Beste Abdelhak Nouri,

Al kennen we je beter als Appie. Iets meer dan 30 jaar geleden in 1986, nog ver voor jouw geboorte, gebeurde er in de zomer voor het nieuwe seizoen, ook iets ergs met een groot talent dat bij Ajax speelde. Rob de Wit. Prachtige linksbuiten. Die kreeg op vakantie in Spanje een hersenbloeding. Zijn medespelers stuurden een lollige kaart naar zijn ziekbed waarop stond: ‘Beterschap Robbie! We wisten trouwens niet eens dat je hersens had.’ Er gaat toch ook niks boven die fijnbesnaarde voetbalhumor, wat jij, Appie? 

Jij bent zelf ook van de betere voetbalhumor. Op trainingskamp in Oostenrijk liep Klaas-Jan Huntelaar tijdens een trainingspartijtje op het doel af met een verdediger op zijn hielen. Jij liep vlakbij hem. Huntelaar besloot niet zelfzuchtig te zijn en gaf de bal af aan iemand die hij vlak naast zich hoorde roepen om de bal. De roep was afkomstig van jou, alleen was jij bij de tegenpartij van Huntelaar ingedeeld en lachend liep je met de bal weg. Tot grote hilariteit van je medespelers. De oude rot Huntelaar die alles heeft meegemaakt werd eventjes ouderwets gedold door de straatvoetballer uit Geuzenveld.

Een dag later viel er heel wat minder te lachen toen je ineens gestrekt ging op het veld tijdens dat oefenwedstrijdje tegen Werder Bremen. Hartritmestoornissen. Ook mijn hart sloeg spontaan even over toen ik het hoorde, want ik dacht in eerste instantie dat de situatie nog erger was. Een van de grootste (figuurlijk dan hè) talenten van Nederland. Het troetelkind van het Ajax-publiek. De man die onze harten stal door de Mokumse bravoure in zijn spel werd afgelopen zaterdag ruw getackeld door zijn eigen hart.

Dat debuut van jou vergeet ik nooit meer. 21 september 2016. Willem II thuis voor de beker. Mijn gabber Marcel en ik pakten het midweekse bekerpotje toch maar mee. Om twee redenen: ten eerste was de wedstrijd gratis voor seizoenkaarthouders. En Ajax geeft nou eenmaal niet zomaar iets weg, dus als ze wat weggeven moet je dat altijd aanpakken. Maar de voornaamste reden was dat jouw debuut in de lucht hing en daar wilden we graag bij zijn. 33.248 andere mensen hadden dat ook. ‘We willen Nouri zien!’ , scandeerde het publiek. Onze smeekbede werd verhoord. Nadat je mattie Hakim Ziyech de 3-0 had gescoord mocht je voor hem invallen. De 4-0 was een vrije trap van Schöne, maar die wilde jij eigenlijk nemen. Mocht niet van ome Lasse. Vlak voor tijd weer een vrije trap. Mooie plek. Nu mocht je wel. Even smoezen met Schöne. Doe het maar. En je schoot ‘m binnen: 5-0 Zoals het een echte Ajacied betaamt, scoorde je bij je debuut. Je wees op je rugnummer: nummer 34. Daarbij verwees je naar een aankomende 34e titel voor Ajax, zo vertelde je na afloop. Het jongensboek van Appie Nouri was geopend. Bij het interview na de wedstrijd vertelde je dat je om een tientje had gewed met Schöne dat je die bal er in zou schieten. Je broer had nog die, om het woord maar even te gebruiken, hartverwarmende vlog over de hele dag rond jouw debuut gemaakt. Amsterdam had er definitief een nieuwe lieveling bij. In elke vezel van het ranke lichaam een echte Ajacied.

Je naam was dus gevestigd. Het is alleen bij Ajax op het middenveld zo druk als de Leidsestraat op zaterdagmiddag. Moeilijk om doorheen te komen, dus de definitieve doorbraak in Ajax 1 kwam nog niet. Wel werd je op een slof een ouwe voetbalschoen uitgekozen tot de beste speler van de Jupiler League met Jong Ajax. Aankomend seizoen zou het dan moeten gebeuren. De ultieme Ajax-zoon die al vanaf z’n zevende voor Ajax speelt, onze Appie uit West, zou z’n belofte wellicht komend seizoen inlossen. Die belofte staat dus voorlopig in de koelkast en die is op dit moment ook even totaal niet belangrijk. Het belangrijkste is dat je weer goed herstelt en nog heel lang bij je familie en vrienden kan blijven.

Van Robbie de Wit wisten zijn medespelers dus kennelijk niet dat hij hersens had, van Appie Nouri weet iedereen wel degelijk dat hij een hart heeft. Een hart dat vooral klopt voor zijn familie en vrienden, voor Ajax en voor Amsterdam. En dat je hart blijft kloppen is nu het allerbelangrijkste. Je jongensboek is nog niet uit, Appie. Hij ligt gewoon even op je nachtkastje. Bladwijzertje ertussen. En hopelijk mag je het op een dag weer openslaan en er in verder gaan. Voor jou zelf, maar ook voor iedere echte voetballiefhebber is het te hopen. Maar doe eerst maar even beter worden, dat lijkt me bevorderlijk.

Vanuit ons beider geliefde Amsterdam-West wens ik je heel veel beterschap en sterkte toe, Appie!
Met roodwitte groet uit de Mercatorbuurt,

Rodney Rijsdijk

De illustratie bij deze column is van Barry Pirovano. Meer van zijn artwork zien? Klik hier voor zijn webwinkel!

3 Comments

  1. Veel beterschap Appie, gelukkig vernomen dat het goed vooruit gaat, en de techniek schrijf voort, er zijn tegenwoordig goede oplossingen vóór hartritme stoornissen, een I.C.D. bijvoorbeeld, hè .

    Reply

Laat een antwoord achter aan Marcel (ook in Geuzenveld opgegroeid) Reactie annuleren