Rodweek 171 Kleine Mannen, lange Jannen

In de nieuwe Videolandserie ‘’My Massive Cock’’ worden een aantal mannen geportretteerd die een boomstam van een piemel met zich meetorsen. Formaat kinderarmpje. Nou scheppen veel mannen op over het formaat van hun mannelijkheid, maar de mannen in de docu (die dus écht een grote hebben) ervaren het hebben van een grote joekeloeres bepaald niet als een onverdeeld genoegen. Eerder een last dan als iets waar ze erg veel plezier van hebben.

Zo kende ik in mijn wilde uitgaanstijd een gozer die ook nog al fors aan de maat was, zo gingen de verhalen. Die kon een groot paard aan het janken maken als hij z’n broek naar beneden zou trekken. Het moest nog al wat zijn. Deze informatie had ik van een aantal vriendinnen en scharrels die op zijn erelijst prijkten. Niet alle dames waren even blij verrast als ze gulzig zijn broek open ritsten en vervolgens niet tegen een Amsterdams paaltje maar tegen het Monument op de Dam aankeken. De seks scheen nogal eens pijnlijk te zijn voor de ontvangende partij, desalniettemin heeft de man heden ten dage bij een redelijk petit dametje twee prachtige kinderen verwekt.

Mijn eerste aangezicht van iemand met een echt grote lul was van een jongen uit mijn junioren voetbalteam, Miguel. We waren dertien of veertien. Het was nog in de tijd dat de jeugd nog niet zo preuts was als in deze tijd, met hun onderbroekjes onder de douche, dus douchen deden wij gewoon in onze blote reet. Daar was niks bijzonders aan. En natuurlijk keken we naar elkaars lul en natuurlijk maakten we daar geintjes over. Op een dag speelde Miguel dus mee met ons. Miguel speelde eigenlijk een team hoger maar af en toe hadden wij het geluk dat hij met ons kneuzenteam meedeed. We waren dezelfde leeftijd, maar hij was minstens een kop groter dan de meesten van ons. En een stuk breder ook. Bijna een volwassen vent om te zien. En dat fysieke verschil zag je zeker ook onder de douche. De kleine Hollandse garnaaltjes van ons stonden in schril contrast met de tijgergamba van Miguel.

De kleinste grote fallus zag ik ooit op het platteland van Hongarije. Mijn vriend Ramses en ik gingen op kraambezoek bij vrienden van ons die net van Budapest naar Esztergom waren verhuisd, op de grens met Slowakije. Een dorpje in compleet niemandsland waar de tijd al lang geleden is stilgestaan. We kwamen binnen en op dat moment lag de kleine pasgeborene in zijn blote Jodokusje op een soort commode. Hoewel, Jodokusje??? Ramses en ik keken elkaar even aan en we dachten hetzelfde, dat wist ik. Dus toen we na ons bezoek weer door het desolate dorp liepen zeiden we allebei: ‘Kolere, zag je de lul van dat kind?’ We hadden allebei weleens een blote baby gezien, maar dit was echt niet normaal voor een baby. Kleine mannen, lange Jannen! Het kind is nu inmiddels achttien jaar. Als zijn apparaat zich na de bliksemstart in hetzelfde tempo heeft doorontwikkeld dan vrees ik dat hij nu drie benen heeft!

Als we het met auto’s vergelijken hebben de meeste mannen geen lullige Canta, maar ook geen te grote vrachtwagen die nergens doorheen kan. Gewoon, net als schrijver dezes, een gezellige middenklasser met wat kilometers op de teller die z’n werk altijd goed heeft gedaan. En de oude les die ik altijd heb geleerd: beter een kleine die steigert dan een grote die weigert! Anders sta je ook zo voor lul.

Zondag is het moederdag! Dan kun je natuurlijk met een lullig cadeautje aankomen, maar je kunt natuurlijk ook een gesigneerd boek van mij voor haar kopen! Of gewoon een boek vol lekkere stukken voor jezelf, dat kan natuurlijk ook. 15 euro per stuk als je het boek ophaalt in Amsterdam of 19,50 als ik ‘m voor je moet versturen. Laat een reactie achter op FB of stuur een berichtje naar [email protected].

Rodweek 101 Zeventien Doezoe.

Mannen en jongens en hun fascinatie voor piemels: het blijft een wonderlijk fenomeen. Gooi het woord ‘piemel’ in een gesprek en zelfs de meest serieuze man wordt op z’n minst een beetje melig of soms zelfs ronduit lacherig. Ik behoor tot de categorie van mannen die enorm  kan schaterlachen om flauwe piemelgrappen. Toen ik nog in de Melkweg-garderobe werkte en mijn collega James en ik het gevonden voorwerpen-boek moesten bijhouden: tussen alles wat wij hadden genoteerd stond er altijd een mooie piemel bij getekend. Tot wanhoop van de bedrijfsleiders soms. Die keken dan de volgende dag in dat boek en dan zagen tussen wat ze zochten gelijk weer zo’n knots van een lul. Of twee. Of drie.

