Rodweek #4 Snoetje en Pluisje

In september 1998, toen ik nog een jong velletje van 21 was, liep ik mijn eerste modeshow. Sorry voor de mensen die nu hun thee tegen het scherm proesten en inmiddels hard toe zijn aan wat sterkers: ja, daar heb ik ook nog mijn geld mee verdiend. Het was geen lange carrière, maar een showtje of vijf heb ik nog wel gelopen. Van de straat geplukt terwijl ik in het holst van de nacht poepeloeres dronken naar huis liep vanuit de Korsakoff. Vijfhonderd gulden voor een avondje heen en weer lopen op een catwalk in mooie pakken, dat leek me makkelijk verdiend. Ik kreeg nog wel een paar lessen catwalktraining ter voorbereiding, zodat ik daar niet als een lompe hork over die catwalk zou stampen. De show waar ik voor uitgekozen was, was de verkiezing van het patsertijdschrift Esquire voor de best geklede man van Nederland. Het was nogal ironisch dat uitgerekend ik daarvoor werd uitgekozen, want ik zou mezelf in die jaren nou niet bepaald een stijlicoon noemen met m’n vale spijkerbroeken, hemdjes en bandshirtjes. De show werd gehouden in de Amuse Bouche tegenover de Melkweg, een etablissement dat we tegenwoordig kennen als de Sugarfactory. Tot best geklede man van dat jaar werd de flamboyante columnist Pim Fortuyn uitgeroepen. Een man die maatpakken van tien ruggen droeg en met wie het later nogal onfortuinlijk zou aflopen. Hij was die avond overigens niet aanwezig om zijn prijs in ontvangst te nemen.

En toen was het ineens 22 juli 2017. Samen met mijn vrienden Marcel en Lucas speelde ik mee op een petanque-toernooi op het Museumplein. Frans knikkeren. De organisatie hield de Franse sfeer erin met wijn, pastis en stokbroden, maar de regen die later op de avond viel verried we dat we toch echt gewoon in Nederland waren. Veel deelnemers waren gekleed in typisch Franse streepjesshirts en hier en daar was er zelfs een alpinopet te zien. Wij hadden onze eigen interpretatie van Franse kledingstijl: Lucas droeg een prachtig origineel Saint Etienne-shirt van Le Coq Sportif uit seizoen 1982/1983, Marcel een mooie replica van een Bastia-shirt en ik een Ajax-replica van Le Coq Sportif. We bleken niet de meest talentvolle jeu des boulers, maar we zaten dan ook in een sterke poule, door ons omgedoopt tot ‘de boules des doods’. Maar we wonnen uiteindelijk toch een prijs: we waren het best geklede team met onze voetbalshirts! En in tegenstelling tot Fortuyn waren wij er natuurlijk als de kippen bij om onze award, een fles bubbels, in ontvangst te nemen.

Van Pim Fortuyn is het een kleine stap naar Geert Wilders. De blonde pruik blijkt namelijk nogal een devoot kattenmens te zijn. Ik wist niet dat ik enige overeenkomst met de man kon hebben, maar zo zie je maar. De man die hele volksstammen demoniseert, grenzen dicht wil gooien en niet erg veel op heeft met asielzoekers smolt afgelopen vrijdag als een Calippo in de oven toen Eva Jinek het met hem had over zijn poezen Snoetje en Pluisje. Ineens zag ik liefde in ogen die normaal haat en cynisme uitstralen. Ineens kreeg de man menselijke trekjes toen hij het had over de dag dat hij een van zijn vorige katten in moest laten slapen en hij de hele dag als een treurwilg in de Tweede Kamer zat. Het meest saillante detail van het interview:  Snoetje en Pluisje komen uit een asiel. Die waren dus kennelijk wel welkom.

Leave a Comment.