Rodweek 189 Ouwe en Dibbes

Nadat onze lieve kat Eva in maart naar de kattenhemel en de eeuwige vogeltjesjachtvelden vertrok kregen we direct allerlei lief bedoelde aanbiedingen van mensen die nestjes kittens hadden of die een lieve kat wisten die een goed huis zocht. Hoe goed en lief bedoeld ook: we hadden nou niet gelijk zin om een andere kat in huis te nemen. Totaal niet zelfs. Eva was nog niet eens koud en gecremeerd. En daarbij was Eva geen broodrooster. Als je broodrooster stuk gaat zorgt dat als het goed is voor niet al te heftige emoties en dan koop je dezelfde middag nog een nieuwe. Dat werkt met een kat die bijna vijftien jaar bij me heeft geleefd net even anders. Eva was een heel belangrijk lid van ons huishouden en die vervang je niet zomaar even één op één. Mensen die dat niet snappen hebben nooit huisdieren gehad.

Er staat natuurlijk geen tijd voor. Het verdriet had gewoon even tijd nodig om te slijten en we wilden te zijner tijd echt wel weer een kat. Het liefst twee, een duo. In de zomer hebben we twee keer drie weken op de katten van een vriendin van ons gepast. En toen merkten we dat we er ook wel weer aan toe waren om zelf weer liefde en een warm huis te geven aan katten. We waren er vrij snel uit dat we twee poezen van de Poezenboot wilden adopteren. De Poezenboot vangt jaarlijks meer dan tweehonderd vondelingen, zwerfkatjes, gedumpte, weesjes of afgestane katten op. Maar omdat we eerst nog op vakantie gingen tilden we het daar overheen.

Vorige week donderdag bedachten we het: we gaan zaterdag naar de Poezenboot, die ligt al zo’n halve eeuw aan het Singel, vlakbij Centraal Station, dus dat is mooi om de hoek van waar wij wonen en we steunen er ook nog een goed doel mee en dat vinden we ook belangrijk, stelletje deugers die we er zijn! De Poezenboot wordt goed bezocht. Bij voorkeur moet je ook een afspraak maken. Soms komen er mensen gewoon gezellig kijken naar de poezenbeesten. En soms komen er andere mensen zoals wij die echt op een missie zijn. Wij kwamen op de bonnefooi en we hadden het geluk dat er nog een tijdslot vrij was.

We kwamen binnen in de ruimte waar de katten wonen. Een zwart-witte kleine kat speelde wat onhandig met een snoepje. Mo vond hem gelijk leuk. Even later ging diezelfde kat bij een nog kleiner zwart-wit katje liggen en hij begon haar te liefdevol te wassen. Zonder zich druk te maken over de vreemde mensen in de omgeving. Totaal relaxed. Dan ben ik dus gelijk om. Mo wist zonder naar me te kijken meteen dat ik bij die aanblik smolt als een Cola-calippo in de Sahara. Ze weet dat ik in dat opzicht een zwakke pussy ben. ‘Wij willen deze twee’. We hadden ze amper vijf minuten gezien en we waren allebei smoorverliefd. Daar hielp geen lieve moedertje meer aan. Deze twee móésten naar ons. En naar niemand anders. Hoe dan ook.

We konden het dynamische duo niet gelijk meenemen. We moesten nog even op de reservebank plaatsnemen. Er waren nog twee andere gegadigden die interesse hadden in één of beide poesjes. Die mensen zouden de volgende dag om 10.30 komen kijken en konden dan dus zomaar besluiten om ‘onze’ katten te adopteren. Wij konden rond 11.45 bellen. Mo en ik schoten meteen vol in de stress. Onderweg naar huis bespraken we hoe we dit rampscenario konden voorkomen. Mes tussen de tanden.

‘Godverdomme. Het zal toch niet dat die andere mensen onze katten….’
‘Nee. 10.30 toch? We kunnen ze ook opwachten bij die boot.’
‘Ja, praten we het uit hun hoofd.’
‘Of we zeggen dat ze niet meer beschikbaar zijn.’
‘Of we zeggen dat ze ziek zijn.’
‘Of we slaan die lui gewoon in elkaar.’

