Rodweek #32 Van West naar Waterloo: Alles Hoog!

Iedereen heeft wel eens een beetje een hanige bui. Even stoer doen, even de pochkees uithangen, het kan de beste gebeuren. Zo ook Quincy Promes, tegenwoordig voetballend in Rusland in ruil voor heel veel centjes, maar een paar jaar geleden speelde hij nog bij FC Twente, ook niet voor lullig geld. Onze Quincy gaf ons destijds, paupers die hooguit een bedrag van drie nullen per maand voor hun werk krijgen, een inkijkje in zijn leven, becommentarieerd in een koddig straattaaltje, je weet toch. En hij was dus een beetje in een hanige bui. Hij had net boodschappen gedaan bij Juwelier Knoeff (voor al uw juwelen) en Quincy bewoonde in Hengelo naar eigen zeggen een heuse penthouse. Ik dacht altijd dat de enige Penthouses in Hengelo in de schappen van de plaatselijke rukboekjesdealer lagen, maar dat bleek een ernstige misvatting mijnerzijds. Quincy bewoonde er immers eentje. Quincy roept in de lift dat alles boven van hem is. En dan volgt het letterlijke hoogtepunt van het filmpje: Quincy kraait met een vertederend kinderlijk enthousiasme, maar natuurlijk heel straat en getto bedoeld ‘’Alles hoog! Alles hoog!’’ Onze Quincy woonde op de bovenste etage van een flatgebouw in Hengelo en de wereld mocht het weten ook. (Voor het filmpje, klik HIERO)

Sinds dat filmpje noem ik huizen die hoger dan de derde verdieping liggen een ‘alles hoog-je’. Sinds gisteren huur ik ook een echte ‘Alles hoog’-woning. Op de vijfde etage van een voormalig pakhuis, tussen Waterlooplein en Nieuwmarkt in. Het kan een stuk slechter. Ik heb alleen niet zo’n flitsende Schindlers Lift zoals Quincy. Ik moet gewoon de trappetjes op. Ik denk niet dat ik ooit nog een pak melk vergeet.

Ik heb de laatste achttien jaar in mijn huidige woning in Amsterdam-West gewoond. Dat is bijna mijn halve leven. In dat huis ligt dus een enorm hoge (alles hoog!) berg geschiedenis van mij en het was dan ook geen gemakkelijke beslissing om ‘mijn’ huis te verlaten. Ik heb er alles meegemaakt en nog veel meer, maar het is mooi geweest. Ik heb er achttien prachtige jaren gehad, maar de gebreken aan het huis begonnen me steeds meer tegen te staan.

Twee dingen wist ik zeker toen ik op zoek ging naar een nieuw huis: ik ga nooit meer zoveel ruimte krijgen en ik ga nooit meer zo weinig huur betalen. Dan moet er dus één ding in elk geval beter zijn: de locatie. Een driekamerwoning in West had ik allang makkelijk kunnen krijgen met mijn inschrijvingsduur bij Woningnet, maar ik had mijn pijlen gericht op het centrum van de stad en dan de Jordaan in het bijzonder. Ik had geen haast. Ik zat immers in een woning. Dus ik had me voorgenomen om rustig te gaan zoeken.

Met mijn inschrijfduur vanuit half jaren negentig kwam ik vaak behoorlijk hoog (alles hoog!) in de reactielijst en werd ik regelmatig uitgenodigd voor bezichtigingen. Maar hoe leuk en hoe mooi ik de Jordaan ook vind, veel huizen uit de sociale huursector daar zijn kleine kippenhokken en ik ben eigenlijk wel een beetje gewend aan en verwend door veel ruimte in huis. Ik besloot dus wat verder te kijken dan de Jordaan. En toen reageerde ik dus op de woning waar ik zojuist het contract voor heb getekend. Heerlijk ruim, een CV in plaats van een gaskachel, een goed werkende douche, dubbel glas, geen open geiser meer en zowel voor als achter een bloedmooi uitzicht op schilderachtige plekken in het centrum van Amsterdam.

En tot m’n stomme verbazing kreeg ik ‘m dus nog aangeboden ook. Een betere ruimte op een mooiere plek in de mooiste stad van de wereld krijg je niet. Als je dan nog gaat weigeren dan heb je het niet per se hoog in je bol zitten, maar dan zit alles hoog in je bol!

3 Comments

Laat een antwoord achter aan Evert Reactie annuleren