Rodweek 192 De Cupido van het Waterlooplein

‘De liefde, ach ja, de liefde. Daar zouden ze eens een liedje over moeten schrijven.’ Een prachtige quote van Theo Maassen die ik zelf graag gebruik. De liefde: het kan je laten opstijgen en laten vliegen, maar het kan je ook laten neerstorten in een diep ravijn. Ik weet er alles van als voormalig brokkenpiloot in de liefde.

Als barman heb ik als stiekeme voyeur liefdes zien ontstaan en ontluiken als een mooie bloem of totaal zien verwelken als een plant die te lang geen water heeft gehad. En alles daar tussen in. Ik herken een Tinder-date op een kilometer afstand. De ietwat schichtige om zich heen kijkende man of vrouw die kijkt of de date er al zit. De blije blik die zegt ‘Jaaa, precies zoals op de profielfoto!’ of de blik van teleurstelling als blijkt dat de date een profielfoto van veel te lang geleden heeft gebruikt. Alsof je een mooi hotel hebt geboekt, maar per ongeluk in de hotelgids uit 1986 hebt gekeken en nu naar een oud vervallen gebouw zit te kijken.

Of je ziet de mensen die overduidelijk op een one night stand uit zijn. Dat ze de deur uitlopen en dat je denkt ‘als dat geen neuken wordt…’ Of mensen die lust met liefde verwarren. Zo eentje was ik er vroeger zelf ook nog weleens, dus ik herken dat gedrag onmiddellijk.

Maar ik ben na een lange en intensieve zoektocht inmiddels compleet gelukkig in de liefde en dat gun ik iedereen. En ik help ook graag. Soms bewust en soms onbewust.

Zo was ik gisteren aan het werk in Café Waterlooplein 77. Een mooie oude kroeg in de Amsterdamse binnenstad. Het café is een mooie mengelmoes van buurtbewoners, lokale dronkaards en vooral veel studenten van de Film- en Theateracademie die om de hoek zit. Als ik 25 jaar jonger was geweest had dat zomaar een van mijn jachtgebieden kunnen zijn. Ik was echt een jager. Altijd op zoek naar een prooi. Die onrust heb ik gelukkig niet meer.

Op tafel 3 zaten een jongeman en een jongedame. Ik schatte ze eind twintig. Terwijl ik aan het werk was observeerde ik ze een beetje. Ze waren aardig tegen elkaar, maar ook wat aftastend. ik vermoedde een date. Maar ineens werd zij wat verwijtend naar hem. Er werd met vingers gewezen. Ze verhief haar stem. Hij bleef cool, maar niet op z’n gemak. OK, die kennen elkaar dus langer, constateerde ik. Ik was tussen het serveren van de drankjes door een beetje mijn eigen playlist aan het samenstellen. Mooie liedjes. Ik zette ‘Be my Baby’ van The Ronettes op. Een juweeltje uit de jaren 1964. Ineens ontdooide de jongedame en er werd zelfs ineens gezoend. Met tong. Er werd in elkaars ogen gekeken en ik zag dat ze lieve woorden tegen elkaar uitspraken.

De jongedame rekende af. ‘Dank je wel dat je dat liedje van The Ronettes opzette. Je hebt zojuist onze relatie gered. Ik wilde het namelijk vanavond hier met hem uitmaken. Maar dit is ons liedje en toen smolt ik. Ik wil het nog een nieuwe kans geven.’
‘Heel goed lieverd. Jullie zijn hartstikke leuk en knap samen. Wees lief voor elkaar!’, zei ik met enige senioriteit, terwijl ik zelf ook een beetje smolt.

En daar liepen ze gearmd de deur uit. Nog even zoenen op de stoep. En ik dacht heel lief: ‘Als dat geen neuken wordt…’

Iets later op de avond zat er een ander stel aan de bar. Ik kende ze al van een eerder bezoek. Ook leuke mensen van rond de dertig. Zij was ijskoud en bitchy tegen hem. Hij werd gefusilleerd met een mitrailleursalvo aan verwijten en hij keek mij af en toe een beetje wanhopig aan met een blik van ‘Broer, wat doe ik fout?! Help me!’ Uiteindelijk bleven zij samen als enige gasten in het café over en toen besloot ik, aangemoedigd door mijn eerdere succes als Cupido, eens te kijken of ik nog eens raak kon schieten. Ofschoon mijn schone wederhelft weleens anders beweert: zo romantisch als mij worden ze niet vaak gemaakt!