Er ging van alles door onze hoofden, maar uiteindelijk hebben we, stijf van de zenuwen, tot de volgende dag 11.45 gewacht en gebeld. En daar kwamen de verlossende woorden van de lieve Poezenboot-vrijwilligster: ‘Ze zijn van jullie!’ Deze twee huistijgers waren echt maatjes op de Poezenboot en moesten bij voorkeur ook als duo geplaatst worden en dat was dus precies wat wij ook wilden! Wij zielsgelukkig en de Poezenboot was ook blij dat ze bij ons kwamen. We konden ze de volgende dag ophalen.

En aldus geschiedde. Sinds maandagochtend 10.15 lopen Ouwe en Dibbes door hun nieuwe huis en het gaat fantastisch. Ze lopen hier nu dus twee dagen rond en ze bewegen zich alsof ze nooit ergens anders hebben gewoond. Het zijn allebei ontzettende vreetschuren, ze zijn zindelijk, ze komen op schoot, ze slapen bij ons op bed, ze zijn aanhankelijk en totaal niet schuw. Ze leven hier nu twee dagen en het lijkt alsof het nooit anders is geweest. Ze zijn allebei zeven maanden oud. Ouwe is twee weken jonger dan Dibbes, maar je gaat een dame natuurlijk geen Ouwe noemen. Hoewel… Hoe kwamen we aan deze namen: wel, dat is omdat ‘ouwe’, ‘dibbes’ of de combinatie ‘ouwe dibbes’ al decennia lang tot mijn favoriete liefkozende aanspreekvorm van mensen en dieren (m/v/x) behoren. Er lopen tot in Canada en Thailand kelners rond die zich nog weleens afvragen ‘what the hell ouwe dibboes’ is. Alles en iedereen kan bij mij een ouwe dibbes zijn. Ik gebruik het ook als bijvoeglijk naamwoord. Als we een taxi nodig hebben en dan zeg ik ‘laten we die ouwe taxi-dibbes’ even bellen of ‘hoe laat komt de ‘loodgieter-dibbes?’. Of een zin als: ‘weet je die gozer nog die bij ons werkte, hoe heet ie nou, die ene dibbes…’ Het komt eigenlijk uit de goeie ouwe Melkwegtijd (jaren negentig) waar toen met name Milo, Jay en Jiri zo ongeveer iedereen met een hartslag (m/v/x) ouwe dibbes noemden. Het is bij mij langzaam maar onuitwisbaar in mijn vocabulaire geslopen.

En nu kunnen we dus de hele dag ‘ouwe’ en ‘dibbes’ roepen naar onze prachtige nieuwe gezinsleden. We overwegen om aangifte te doen bij de politie want ze hebben onze harten gelijk gelijk gestolen! Ouwe en Dibbes zijn ongeveer een maand na Eva’s overlijden geboren. En zonder als een gekke spirituele ouwe zweefdibbes over te willen komen (natuurlijk geloof ik niet in kattenhemels en eeuwige vogeltjesjachtvelden, ben je gek?!) lijkt en voelt het bijna alsof Eva die twee naar ons heeft gestuurd.

En Eva, mijn lieve ouwe dibbes, zag dat het goed was.

Yoooo pssst! Zoek je nog een leuk, origineel en gesigneerd cadeautje voor Sinterklaas? Persoonlijke boodschap erbij? Ik heb nog wat exemplaren van mijn bundel Lockdownsyndroom liggen. Laat hieronder of op Facebook een reactie achter of stuur me een mailtje naar [email protected]. Quanta Costa? 15 piekies als je ‘m op komt halen in Amsterdam-Centrum of € 19,50 als ik de postduif of het paard van Sinterklaas aan het werk moet zetten!

Maandagochtend, Postjesweg

kinkerbrugEen betere tijd om boodschappen te doen bestaat niet: een druilerige maandagochtend in februari. Niemand heeft zin om gewapend met een lijstje de straat op te gaan. Ik ook niet. Nog minder zin heb ik om in rijen te staan tegen de tijd dat iedereen is ontwaakt en dus was ik vroeg op pad.

Vanaf de Postjesweg liep ik richting Kinkerstraat en ik trof het niet. De Kinkerbrug, die de Postjesweg en de Kinkerstraat verbindt stond open omdat er een of ander binnenvaartschip doorheen moest. Het regende zachtjes, maar hard genoeg om in vijf minuten tot je onderbroek nat te worden en inwendig vervloekte ik het feit dat ik aan deze kant van de brug woon. Lees verder