Rodweek 40 De Piemelpolitie

Ik durf wel te stellen dat ik één van de meest gefotografeerde voordeuren van Amsterdam heb. De deurkruk is namelijk een fietsstuur. Elke dag gaan er wel toeristen met mijn voordeur op de foto en ze kijken altijd als een aap in een roestig klokkie als iemand van ons de deur openmaakt om naar binnen of naar buiten te gaan. Jawel, lieve toeristen, er leven echte mensen achter die deur! Wat die toeristen niet weten is dat even verderop, maar net buiten het toeristische centrum waar ik woon, kunstenaar Aat Veldhoen en zijn vrouw Hedy D’Ancona wonen. Aat en Hedy wonen, op de Oostelijke Eilanden. Daar heb ik eind jaren negentig ook nog een half jaartje gewoond. Het huis van de Veldhoentjes is bekend in die buurt. Dat huis heeft een deurkruk in de vorm van een piemel. 

Ik houd daar wel van, van die kinderachtige piemelfascinatie. Ik heb dat zelf ook. De leukste en meest flauwe grappen gaan altijd over minimaal één van de drie grote P’s: poep, pis en piemels. Toen ik in de Melkweg werkte met mijn collega’s Guido en James smeekten de bedrijfsleiders ons op een gegeven moment of we alsjeblieft wilden ophouden met dat kinderachtige tekenen van piemels in het gevonden voorwerpenboek en op de urenlijsten. Als ik post loop en ik heb post voor iemand die ik ken dan kan ik het soms niet laten om een piemel op de envelop te tekenen. Dan weet de geadresseerde meteen wie hun post heeft bezorgd. Dan krijg ik weer zo’n berichtje: ‘Ah, je was bij mij in de straat vanmiddag, Rod?’
Eén van de  grappigste pagina’s op Facebook vind ik ‘Piemels tekenen op de NRC’, een pagina waar de meest monsterlijk grote dooraderde en al dan niet geërecteerde en ejaculerende piemels bij nieuwsberichten worden getekend. Flauw? Wellicht. Grappig? Ik vind van wel!  Kinderachtig? Misschien wel. Maar Aat Veldhoen is over de tachtig en die vind het ook nog steeds grappig, dus wie ben jij dan om mij kinderachtig te noemen? Misschien dat het ook wel een van de redenen was dat ik het zo leuk vond op Bali: daar hebben ze overal souvenirpiemels en ik heb dan ook een pracht van een piemelflesopener in huis. Piemels zijn gewoon grappig. Ik ben blij dat ik er ook nog een bezitter van ben. En wat kun je er toch een boel leuke dingen mee doen, zo hee! Maar met piemels is het net als met telefoons: je moet ze niet overal gebruiken, want dat is gewoon niet altijd even wenselijk.

En daar wil ik het dus even over hebben: telefoons in het verkeer. Ik werd dus laatst, en niet voor het eerst, bepakt met twee volle fietstassen, zowat voor m’n kadaver gereden door een of andere maffe marionettentrut met een kop als een Chihuahua, die zat te appen op haar fiets. Het was aan mijn reflex te danken dat die kuttekop me net niet aanreed. Op zulke momenten verlies ik door de schrik elke vorm van charme en diplomatie en ik voegde haar dan ook toe dat ze niet goed bij haar hoofd is en dat ze haar stomme kuttelefoon niet in het verkeer moest gebruiken. In plaats van nederig haar excuses aan te bieden voor haar domme gedrag kreeg ik nog een grote muil terug ook van die kwaaie kip. Al kan dat eerlijk gezegd natuurlijk ook met mijn grote muil te maken hebben, maar ik vind dat ik aardig in m’n recht stond.

Nog een beetje navloekend fietste ik verder en ik bedacht me dat ik iets moet doen. Dat de meeste mensen tegenwoordig vergroeid zijn met hun telefoon is een gegeven. Het is voor veel mensen een soort extra ledemaat geworden. Soit. Dat is nou eenmaal zo. Ik ben allesbehalve een belerende dominee en ik ben ook niemand z’n vader of moeder die vertelt hoe iemand het allemaal moet doen in de wereld. Zoek het uit. Maar als jij  jouw stomme kuttelefoon en je appjes beantwoorden boven mijn veiligheid prevaleert dan kom je aan de beurt bij mij. Daar kun je iets van zeggen, dat doe ik dan dus ook, maar je kunt er ook iets aan doen, bedacht ik me ineens. Iets kleins. Iets ludieks. En dus keek ik thuis even op internet waar ik een waterpistooltje kon bestellen. Ik vond er eentje en gelijk ook een exemplaar in mijn favoriete verschijningsvorm: die van een piemel!  Een match made in heaven. Ik bestelde ‘m meteen.

En zo beste op de fiets bellende en appende pannelappen die mij in de weg rijden of mij in gevaar brengen in het verkeer: jullie zijn vanaf nu de lul. Ik ben vanaf heden gewapend met mijn piemelwaterpistool in mijn fietskrat en ik ben niet niet bang om ‘m te gebruiken tegen elke lul (m/v) die de oppervlakkige appjes op zijn lulijzer belangrijker acht dan mijn of iemand anders’ veiligheid. De Amsterdamse piemelpolitie zal streng doch rechtvaardig optreden en zal niet schromen om een welgemikt schot Amsterdams leidingwater in uw ellendige appende bakkes te spuiten met mijn onafscheidelijke piemelwaterpistool. Opdat ik normaal door de stad kan fietsen zonder door allerhande bellende en appende klootzakken (m/v) voor mijn donder te worden gereden  en weer veilig kan terugkeren naar mijn fietsstuurhuis, zonder gelul.           

3 Comments

  1. Geweldig idee! Laten we er een echt Piemelpolitiekorps van maken en iedereen die zich met ons kapot ergert aan die telefoon bedienende medeweggebruikers uitrusten met een spuitende piemel!
    Waar ga ik ‘m bestellen?

    Reply

Laat een antwoord achter aan Gerrit Reactie annuleren