Even de helpende hand bieden. Ik richtte mij tot de dame die chagrijnig en ijzig aan de bar zat, terwijl haar vriend op het toilet wat warmers in zijn hand nam: ‘Lieverd, wat is jullie favoriete liedje? Echt jullie liedje.’
De ijskoningin ontdooide ineens en straalde: ‘Groot Hart van De Dijk’
‘Dat is inderdaad een prachtig nummer van misschien wel de mooiste Nederlandstalige band ooit’, zei ik.

Ik zette het liedje op en toen kwam haar vriend van het toilet. En ook hij straalde ineens. We zongen het lied met z’n drieën mee en proostten nog met een drankje. Daarna moest ik sluiten en moest ik het lot aan de liefde overlaten. Ze keken ineens weer verliefd naar elkaar. Ik wenste het stel een mooie nacht en veel liefde toe. ‘Wel lief doen voor elkaar nu, oké?, voegde ik er met mijn romantische senioriteit nog even aan toe’. Het stelletje liep gearmd de deur uit en ze zoenden innig op de stoep. En ik dacht heel lief: ‘Als dat geen neuken wordt…’

En blij en tevree dat ik op één avond twee relaties gered had sloot ik de hut af en liep weer naar huis, waar mijn eigen meisie in bed op me lag te wachten. Ik neuriede ‘Be my Baby’ van The Ronettes en dacht heel lief ‘Ja, het is toch fijn dat er weleens mensen liedjes over de liefde hebben gemaakt. Als dat geen…’

Ho ho ho! Stop niet met lezen. Zoek je nog een leuk, origineel en gesigneerd cadeautje voor onder de kerstboom? Persoonlijke boodschap erbij? Ik heb nog wat exemplaren van mijn bundel Lockdownsyndroom liggen. Laat hieronder of op Facebook een reactie achter of stuur me een mailtje naar [email protected]. Quanta Costa? 15 piekies als je ‘m op komt halen in Amsterdam-Centrum of € 19,50 als ik de postduif of het paard van Sinterklaas aan het werk moet zetten!

Rodweek 138 Marnixstraat

Afgelopen week was ik aan het lunchen met mijn gabber Marnix. Marnix en ik kennen elkaar van Ajax. Ik heb een vaste stoel bij Ajax maar ik sta liever achter de tribunes bij de bar met de jongens die daar ook altijd komen en vanaf daar kunnen we de wedstrijd ook prima volgen. Hoeven we ook niet zo ver te lopen om bier te halen en hinderlijk voor mensen langs te lopen. Daar kies ik zelf voor. Marnix heeft ook een vaste stoel bij ons in het vak maar daar heeft hij nooit zelf voor gekozen. Daar zit hij zijn hele leven al in, namelijk een rolstoel. Wat ik zo tof vind aan Marnix is dat hij ondanks zijn fysieke beperkingen nooit zeikt en klaagt, maar overal gewoon het beste van maakt. En die instelling helpt er zeker aan mee dat hij het gewoon goed voor elkaar heeft in het leven. Leuk huis in een mooie Amsterdamse buurt, een goede baan als gemeenteambtenaar, z’n Ajax-seizoenkaart en een actief sociaal leven.

Marnix is nooit negatief. Hij telt zijn zegeningen en roeit met de riemen die hij heeft. En dat doet ie verdomd goed. Niet zeiken en janken van ‘boehoehoe, wat is het leven toch moeilijk’, maar gewoon doen. Daar zouden de klagerige mensen die ik ken (best veel) en die geen fysieke beperkingen zoals hij hebben echt eens een heel groot voorbeeld aan moeten nemen. Met enige regelmaat gaan we samen lunchen op het Waterlooplein. Hij is ambtenaar en werkt bij mijn overburen van de Stopera, de ietwat bipolaire combinaam van het Amsterdamse stadhuis en operagebouw. We lunchen dan altijd bij Café Waterloo, een fijne echte Amsterdamse lunchtent waar ze voor een prima prijs nog een lekker broodje bal en een puike uitsmijter serveren. Even lekker bijlullen over levenszaken, voetbal, vrouwen en andere dingen die wij belangrijk vinden. We betalen altijd om de beurt, maar we vergeten allebei altijd wie als laatste heeft betaald, dus dan trekt een van ons twee random de kaart en dan vergeten we de volgende keer gewoon weer wie er de laatste keer heeft betaald. Ik hecht veel waarde aan onze lunches.

