’, zoals hij liefkozend wordt genoemd: Dikke Dennis, tatoeëerder en brulboei uit de Jordaan. Hij kwam met een bloedende cokeneus op het podium en krijste zijn Mötörhead-cover ‘Schoppen Aas’ de tent door.

Wat een maniakale gek, dacht ik…. Lees verder