Rodweek 44 Rock ’n Rollator en een zure pislucht

Het zijn van die berichten waar ik zo intens blij van kan worden. Twee ouwe knakkers uit een Duits bejaardentehuis die vorige week de pleiterik maakten uit hun verzorgingstehuis en terug werden gevonden op Wacken, het grootste metalfestival ter wereld. Ik hoop, als ik zo’n gezegende leeftijd mag bereiken, dat ik ooit ook nog zo’n geintje kan uithalen. Ik ben sowieso best benieuwd hoe bejaarden er over twintig, dertig of veertig jaar uitzien. Ik ben nu 41 lentes jong en ik voel me ook nog jong. In mijn jeugd zagen mensen er vaak al vrij jong vrij oud voor hun leeftijd en ze waren ook vaak best oud voor hun leeftijd. Kijk maar eens naar een voetbalplaatjesalbum uit de jaren tachtig. Jongens van 25 zagen er uit alsof ze ouwe kerels van 45 waren. Met hun snorren en hun apenkapsels.

Niet dat iedereen er nu alleen maar fantastisch uitziet, maar mensen lijken gewoon wat jonger in deze tijd. En oude mensen waren ook echt oude mensen. Opa’s in pakken, met een jenever en een bolknak en oma’s in bloemetjesjurken aan de sherry, dat werk.
De eerste generatie punkers is nu tussen de 55 en de 65 jaar. Die lopen over twintig jaar dus achter hun rollator in hun Ramones-shirtje en hun ouwe spijkerbroek. Geen oubollige ouwe Nederlandse liedjes meer zingen in de aula onder leiding van een verzorgster die doet alsof je niet alleen oud maar ook debiel bent, maar keiharde punk door de gangen van het bejaardentehuis! De generatie daarna de hiphoppers, de generatie daarna de housers en een paar generaties daarna de mensen die met Dreetje Hazes en Lil’ Kleine zijn opgegroeid. Ik vond dertigers vroeger al hoogbejaard, maar hoe gaan bejaarden er uit zien als ik echt oud ben? Ik vraag het me weleens af. De foto bij deze column komt uit 2006. We waren na Ajax wezen drinken bij ’t Loosje op de Nieuwmarkt en zagen deze rollator op het terras staan. Ik was 29 en ouderdom was nog heel ver weg. We dreven gewoon de spot met ouderdom. Toch herinner ik me dit fotomoment als de dag van gisteren en dat geeft aan hoe snel de tijd gaat. Voor je het weet ben je gewoon ook echt op een rollatorleeftijd..  

Ik vraag me wel eens af hoe ik zelf zal worden als oude man. En of ik het mag worden. Als ik in elk geval maar geen zure oude man wordt die de hele maatschappij van tegenwoordig maar kut vindt en alles nog heel star in ‘links’ en ‘rechts’ indeelt. Ah, kijk, Gerard Cox, kom er maar in! Gerard Cox, de grijze eminentie van de Nederlandse TV die al een leven lang aan een welhaast aandoenlijk minderwaardigheidscomplex ten opzichte van Amsterdam lijdt. Want boehoehoe, het gaat altijd alleen maar over Amsterdam en dat soort gehuil, dat is al een decennia of acht lang het hoofdingrediënt in interviews met Gerard Cox. Hij had het dus een paar weken terug weer in een interview met de Volkskrant over ‘de Mokumse arrogantie die als een pislucht uit de Volkskrant opstijgt.’ Maar hij spaart ook zijn eigen stad niet, want volgens de heer Cox is Rotterdam inmiddels ‘Ankara’ of ‘Paramaribo’ geworden. Niet meer zijn stad. Dan ben je dus gewoon net zo zuur als die pislucht waar je het zojuist over had, heer Cox. Bovendien woont de heer Cox al 43 jaar niet meer in Rotterdam, maar in Hoeksche Waard, in een dorpje buiten de stad. Dus natuurlijk is het zijn stad niet meer. De stad is doorgegaan waar hij al lang geleden is weggegaan. De maatschappij is niet meer zoals in ‘Toen Was Geluk Nog Heel Gewoon’, zijn televisieserie waar een spruitjesgeur omheen hangt waar je dikke plakken van kunt snijden. Er zijn nieuwe Rotterdammers en de heer Cox vindt dat maar niks. Rotterdam is van Gerard Cox, maar Gerard Cox is al een heel erg lange tijd niet meer van Rotterdam, dat is zijn tragiek.

Wie nog wel van Rotterdam is, is meneer Kees, want die woont nog wel in zijn stad. Meneer Kees vond het nodig om vanaf zijn fiets naar zijn donkere stadgenote Gladys te roepen dat ze moest ‘oprotten naar haar eigen land.’ Maar Gladys is dus gewoon geboren en opgegroeid in Rotterdam en haar ouders ook. Dus naar welk eigen land bedoelde meneer Kees? Het grappige is ook dat in de daar op volgende discussie ‘de allochtoon’ Gladys een stuk beschaafder Nederlands praat en veel beter uit haar woorden komt dan de zogenaamde echte Nederlander meneer Kees.

Ik kan alleen maar hopen dat ik een ouwe bejaarde tijger mag worden, al kan ik nou niet direct zeggen dat ik er heel erg m’n best voor heb gedaan om het te mogen worden. Ik heb geluk gehad en ik hoop dat het geluk nog een flink tijdje aan mijn zijde zal blijven. Dan ben ik op een dag een blije bejaarde.

Ik ben dus maar vast strategisch in de buurt van de Nieuwmarkt gaan wonen. Dan kan ik later als ouwe lul met m’n zure pislucht makkelijk doorschuiven naar bejaardentehuis De Flesseman op de Nieuwmarkt. En als het verzorgend personeel me dan op een dag ergens in augustus mist dan moeten ze misschien maar even een kijkje nemen op Lowlands. Rock ’n Rollator!

1 Comments

Laat een antwoord achter aan Maarten van Wijk Reactie annuleren