Zijn rolstoelplek in de Johan Cruijff Arena noem ik dan ook altijd liefkozend ‘De Marnixstraat’.

En over de Marnixstraat gesproken: het is niet de Brad Pitt of de Brigitte Bardot van de Amsterdamse straten, laten we eerlijk zijn. Het is wel een straat waar ik veel voetstappen en historie heb liggen. Vooral qua uitgaan. En de laatste 2 maanden heb ik er ook gewerkt.

‘Ja maar, Rod, de Melkweg ligt toch aan de Lijnbaansgracht?’
Dat klopt, maar ik werkte in de MILK, wat vroeger gewoon het Melkweg Café heette, en die heeft de ingang aan de Marnixstraat. Ik schrijf dus ‘werkte’, in de verleden tijdsvorm. Dat klopt, want ik ben er alweer gestopt. Mijn hart ligt helemaal in de Melkweg. Ik ben een kind van de Melkweg. Ik heb daar 19 jaar gewerkt (1998-2017) en ik had gehoopt om de MILK, wat altijd een beetje een loshangend deeltje is geweest van de Melkweg, te kunnen helpen met mijn jarenlange horeca-ervaring. Helaas hebben we elkaar niet kunnen brengen wat we er van gehoopt en van verwacht hadden. Ik ben dan in dat soort situaties altijd tamelijk rigoureus: als ik het niet naar m’n zin heb dan ga ik weg. Dan ga ik er mijn tijd niet verder mee verdoen. Zo heb ik het altijd en overal gedaan. Ik moet het ergens goed naar mijn zin hebben. En als niet: even goede vrienden, maar dan maakt deze pappie de pleiterik. Het lag overigens niet aan de collega’s, dat zijn lieve leuke jongmensen. Het lag er meer aan dat ik daar bepaalde dingen niet gauw zie veranderen die wel gauw moeten veranderen en die ik niet zomaar kan veranderen. Dan heb ik het gevoel dat ik aan een dood paard sta te trekken. Daar ga ik me dan dus niet meer verder meer tegenaan bemoeien en zo sloot ik vannacht mijn tweede Melkwegperiode af. En de tweede periode duurde dus maar twee maanden. Jammer maar helaas. Het doet niets af aan mijn liefde voor de Melkweg. De Melkweg is mijn tweede huiskamer en ik zal daar altijd terugkomen. Alleen waarschijnlijk niet meer als werknemer.

Ik heb wat dat betreft dezelfde instelling als Marnix. Ik zeur en klaag niet over dat soort dingen: als iets me niet bevalt of niet goed voelt en ik zie dat ik er niks aan veranderen dan ga ik er gewoon vandoor. ‘Sans rancune’. Ik blijf nooit hangen in het negatieve. Mazzeltov ouwe en op naar het volgende project.

Nou ben ik al bijna 25 jaar werkzaam in het uitgaansleven: het is een mooie tijd om de pauzeknop even in te drukken en me te focussen op mijn werk als copywriter en op het uitbrengen van mijn nieuwe boek. En wanneer en of ik die horecapauzeknop weer op ‘play’ zet zien we over een paar maanden wel weer. Het eerstkomende half jaar ben ik lekker mijn eigen baas. Even geen gezeur meer van werkgevers. Geen gesmeek of ik op feestdagen wil werken. Collega’s die altijd willen ruilen. Of nog erger: niet op komen dagen omdat ze niet goed op het rooster hebben gekeken. Als ik 5x oud en nieuw heb gevierd zonder te werken is het veel. Koningsdag idem. Niet erg, want ik geef niet veel om feestdagen en heb het altijd met plezier gedaan, maar ik wil het de komende tijd gewoon even zelf bepalen. Ik wil even geen vrij meer vragen maar vrij zijn. En dat kan nu! Dat is een groot goed.