Piemelstraatkunst: ik kan er onbedaarlijk hard om lachen als iemand een piemel op straat of op een muur heeft getekend. Of je kijkt naar de Tour de France en iemand heeft een grote fallus op de weg geschilderd. En afgelopen week bij de Kattenlaan, vlakbij de ingang van het Vondelpark, tegenover de tennisclub: onder een fonteinkraantje was er een pracht van een behaarde balzak getekend. Ook op mijn 44e kan ik daar nog bijzonder hartelijk om lachen.

Tegenwoordig douchen veel jongens na het voetballen in een onderbroekje, in mijn tijd als mislukte voetballer douchte iedereen gewoon in z’n blote reet en dus ook in z’n blote piemel. En hoeveel je als jongen of  man ook op vrouwen valt: onwillekeurig kijk je soms toch even een seconde naar wat er bij je teamgenoten tussen de benen hangt. In ons juniorenteam voetbalde een gozer die op z’n twaalfde al bijna volgroeid was en een werkelijk indrukwekkend klokkenspel had. Een soort baby-armpje. Ken je die grote Duitse braadworsten die twee keer zo groot zijn als het broodje waarin het geserveerd wordt? Dat was hij. De rest van het team was meer het niveau van kleine knakworstjes. We plaagden hem er ook wel mee: ‘’Hey, Miguel, hoe krijg je een paard aan het janken? Trek jij je broek maar naar beneden!’’ Gottegottegot, wat hadden we een lol om zijn lul. We waren toen beginnende pubers, maar zelfs nu ik dit dertig jaar later opschrijf moet ik er weer om lachen.

Maar zelfs mijn puberale piemelhumor kent grenzen. Die acteurs, leeftijd begin 20, die afgelopen week tijdens een livestream een jongetje van 12 uitdaagden om zijn piemel te laten zien in ruil voor ‘’17 doezoe’’, straattaal voor 17.000 ballen, moeten zich tot in de afgrond schamen. Gad-ver-dam-me. Smerig en vernederend. Ver voorbij het ‘’misplaatste grapje’’ zoals de jongeheren hun daad kwalificeerden. Hebben ze echt spijt van hun wanstaltige ‘’grap’’ of balen ze van de gevolgen die het met zich meebrengt? Ik ben bang voor het laatste. De heren waren immers aardig aan de weg aan het timmeren en worden nu overal ontslagen. Met hun leuke ”grapje”.

Ik heb op m’n 20e en later ook wel, stomme dingen gedaan en gezegd, maar nooit en zeker niet op die manier en al helemaal niet ten koste van een kind. Ik hoop van harte dat de rechter dan ook zal besluiten dat die jongeheren dat arme kind een veelvoud van die ‘’17 doezoe’’ mogen betalen.

Maar genoeg gelul over deze lullen.

Afgelopen week was er op het nieuws dat 195 Nederlanders komende zomer een proefvakantie mogen maken naar Rhodos. Uiteraard onder voorwaarde dat je bent getest, maar dan mag je dus ook niet van het resort af. Dan moet je wel een ontzettende hekel aan je eigen huis hebben, dacht ik gelijk. ‘Wie wil dat nou?’, dacht ik nog. ‘’Ze mogen blij zijn als ze 195 mafkezen vinden die op die voorwaarden op vakantie willen.’’ Nou wil ik ook heel erg graag weer op vakantie, maar dan moet ik me wel gezellig kunnen bewegen als ik dat wil. Ik ben niet zo desperaat dat ik me terwijl ik er voor moet betalen in een Grieks hotel laat opsluiten. Weet je hoeveel mensen zich hebben aangemeld voor die Griekse gevangenistrip? Geen grap: 17 doezoe!    

En die ouwe Rodzooi heeft ook een nieuw boek uit: ”Het nut van een gebreide condoom”. Bestellen kan via [email protected] of via Facebook Rodney Rijsdijk. Voor €15,- kun je het boek ophalen in Amsterdam-Centrum of voor €19,50 stuur ik de PostNL-duif je kant op.

Rodweek #17 De ene lul is de andere niet

Er waren de afgelopen week twee mensen die ik allebei een ontstellende lul vond. Laat ik beginnen met de eerste, Keje Molenaar, advocaat, woonachtig te Broek in Waterland. Behalve dat hij advocaat en oud-voetballer is heeft Keje al jaren een andere bron van inkomsten. Keje is secundair tickethandelaar. Sterker nog, hij is voorzitter van EUSTA, een overkoepelende club van secundaire tickethandelaars. Deze ‘handelaars’ kopen zodra de kaartverkoop voor grote concerten, wedstrijden of shows begint, razendsnel duizenden kaarten op met fake-accounts. En verkopen die vervolgens door voor een veelvoud. Keje vindt dat een prima en fair systeem, zo vertelde hij afgelopen week. Want dan hadden die sukkels maar op tijd moeten zijn toen de reguliere verkoop begon. Als je dat durft te zeggen ben je  in mijn ogen dus gewoon een abjecte gewetenloze lul. Niets meer en niets minder.

Dit gezegd hebbende, neem ik dus ook aan dat Keje het niet erg vindt als ik op een dag, vlak voordat hij boodschappen gaat doen, alle resterende pakken koffie in Broek in Waterland opkoop. Elk pak koffie uit elke supermarkt of buurtsuper in het hele dorp. Geen pak koffie meer te krijgen in het dorp behalve dan in mijn zojuist ingerichte winkeltje. Lees verder