En mocht het horecabloed over een tijdje toch weer kruipen waar het niet gaan kan over dan zal ik vast wel weer eens ergens achter een barretje kruipen. Met alle plezier. En gewoon omdat ik het dan weer leuk vind om te doen.

Misschien wel ergens op de Marnixstraat.

Rodweek #33  Het fluwelen eindje

Toen ik in 2010 met mijn toenmalige vriendin ging samenwonen in mijn huis aan de Marco Polostraat in Amsterdam-West kwamen haar opa en oma eens bij ons op bezoek. Opa Frits en oma Ans zijn  twee prachtige oude Amsterdammers met wie ik het altijd goed heb kunnen vinden. Ans had als kind in de buurt gewoond en vertelde dat ze het stukje straat waar wij woonden vroeger altijd ‘het fluwelen eindje’ noemden, omdat het een wat mooier gedeelte van de straat was waar de wat meer welgestelde mensen uit de buurt woonden.

Het is ook nog steeds het mooiste stuk van de Marco Polostraat, al zijn tegenwoordig alleen de huizenprijzen nog fluweel aan de straat. Toen ik in 1999, in de guldentijd,  in mijn woning kwam wonen werden de woningen er nog net niet weggegeven. Betaalbare huurwoningen in een buurt waar niemand wilde wonen, dus de koopprijzen waren ook nog niet zo achterlijk hoog. Dat is inmiddels allemaal anders. Een zoekopdracht op Funda leert dat voor een vierkamerwoning op het fluwelen eindje 625.000 euro mag worden afgetikt en voor een driekamerwoning van 80 vierkante meter, schuin tegenover waar ik woonde, 475.000 ekkies. Dan moet je de fluwelen eindjes dus flink aan elkaar knopen als je daar een hok wilt kopen. Ik betaalde voor mijn 80 vierkante meter onder de 300 euro huur. Dat is een fooi in het Amsterdam van 2018, al vond ik de huurprijs niet meer dan logisch en terecht gezien de staat van het huis. Een kleine greep uit de mankementen: enkel glas, open geiser, gaskachel, achterstallig schilderwerk, de kapotte treden in het trappenhuis, het licht op de gang dat vaak stuk was, de badkamer met de slappe douche en een balkon dat volledig gekaapt was door de plaatselijke duivenpopulatie die de boel daar naar hartenlust onderscheten. Ik noemde mijn balkon dan ook Station Duivendrek Centraal. Mijn verhuurders gaven geen ene reet om het huis en deden er weinig tot niets aan. Die hoopten alleen maar dat ik op een dag op zou rotten zodat ze de hut kunnen verbouwen en er de hoofdprijs voor kunnen vragen. Welnu, ze hebben hun zin. Lees verder

Rodweek #32 Van West naar Waterloo: Alles Hoog!

Iedereen heeft wel eens een beetje een hanige bui. Even stoer doen, even de pochkees uithangen, het kan de beste gebeuren. Zo ook Quincy Promes, tegenwoordig voetballend in Rusland in ruil voor heel veel centjes, maar een paar jaar geleden speelde hij nog bij FC Twente, ook niet voor lullig geld. Onze Quincy gaf ons destijds, paupers die hooguit een bedrag van drie nullen per maand voor hun werk krijgen, een inkijkje in zijn leven, becommentarieerd in een koddig straattaaltje, je weet toch. En hij was dus een beetje in een hanige bui. Hij had net boodschappen gedaan bij Juwelier Knoeff (voor al uw juwelen) en Quincy bewoonde in Hengelo naar eigen zeggen een heuse penthouse. Ik dacht altijd dat de enige Penthouses in Hengelo in de schappen van de plaatselijke rukboekjesdealer lagen, maar dat bleek een ernstige misvatting mijnerzijds. Quincy bewoonde er immers eentje. Quincy roept in de lift dat alles boven van hem is. En dan volgt het letterlijke hoogtepunt van het filmpje: Quincy kraait met een vertederend kinderlijk enthousiasme, maar natuurlijk heel straat en getto bedoeld ‘’Alles hoog! Alles hoog!’’ Onze Quincy woonde op de bovenste etage van een flatgebouw in Hengelo en de wereld mocht het weten ook. (Voor het filmpje, klik HIERO) Lees verder